zaterdag 31 oktober 2009

Twente toen en nu



De serie Twente toen en nu, uitgegeven door Waanders, gaat maandelijks in 16 afleveringen verschijnen. Het eerste deel Langs weg en vaart is inmiddels uit en doet meteen sterk denken aan de in 1992 verschenen Ach lieve tijd: Duizend jaar Twente en de Twentenaren, eveneens uitgegeven door Waanders. Beide series behandelen per aflevering een bepaald thema en bevatten veel illustraties. De redactie van Twente toen en nu bestaat uit Waanders-redacteur Menno van der Laan en de journalisten Jan Haverkate en Gerard Vaanholt, die beiden tevens auteur zijn van het merendeel van de afleveringen. Haverkate en van der Laan zaten ook in de redactie van Ach Lieve Tijd. Een snelle nieuwe uitgave op basis van een al eerder uitgegeven publicatie? Nee, blijkbaar is daar voor gewaakt.
De thema’s zijn wat anders ingedeeld. De uitgelichte onderwerpen per thema zijn andere dan in Ach lieve tijd en dat geldt ook voor de foto’s.
De eerste aflevering Langs weg en vaart van Twente toen en nu, geschreven door Jan Haverkate is te vergelijken met Duizend jaar Twente, de Twentenaren en hun reislust, geschreven door Jan ten Hove, uit de serie Ach lieve tijd. Eén foto staat in beide uitgaven. De teksten en onderwerpen zijn zoals gezegd verschillend. Komt nog bij dat de nieuwe serie qua formaat wél in de boekenkast past.

woensdag 28 oktober 2009

SAB viert 450-jarig bestaan in 2010


In 1560 werd de privé-bibliotheek van pastoor Phonocius door de stad Deventer aangekocht. Zo kreeg Deventer een stadsbibliotheek die later vooral bekend werd onder de naam Athenaeumbibliotheek en nu dan, bijna 450 jaar later, na samenvoeging met het Stadsarchief, bekend staat als SAB (Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek).

De SAB gaat het jubileumjaar 2010 vieren met een groot aantal activiteiten:
• de beroemde Ortelius-atlas keert na restauratie terug naar Deventer.
• een bijzondere heruitgave van 'Weghwyser Door de Provintie van Overyssel', een toeristische reisgids in beeld en tekst uit de 18de eeuw, met prachtige historische kaarten van de provincie Overijssel.
• fototentoonstelling 'Eigenzinnig onderwijs in Deventer'.
• Nieuwe website www.deventerboekenstad.nl Deze website bevat een schat aan informatie over de geschiedenis van drukkers, uitgevers, schrijvers en het aan het boekenvak verwante culturele leven.
• album Herinnering aan Deventer, dat een prachtig beeld van de ontwikkeling van de stad in het eerste kwart van de vorige eeuw geeft.
• Een grote overzichtstentoonstelling, waarbij SAB in het Historisch Museum Deventer (De Waag) het grote publiek tien eeuwen boeken- en archiefschatten toont
• Presentatie van het boek Romantiek en mythevorming rond een bibliotheek; 450 jaar geschiedenis van Stads- en Athenaeumbibliotheek, geschreven door Hans Peeters.
• Presentatie van het nieuw standaardwerk: Geschiedenis van Deventer, geschreven door Henk Slechte
Symposium en workshops voor het onderwijs

Voor meer uitgebreide informatie zie de website van SAB.

zondag 25 oktober 2009

Overijsselaars op reis (10): Jacobus Craandijk (1834-1912)



Jacobus Craandijk een Overijsselaar? Eigenlijk niet, maar op een weblog kun je je vrijheden permitteren. Bovendien, een klein beetje Overijsselaar was hij wel. Hij werd geboren in Amsterdam, groeide op in Den Haag, en woonde in Rotterdam en Haarlem. Maar precies 150 jaar geleden, in 1859, werd hij op 24-jarige leeftijd beroepen als Doopsgezind predikant in Borne, een Doopsgezinde gemeente die slechts veertig leden telde, die allen behoorden tot aan elkaar verwante fabrikeursfamilies. In het Levensbericht in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1913) staat over zijn Bornse tijd: ‘Craandijk werd er door Zijne prediking in de kleine huiselijke kerk, door zijn gemoedelijk godsdienstonderwijs, door Zijne bezoeken en zijn gemeenzaam deelen in lief en leed de huisvriend zijner gemeente, en bij de viering van zijne veertigjarige ambtsbediening zijn de weinige overgeblevenen (uit Borne) hem dit te Haarlem welsprekend komen toonen’. Craandijk had tijd genoeg om ‘vrijbeurten’ te vervullen bij andere Doopsgezinde gemeentes in het oosten van het land, leerde in Zwolle Anna Geertruida Ballot kennen, met wie hij in 1861 trouwde. Toen hij in 1862 beroepen werd in de belangrijke gemeente Rotterdam kon hij niet weigeren – hij moest tenslotte ook aan zijn carrière denken - , maar hij ging met pijn in het hart weg uit Borne. Hij stelde zijn vertrek zo lang mogelijk uit en vertrok vier maanden later dan gepland, op de dag van de grote brand van Enschede (7 mei 1962) naar Rotterdam.

Jacob van Lennep bezag Nederland in 1823 door de ogen van een wandelaar, een halve eeuw later deed Jacobus Craandijk hetzelfde. Er was een en ander veranderd in die 50 jaar, maar het verslag van de wandelingen van Craandijk, zoals weergegeven in Wandelingen door Nederland met pen en potlood, was het laatst vastgelegde beeld van Nederland voor de grote veranderingen op het gebied van verkeer en vervoer, communicatiemiddelen, industrialisatie en vóór de grote stadsuitbreidingen, hoewel het begin van die nieuwe tijd uit zijn reisverslagen doorklinkt.



De kleine Bornse Doopsgezinde gemeente liet Craandijk voldoende tijd om de streek te verkennen. Maar er over schrijven deed hij vijftien jaar later pas. Toen maakte hij drie wandelingen door Twente die hij in zijn boeken heeft beschreven. In 1986 is een heruitgave van de Twentse Wandelingen verschenen met een inleiding van B. Olde Meierink.
Ook andere delen van Overijssel werden door Craandijk bezocht. Zijn Wandelingen door Nederland met pen en potlood zijn gedigitaliseerd en allemaal na te lezen op de website van DBNL.

Wat betreft Overijssel is hier het volgende te lezen:
Diepenheim
Twenthe (1e gedeelte)
Twenthe (2e gedeelte)
Van Wijhe naar Diepenveen

Kijk ook op de website van Bert Kolkman voor veel meer informatie over Jacobus Craandijk.

Muziek uit het oosten (21): First Move - It's all over now, baby blue

Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.


Textielbeat
In december is er weer een nieuwe aflevering van Textielbeat. Veel (behoorlijk) oudere jongeren zullen net als bij de vorige edities van dit evenement weer afkomen op deze reünie voor jaren-zestig bandjes en hun toenmalige publiek.
Mark Peeters schrijft in Insel der Träume: Musik in Gronau und Enschede 1895-2005 over de Enschedese muziek-scene van veertig jaar geleden: ‘Enschede lag te ver weg van de grote Nederlandse steden. Misschien juist door een zeker isolement kon er een eigen wereld met een eigen geluid ontstaan. Waar de sociale en politieke onrust in de wereld zorgde voor rauwe, opstandige tonen, klonk in Twente harmonieuze samenzang'.

Alleen The Buffoons en Teach Inn zijn landelijk doorgebroken. Maar iedere Enschedeëer van zekere leeftijd kent de namen van de bands nog: First Move, Honest Men, Rowdy’s, Hun, Rabbits etc.
De muziek was verre van revolutionair, de bands speelden voornamelijk covers. De populariteit van de reünies in Enschede (zowel bij bandleden als publiek) is natuurlijk gewoon jeugdsentiment, maar er is meer. In de uitgebreide documentaire over dit fenomeen, die bij RTVOost werd uitgezonden (zie hier en hier), wordt geprobeerd daar de vinger op te leggen evenals in dit krantenartikel.

dinsdag 20 oktober 2009

Fotowedstrijd ‘Meest Nederlandse plek’ bij Pauw & Witteman

Een keer iets anders dan politiek, BN’ers en de laatste hypes bij Pauw & Witteman. Een heuse fotowedstrijd met als inzet het binnenkort te verschijnen boek Heel Nederland van Rik Zaal. Op de website van Pauw & Witteman kon je de afgelopen weken een foto inzenden. Vierhonderd personen hebben dat gedaan. Veel geijkte sneeuw- en ijsplaatjes, maar ook heel bijzondere foto’s. Zet de diashow aan en er trekt een fraai beeld van Nederland voorbij. Rik Zaal zal morgen (21 oktober) de winnaar uitkiezen.


Twee Overijsselse inzendingen: boven Het Hondeven bij Tubbergen (Anne Oude Avenhuis)en onder Ossenzijl (van der Voort)



Aanvulling 22 oktober:
Als 'Meest Nederlandse plek' werd door Rik Zaal onderstaande foto van Jeroen Taalman aangewezen: een weiland in Bleskensgraaf (Alblasserwaard). Zie ook de door Rik Zaal uitgekozen nummers twee en drie.

zondag 18 oktober 2009

Jolande Withuis wint Grote Geschiedenis Prijs



De Grote Geschiedenisprijs voor het beste geschiedenisboek is dit jaar gewonnen door Jolande Withuis, auteur van de biografie Weest manlijk, zijt sterk over het leven van verzetsheld Pim Boellaard.

De prijs is een initiatief van Het Historisch Nieuwsblad, Volkskrant, VPRO en NPS en werd ingesteld in 2007. Eerdere winnaars:
2007 Auke van der Woud met Een nieuwe wereld
2008 Luuc Kooijmans met Gevaarlijke kennis - inzicht en angst in de dagen van Jan Swammerdam

Jury-voorzitter Frits Bolkestein verwoordde het oordeel van de jury over Jolande Withuis, de winnares van 2009. ‘Haar afgewogen behandeling van de vraag wat een held is, en wat iemand tot een held maakt, heeft ervoor gezorgd dat dit boek van een bijzondere categorie is’ en ‘De betekenis van de biografie van Withuis overstijgt het boekstaven van de daden en gedachten van een groot man. Zij stelt met dit boek de overheersende gedachte over de Tweede Wereldoorlog ter discussie, namelijk de oorlog als ‘grijs verleden’ waarin het leven niet zozeer draaide om ‘goed en fout’, maar een kwestie was van aanpassen aan een moeilijke tijd’

De biogafie Weest manlijk, zijt sterk gaat over generaalszoon Pim Boellaard (1903–2001), die zich in 1940 bij het verzet aansloot. Hij werd lid van de de zogenaamde Ordedienst (OD), een verzetsgroep die grotendeels bestond uit (reserve-)officieren. De groep werd in 1941 getroffen door een arrestatiegolf, maar Boellaard wist te ontkomen en dook onder. Na verraad werd hij op 5 mei 1942 echter alsnog gearresteerd. Tijdens zijn gevangenschap in het Oranjehotel werd hij, als enige Nederlander, ondervraagd door zowel Heinrich Himmler als Reinhard Heydrich. Boellaard zat drie jaar gevangen, onder meer in het Nacht und Nebel-kamp Natzweiler en in Dachau. Boellaard overleefde de oorlog en werd opgenomen in de staf van prins Bernhard met wie hij gedurende zijn hele leven bevriend bleef. Na de oorlog was hij betrokken bij de vervolging en berechting van een aantal oorlogsmisdadigers.

Jolande Withuis is als sociologe verbonden aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Bij het schrijven van het boek maakte ze gebruik van onder meer dagboeken en gevangenisbrieven. In het boek geeft ze een beeld van een 'man van staal met onverwacht zachte kanten'.

De andere genomineerden waren:
Cees Fasseur met Juliana en Bernhard : het verhaal van een huwelijk : de jaren 1936-1956
Luc Panhuysen met Rampjaar 1672 : hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte
Wilfried Uitterhoeve met Cornelis Kraijenhoff 1758-1840 : een loopbaan onder vijf regeervormen
Marja Vuijsje met Joke Smit : biografie van een feministe

donderdag 15 oktober 2009

Nationale Krakercompetitie: uitdaging en mooie prijzen



Nationale Krakercompetitie 2009
De Nationale Krakercompetitie gaat op 30 oktober 2009 voor de zevende maal van start. Deze zoekwedstrijd wordt online gespeeld waarbij de deelnemers moeilijke vragen (hersenkrakers) met behulp van internet oplossen.
De hoofdprijs is een weekend Athene voor twee personen.

Initiatief van de openbare bibliotheek
Deze gratis zoekwedstrijd op internet wordt georganiseerd door de Vereniging van Openbare Bibliotheken in samenwerking met NRC Next en Google. De competitie trekt ieder jaar duizenden deelnemers uit binnen- en buitenland. Zij ervaren de competitie als leuk, leerzaam en verslavend. Deelnemen kan als individu of met een team. Er zijn aantrekkelijke prijzen te winnen zoals een reis voor twee personen naar Athene, geldprijzen voor teams en rondeprijzen.

Pittige vragen
Iedere wekelijkse ronde bestaat uit zeven (hersen)krakers die bedacht zijn door een team van bibliothecarissen en zoekprofessionals. Zij lieten zich inspireren door de vele vragen die ze in hun dagelijkse praktijk tegenkomen, zowel aan de balie van de bibliotheek als via al@din, de digitale vraagbaak van de openbare bibliotheken.
De krakervragen zijn in de vorm van een verhaaltje gesteld, prikkelen de verbeelding, gaan over allerlei interessegebieden en confronteren de deelnemer met onvermoede internetbronnen.

Voorbeeld krakervraag
"Waarom zou de bliksem niet twee keer op dezelfde plaats kunnen inslaan?" aldus bondscoach Otto Rehhagel, EK Voetbal 2008. Niet alleen op dezelfde plaats, maar ook op de dezelfde persoon. Een dubieus record staat op naam van een man die zelf diverse keren door de bliksem getroffen is en het overleefde. Zijn verhaal is onder andere terug te vinden in een boek over de geschiedenis van de bliksem uit 2008.
Vraag: Wat is de naam van de begraafplaats waar hij is begraven?

De bedenker van de Nationale Krakercompetitie en organisator van deze unieke wedstrijd is mijn collega René van der Have. Telkens weer lukt het hem series knap opgebouwde vragen te bedenken, waarbij de antwoorden vaak via omwegen gevonden kunnen worden. Maar ze kunnen altijd gevonden worden, dat is zeker, dus blijf je doorzoeken en geeft het veel voldoening – ik spreek uit ervaring – wanneer je een antwoord gevonden hebt.
Ga deze uitdaging aan, je hebt niets te verliezen …

maandag 12 oktober 2009

Contra turrim: Geert Grote en de kredietcrisis



Volgens mijn zoon zou ik absoluut De prooi van Jeroen Smit over de ondergang van de ABN AMRO als internationale bank moeten lezen. Het boek ligt er al een tijdje – ik ben een langzame lezer en het boek is behoorlijk dik – ik was er nog niet aan begonnen. Veel dunner is Contra turrim, met de vreemde ondertitel ‘Geert Grote en de kredietcrisis’.

Een titel die zou passen bij een stripverhaal, uitgegeven door een Geert Grote Universiteit in oprichting – ik wist niet wat ik er van moest denken. De Deventer auteur van Contra turrim, Jeroen Buve, ontdekt overeenkomsten tussen de teksten van de beide uit Deventer afkomstige Geert Grote en Jeroen Smit.

Geert Grote (1340-1384) schreef het tractaat Contra Magna edificia superflua ac constitutiones falsas principaliter contra turrim Traiectensem (Tegen overbodige grote gebouwen en valse constituties met name tegen de toren van Utrecht) waarschijnlijk rond 1379. Het werd 60 jaar geleden ontdekt en vertaald. Geert Grote, geestelijk vader van de Moderne Devotie, protesteert tegen de megalomane bouwplannen van bisschop Jan van Arkel, die bepaalt dat al het geld dat bij de kerk binnenkomt besteed moet worden aan de bouw van een Dom in Utrecht. Het ondersteunen van armen en behoeftigen moet maar even wachten.

Geert Grote doet bij zijn protest niet alleen een beroep op de Openbaring – in de geest van zijn tijd -, maar ook het gezonde verstand speelt bij hem een voorname rol.
In ‘De prooi’ wordt beschreven hoe de golf van neo-liberalisme in de jaren negentig heeft geleid tot kapitalisme zonder normatieve cultuur. Winstmaximalisatie werd een doel op zich in de financiële wereld en zoals Rabo-topman Bert Heemskerk na het uitbreken van de kredietcrisis zou zeggen: ‘Banken hadden meer hun boerenverstand moeten gebruiken’.

Geert Grote pleitte voor het herstel van ‘natuurrecht’ (inzicht in het wezen der dingen: eigenlijk weet iedereen zelf wel wat goed en fout is) i.p.v. het uitvaardigen van steeds meer bepalingen van de kerk. Volgens Geert Grote is een regel of wet pas een wet als hij rechtvaardig is.
In Europa werden de normen en waarden die hoorden bij het Rijnlandse model verdrongen door het ultieme kapitalisme met de ieder voor zich mentaliteit. De exporteurs van het neo-liberalisme, de Amerikanen, hadden tenminste nog hun religie als tegenwicht. De traditionele bankiers legden het af tegen de jonge investment-bankers, ikonen van het schuldkapitalisme, die slechts oog hadden voor hun eigen bonussen.

In het filosofische werk Contra turrim trekt Jeroen Buve nog veel meer parallellen tussen de tijd van Geert Grote en de huidige kredietcrisis. Het is geen gemakkelijke kost, zeker als je, zoals ik, niet gewend bent veel filosofische stukken te lezen. Maar het is een boekje om af en toe weer eens in te kijken: er staat genoeg in om over na te denken.
En De prooi hoef ik nu niet meer te lezen.

zondag 11 oktober 2009

DDR-tentoonstelling in TwentseWelle


Erich Honecker in gesprek met een journalist van Enschede-aan-Zee

Gisteren naar de DDR-tentoonstelling in TwentseWelle in Enschede geweest. Toevallig, nou ja toevallig…, heb ik eind augustus het DDR-museum in Pirna bij Dresden bezocht, dat gevestigd is in een oude kazerne en een enorme verzameling DDR-alia in huis heeft. De tentoonstelling in Enschede is kleiner maar zeker niet minder de moeite waard. Is het museum in Pirna vooral een verzamelmuseum, de drukbezochte tentoonstelling in Twentse Welle is ingericht naar thema. Het verhaal van de DDR van het begin tot eind wordt door middel van voorwerpen, DDR-producten, geschriften, affiches, foto’s, filmfragmenten in beeld gebracht met in de laatste zaal op een groot scherm de weergave van de gebeurtenissen in de laatste maanden van 1989. Absoluut een aanrader deze tentoonstelling!



Udo Lindenberg bracht in 1983 het nummer Sonderzug nach Pankow uit, een parodie op Erich Honecker, die evenals veel andere partijbonzen woonde in de Berlijnse wijk Pankow.

Als je er dan toch bent, ga dan ook kijken naar de vaste tentoonstelling - het Grote Verhaal van Twente van de oertijd, via de industriële revolutie in de 19de eeuw tot de nanotechnologie en de UT-Twente. Trek er wel tijd voor uit. Het was voor mij de derde keer dit jaar en weer heb ik er een halve middag doorgebracht – zo veel valt er te bekijken.

woensdag 7 oktober 2009

Historiën: hier wordt geschiedenis geschreven



Nu eens geen blogpost over een nieuwe website, activiteit, uitgave, tentoonstelling, beeldbank etc. Nee, de website Historiën bestaat al vanaf 1 februari 2008 en er is de laatste tijd niets bijzonders over te melden. Toch zou het zo maar kunnen dat sommigen, die in geschiedenis zijn geïnteresseerd, de website niet kennen en dat zou zonde zijn.

Historiën, opvolger van Geschiedenis.nl was een initiatief van Dieter Möckelmann, de man achter Histocasa. De site wordt gevuld door een aantal auteurs met een historische achtergrond. Je vindt actualiteiten op het gebied van geschiedenis, boekbesprekingen, artikelen over geschiedkundige onderwerpen, soms geschreven naar aanleiding van actuele gebeurtenissen. Het gaat om artikelen die je zou kunnen vinden in bekende historische tijdschriften als Historisch Nieuwsblad, maar die nu online staan en voor iedereen beschikbaar zijn. De artikelen zijn niet te lang en niet te kort en vlot geschreven. Handig zijn ook de boekbesprekingen.
Overijsselse onderwerpen o.a. het Twentoldrama, Kasteel de Voorst.
Wat ontbreekt is achtergrondinformatie over de site, hoewel je met googelen wel wat kunt vinden – zie begin van deze blogpost.
Een website zonder veel pretenties met veel inhoud – het tegenovergestelde zien we zo vaak – dus een echte aanrader.

zondag 4 oktober 2009

WieWasWie: stand van zaken



Naast de website WatWasWaar komt er nu ook WieWasWie. Hetzelfde stramien als bij eerstgenoemde website: erfgoedinstellingen stellen hun collecties beschikbaar op een gezamenlijke website. In dit geval gaat het dus om personen (voorouders). Ik berichtte hier al eerder over, alleen was er toen sprake van een nieuwe website Mijnvoorouders.nl

Onlangs werd Wiewaswie gepresenteerd, althans er werd een en ander verteld over de stand van zaken, de planning en wat er in de toekomst allemaal mogelijk zal zijn voor de gebruiker. Een positief verhaal – hoe kan het anders bij een presentatie.
Eric Hennekam en anderen hebben stevige kritiek op het project.

Wat betreft de toekomstige gebruiker, die moet geduld hebben. De eerste testversie wordt na de zomer van 2010 gepresenteerd. Tot die tijd moeten de genealogen het doen met Genlias en Genealogie online.

donderdag 1 oktober 2009

Soundbites: Digitale dialectenkaart



In de jaren 50 tot 80 trokken medewerkers van het Meertens Instituut met een bandrecorder het land in om op zo veel mogelijk plekken gesprekken op te nemen tussen mensen die het lokale dialect goed spraken. De opgenomen gesprekken gaan over zaken als armoede, werkverschaffing, sociale omstandigheden en lokale gebruiken.
De geluidsfragmenten zijn nu digitaal beschikbaar gekomen: totaal meer dan duizend uur.

Het project Soundbites omvat niet alleen Nederlandse dialecten, maar ook een aantal Vlaamse. Bovendien zijn er Nederlandse emigranten over alle delen van de wereld te beluisteren. Daarnaast is er een rubriek ‘divers’, waarin veel lezingen zijn opgenomen.

De verzameling is ook een bron voor historici bij de bestudering van de lokale geschiedenis vanwege de al genoemde onderwerpen die besproken worden. Wel is de toon van de gesprekken over het algemeen nogal serieus, waardoor je toch wel gauw afhaakt. Toevoegen van (wat meer smeuïge) verhalen van lokale dialectschrijvers zou niet verkeerd zijn. De verhalen zijn soms slecht te verstaan, hetgeen logisch is vanwege het dialect, maar ik doel hier op de geluidskwaliteit.
Toch is het grappig om te horen hoe groot de verschillen in dialect binnen een provincie zijn (bijv. tussen Deventer en Denekamp).