zondag 29 mei 2011

Zwolle (woon)aantrekkelijkste Overijsselse gemeente in Atlas voor gemeenten



Deze maand verscheen het jaarlijks vergelijkingsonderzoek tussen de vijftig grootste gemeenten in Nederland, de Atlas voor gemeenten. Tientallen ranglijsten geven de posities van de steden op diverse gebieden weer. De twee belangrijkste ranglijsten zijn de Woonaantrekkelijkheidsindex en de Sociaal-economische index. Onder de vijftig onderzochte gemeenten zijn vijf Overijsselse: Enschede, Zwolle, Deventer, Hengelo en Almelo. Hieronder enkele cijfers:

Woonaantrekkelijkheidsindex
De woonaantrekkelijkheidsindex bestaat, in volgorde van gewicht, uit de bereikbaarheid van banen, het culturele aanbod (podiumkunsten), veiligheid, het aandeel koopwoningen in de woningvoorraad, de nabijheid van natuurgebieden, de kwaliteit van het culinaire aanbod, de aanwezigheid van een universiteit en het historische karakter van de stad.
1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Amstelveen
4. Den Bosch
5. Den Haag
11. Zwolle
37. Deventer
38. Hengelo
42. Enschede
46. Almelo
47. Sittard-Geleen
48. Heerlen
49. Spijkenisse
50. Emmen

Sociaal-economische index
De sociaal-economische index bestaat uit het aantal personen in de bijstand, het werkloosheidspercentage, het aantal arbeidsongeschikten, het percentage huishoudens met een inkomen lager dan 105% van het sociaal minimum, het aantal personen met een lage opleiding, de netto participatiegraad van vrouwen, de werkgelegenheid en het percentage banen in groeisectoren (financiële en zakelijke dienstverlening).
Hoe slechter de cijfers hoe lager op de index.
1. Haarlemmermeer
2. Amstelveen
3. Utrecht
4. Amersfoort
5. Alphen a.d. Rijn
6. Zwolle
25. Hengelo
27. Deventer
44. Almelo
45. Venlo
46. Lelystad
47. Sittard-Geleen
48. Enschede
49, Emmen
50. Heerlen

In geen enkele ranglijst stond een Overijsselse stad bovenaan, behalve in die van de meeste antiquariaten per 100.000 inwoners. Dat is natuurlijk Deventer.

Kijk hier voor alle ranglijsten.

In 2009 scoorde van de Overijsselse gemeenten Zwolle ook al het hoogst in Elseviers ranglijst van ‘beste’ gemeenten van Nederland.

Hoewel zo’n lijst met behulp van een groot aantal indicatoren zo objectief mogelijk wordt samengesteld, zal het voor de meeste stedelingen geen reden zijn te verhuizen naar een andere stad. De trouwe FC Twente-supporter woont ondanks de lage positie van Enschede duizend keer liever in de stad waar Théooo voetbalde (Pahlplatz dus) dan in de nieuwe stad van die andere Theo.

donderdag 26 mei 2011

Prijsvraag vernieuwd Overijssels Volkslied

Zo’n twee jaar geleden heb ik het Twentse Volkslied en het Overijssels Volkslied, beide in de uitvoering van het Orkest van het Oosten op YouTube gezet. Het Twentse Volkslied is bijna 15.000 keer bekeken en het Overijssels Volkslied bijna 3.000 keer. Dit kan er op wijzen dat het Twentse Volkslied populairder is bij de Tukkers, dan het Overijssels Volkslied bij de Overijsselaars (!?). Het kan natuurlijk ook aan de melodie liggen. Het Overijssels Volkslied werd voor de gelegenheid gecomponeerd, het Twents Volkslied was een al bestaand drinklied van studenten, waarvan alleen de tekst vervangen werd.



Hoe dan ook, de provincie Overijssel wil dat het imago van haar volkslied wordt opgepoetst en heeft een op jongeren gerichte prijsvraag uitgeschreven met een hoofdprijs van 5.000 euro voor een vernieuwde versie van het oorspronkelijke lied uit 1951. Mp3’s of video’s kunnen worden geupload. Kijk hier voor hoe, wat en waar.

dinsdag 24 mei 2011

De Mars, maandblad van en voor Overijssel (3)

De Mars was een Overijssels maandblad dat tussen 1953 en 1981 verscheen en waaraan bijna alle bekende journalisten/publicisten uit die tijd meewerkten. Ik schreef er al eerder over. De Mars bevatte artikelen over regionale onderwerpen op cultureel, maatschappelijk, economisch en toeristisch terrein. De vaak lange(re) artikelen geven een goed tijdsbeeld. Ik pleit er dan ook voor dit tijdschrift te digitaliseren. In deze rubriek vermeld ik per kwartaal een aantal artikelen over onderwerpen of gebeurtenissen uit dit blad.



Afbeelding: Provinciale begroting Overijssel 1953. Totaal ruim 7 miljoen. Momenteel bedraagt de begroting met 737 miljoen het honderdvoudige.

Vandaag het derde kwartaal 1953. Hierin vinden we lange artikelen over:
- de proefboerderij ‘Overijssel’ te Heino; opgericht in de jaren twintig met het doel door onderzoek en aanschouwelijke voorlichting te trachten de bedrijfsvoering van de Overijsselse boer te verbeteren. Zo’n 5.000 boeren per jaar bezoeken de proefboerderij.
- de woningbouwproductie in Overijssel. In 1952 werden in Overijssel een recordaantal van 4700 woningen gebouwd, desondanks blijft het woningtekort nijpend.
- de parken van Enschede; uitgebreide beschrijving van de diverse parken.
- reportages over Stork in Hengelo en Schokbeton in Kampen.
- interviews met de architect en regionalist Jan Jans en vissersvrouw en dichteres Mariap van Urk.
- artikelen over een nieuw Natuur-Historisch Museum in Zwartsluis, het dorp Wanneperveen en de Plechelmuskerk in Oldenzaal.



Boven: Stork in Hengelo, onder: Schokbeton in Kampen



Uit de Kroniek van Overijssel (berichten):
- Overijssel heeft 700.000 inwoners
- voor de achtste maal werden de T.T. races in Tubbergen gehouden, die volgens burgemeester Kolenbrander internationaal steeds meer naam beginnen te maken
- er komt een busverbinding tot stand tussen Winterswijk en Essen (Ruhrgebied). De bus rijdt 4x per dag en heeft een aansluiting met Enschede en Deventer.
- er komt geld beschikbaar voor een verbouwing en uitbreiding van Natura Docet in Denekamp
- ondanks protest van de gemeente Borne wordt het lokale waterleidingbedrijf ‘genaast’ door de Waterleidingmij Overijssel
- Holten handhaaft goede zeden. De gemeenteraad bepaalt dat er op kampeerterreinen opgetreden moet worden tegen ‘juffrouwen van de vlakte’, ‘de zomerkledij met de korte broekjes vormen een en al verleidelijkheid, die controle nodig maken’.
Tot slot een artikel over de Almelose Braderie, de eerste in Nederland, met bloemencorso, cabaret, orkesten, wedstrijden etc. die landelijke bekendheid genoot en honderdduizenden bezoekers trok. Hieronder de tekst van het artikel:



Braderie

BRADERIE! - Dit magische woord opent voor jong en oud in en om de derde stad van Twente een nieuwe, tot 1950 onbekende wereld van muziek en vrolijkheid, van kleur en vlaggen en ongebreidelde spontaneïteit. Dit driedaagse wereldje vol amusement trekt telkenjare weer vele duizenden uit alle oorden; het kan niet anders. En die duizenden van elders worden meegesleept in de feestvreugde, die door de zwaarste zomerbui niet te blussen valt; zij worden meegesleurd in de roes van Almelo's Braderie, waarvan de voorbereidingen verankerd liggen in vergaderingen en conferenties, die in totaal vele honderden uren in beslag nemen!

Het grote uur U .....
De spanning rond die voorbereidingen leidt tot een climax, die zo ongeveer bereikt wordt rond het grote uur U, het middernachtelijk geboorteuur van de eerste Braderiedag. Wat daarvoor gebeurt, blijft voor de honderdduizenden bezoekers verborgen achter 'n ondoordringbaar waas van geheimzinnigheid. Geen outsider zal ooit de sfeer leren kennen van de werkplaatsen der Almelose Braderie, noch de spanning in de conferentiezaal, waar het stramien voor het naderende
winkelfeest wordt uitgetekend of de nervositeit van de deelnemers, die met een primeur denken te komen en over hun denkbeeld waken als een hen over haar kuikens.
En als al die spanning van vele maanden dan eindelijk tot het hoogtepunt is opgevoerd, als elk plannetje tot in details is uitgewerkt, als alle hulptroepen door organisatoren en deelnemers gerequireerd zijn, als dan de torenklokken van Almelo de Zondag uitluiden en de eerste slag van twaalf de nachtelijke stilte van Zondag op Maandag verbreekt, floepen de lichten aan in Almelo's winkelstraat, die in vijf minuten tijds herschapen wordt in één grote openluchtwerkplaats. Op dit uur aanschouwt een nieuwe Almelose Braderie het levenslicht.

Koffie, koffie ....
Op een nacht als deze bewijst het kommetje koffie zijn bestaansrecht. Want tussen het geklop en gehamer op de Almelose trottoirs klinkt de roep: “Koffie, koffie….” De koffie moet de slaap verdrijven en vormt dientengevolge een van de belangrijkste bondgenoten in de strijd tegen de vermoeidheid.
De volgende morgen, als Almelo ontwaakt, moet de Braderie gereed staan en moeten alle sporen van de voorbereidende arbeid zijn uitgewist. Dan zijn al die timmerlieden plotseling weer veranderd in keurig geklede ofwel potsierlijk uitgedoste winkeliers, die hun kunstig uitgestalde waren aan de man moeten brengen.
Drie dagen lang is daarna de rust in de textielstad verstoord. Bij duizenden stromen zij de stad binnen, de feestvierders van elders, in auto's, met bussen en per trein om in Braderiestad de boel op zijn kop te komen zetten.

Waarom Almelo?
Waarom nu juist in Almelo?, vraagt men zich elders in het land af. Waarom kan Almelo elk jaar opnieuw met zoveel succes een Braderie organiseren, terwijl het initiatief in andere plaatsen, waar het voorbeeld van Almelo gevolgd werd, op een fiasco uitliep? Het antwoord is vrij eenvoudig: Almelo leent zich in elk opzicht bij uitstek voor een winkelfeest als dit. De structuur van de binnenstad met zijn aaneengesloten winkelfront is precies, wat de Braderie vereist. Doch daarnaast is de organisatie van de Almelose Braderie van dien aard, dat het welslagen van het verkoopfeest reeds bij voorbaat gegarandeerd kan worden. En juist aan deze organisatie heeft het elders nog wel eens ontbroken.
Almelo heeft in 1950 de primeur van de Braderie in Nederland gebracht in navolging van het gelijknamige, jaarlijkse feest in de Zwitserse stad Biel. Mr J.M. Ravesloot, burgemeester van Almelo, heeft het plan van de Braderie in zijn eigen stad geïmporteerd en hij heeft, naar gebleken is, een geslaagde greep gedaan!

Uniek gebeuren
Dit jaar zal Almelo zijn vierde Braderie gaan vieren op 6,7 en 8 Juli. Van een rijke historie is dus nog geen sprake, de traditie moet nog gevestigd worden. Maar die deinende mensenzee, die elk jaar weer door Almelo's grote winkelstraten golft in de eerste dagen van Juli, deze duizendkoppige massa legt het begin van de traditie.
Almelo en Braderie, het is immers reeds bezig een begrip te worden? Jan de Cler schreef twee jaar geleden het Almelose Braderielied en geen jongen of meisje, geen man of vrouw in deze stad, die de melodie niet kent. De Braderie-Expresse, het gezellige, aan alle kanten uitpuilende treintje davert van links naar rechts door het feestende, kleurige rayon.
Terecht is iedere Almeloër trots en tevreden, als zijn Braderie geprezen wordt als een unieke gebeurtenis. Het is niet alleen een feest van fleur en gratie, het is boven alles een waardig evenement, waarin geen wanklank wordt gehoord en dat tot het laatste moment een sfeer bewaart, waarin iedereen zich thuis moet voelen. En daarom zal Almelo zijn Braderie niet meer willen missen!
Gerard Trebert

zondag 22 mei 2011

Topografische kaart van 1849 (3): Kuinre, Blankenham, Blokzijl

Een van de meest bijzondere kaarten uit de Overijssel Collectie is de Topografische kaart van Overijssel, 1849, vervaardigd in opdracht van de provincie Overijssel. Door de systematische kartering door het Kadaster en triangulatie van Krayenhoff konden er toen voor het eerst kaarten op grote schaal gemaakt worden, die ook nog nauwkeurig waren. Deze kaart was de eerste kaart van Overijssel, waarop o.m. gedetailleerd grondgebruik en administratieve grenzen werden weergegeven. De kaart is in 32 katernen op linnen geplakt.
Deze kaart, die vrij zeldzaam is, verscheen zo'n tien jaar eerder dan de bekende Topografische Militaire Kaart.
Hieronder twee katernen Noordwest Overijssel, het gebied rond Kuinre, Blankenham, Blokzijl.





In dezelfde tijd dat deze kaart tot stand kwam gaf A.J. van der Aa zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden uit (1839-1851) met topografische beschrijvingen. Dit 13-delige woordenboek is tegenwoordig full-text op Google Books te vinden.

Van steden, dorpen en zelfs veel gehuchten, maar ook van rivieren en andere geografische namen is in dit naslagwerk een beschrijving te vinden, die de toenmalige situatie weergeeft. Enkele voorbeelden:
Kuinre
Blankenham
Blokzijl

donderdag 19 mei 2011

Bekende Overijsselaars van toen (2): Tollien Schuurman, atlete: carrière geknakt door oorlog

Aan de gezamenlijke website van HCO, OBD en SAB www.wieiswieinoverijssel.nl worden regelmatig biografieën toegevoegd. In deze rubriek personen die in hun tijd vaak de krant haalden, maar nu (vrijwel) vergeten zijn. Vandaag Tollien Schuurman.

Tollien Schuurman uit Windesheim was een atlete die in eerste helft van de jaren dertig van de twintigste eeuw op jeugdige leeftijd wereldrecords vestigde op de 100 en 200 meter. In 1936, op 23-jarige leeftijd, weigerde zij uit protest tegen het uitsluiten van Joden deel te nemen aan de Olympische Spelen in Berlijn. Zij zette toen een punt achter een atletiekcarrière die eigenlijk al in de kiem gesmoord werd.



Tollien Schuurman werd op 20 januari 1913 geboren in het Drentse Wateren. Haar vader werd in 1916 benoemd tot hoofd van de lagere school in Rottevalle bij Drachten. Hier groeide Tollien op. Ze was sportief aangelegd en werd lid van de gymnastiekvereniging waar ’s zomers aan atletiek werd gedaan en ’s winters geturnd werd. Tollien toonde over veel (sprint)snelheid te beschikken. Als 17-jarige liep ze in 1930 bij de Friese atletiekkampioenschappen de 100 meter meteen in een nationaal record. Ze bleek een echt natuurtalent en werd datzelfde jaar toegevoegd aan de nationale ploeg voor de wereldkampioenschappen in Praag, waar ze tweede werd op zowel de 100 als de 200 meter. Een uitgebreide huldiging in Drachten viel haar ten deel. Ondanks haar zeer jeugdige leeftijd evenaarde ze dat jaar ook nog het wereldrecord, dat al een paar jaar met 12.0 seconden in handen was van de Amerikaanse Betty Robinson.

Op 1 januari 1932 verhuisde het gezin Schuurman naar Windesheim bij Zwolle, waar haar vader hoofd werd van de openbare lagere school. Zwollenaar Jan Britstra, met wie ze het heel goed kon vinden, werd haar trainer. In 1931 verbeterde ze het wereldrecord op de 100 yards, dat echter niet werd erkend. Alleen records op meterafstanden kwamen voor erkenning in aanmerking. Een jaar later verbrak ze dan toch als eerste vrouw ter wereld de twaalf seconden grens en liep ze in Haarlem een wereldrecord in 11.9 seconden. Door deze prestaties kwam ze uiteraard in aanmerking voor deelname aan de Olympische Spelen in 1932 in Los Angeles. Ze werd beschouwd als Nederlands grootste troef voor een gouden medaille. Haar trainer Jan Britstra mocht aanvankelijk mee op eigen kosten, zou later tegen een halve vergoeding mee kunnen en uiteindelijk besliste de KNAU dat hij niet mee mocht. Een grote teleurstelling voor Tollien. Haar ouders waren des duivels, maar er viel niets tegen te doen. Het is nooit duidelijk geworden wat of wie de oorzaak is geweest van de afwijzing van Britstra. Uiteindelijk besloot Tollien zich toch aan te sluiten bij de kleine Nederlandse Olympische ploeg. De voor haar onbekende Jan van der Putte zou als haar trainer/masseur fungeren.
De Spelen in Los Angeles liepen uit op een teleurstelling. Tollien won haar serie, maar overleefde de halve finales niet. Na een eerste valse start vloeide het toch al schaarse zelfvertrouwen helemaal weg en liep ze een voor haar doen slechte tijd. Haar schoeisel was bovendien niet geschikt voor de ondergrond van geperste turf, waarin ze geen kuiltje kon maken voor de start, zoals ze in Nederland gewend was. Met de damesestafetteploeg wist ze als laatste loopster nog veel terrein goed te maken, maar het was niet voldoende voor een medaille. Tollien schreef later haar mislukte Olympische optreden mede toe aan het gemis van haar trainer Britstra: ‘Ik kwam van het platteland en dan sta je plotseling in de wereldse grootheid van Amerika. Ik was jong en onervaren en voelde mij alleen. Britstra kende mij volkomen en ik hem. Hij zou mij op mijn gemak hebben weten te stellen, zoals hij dat altijd deed’.
Uiteindelijk was ze ruim twee maanden onderweg geweest – de reis per boot en trein duurde bijna vier weken - voor een Olympisch optreden van totaal enkele tientallen seconden.


Foto: Tollien Schuurman en Chris Berger, beiden Nederlands kmpioen sprint in 1933

In 1933 pikt ze de draad weer op en loopt in Brussel een wereldrecord op de 200 meter in 24.6. Ook in 1934 blijft ze uitstekend presteren: ze wordt Nederlands kampioen op de 100 en 200 meter en bij het verspringen, bovendien evenaart ze nog eens haar wereldrecord. In 1935 komt ze het gehele jaar niet in actie wegens een spierblessure. In 1936 is ze weer helemaal terug en wordt opnieuw beschouwd als Nederlands grootste kanshebber op een Olympische medaille, zowel op de sprintafstanden als bij het verspringen. Maar Tollien begint steeds meer te twijfelen of ze wel mee moet doen. Thuis wordt er veel gediscussieerd over de politieke situatie. Haar ouders zijn lid van de SDAP en moeten uiteraard niets hebben van Hitler en zijn nazistische beweging. Wanneer bekend wordt dat Joden worden uitgesloten van de Spelen, besluit ze niet te gaan. Ondanks een hetze in De Telegraaf en hoog bezoek aan huis van KNAU-officials blijft ze bij haar besluit. Haar plek wordt ingenomen door de jonge Fanny Koen, die een paar jaar later zou trouwen met de nationale atletiek trainer Blankers. De KNAU-top werd later nogal wat NSB-sympathie verweten. De hele affaire leidde er toe dat Tollien besloot al op 23-jarige leeftijd, terwijl ze in de vorm van haar leven was, een punt te zetten achter haar atletiekcarrière.

Tollien Schuurman verhuist naar Apeldoorn en wordt tandartsassistente. Later begint ze een eigen praktijk als pedicure. Aan het eind van de oorlog wordt Rein Mulder, de man van haar vriendin, gefusilleerd. In 1948, in dezelfde week dat Fanny Blankers-Koen in Londen haar triomfen viert, haalt Tollien nogmaals het nieuws wanneer ze met Marijke Mulder en haar kinderen op Vlieland vakantie viert. Door adequaat optreden (ze trok de sprint van haar leven) redt ze twee schoolkinderen van de verdrinkingsdood. ‘Dat die twee kinderen bleven leven maakte me blijer dan het winnen van de gouden medailles’, zou ze later zeggen.
Na haar sportieve carrière zegde ze de sport niet vaarwel. Ze was mede-oprichtster van de Apeldoornse atletiekvereniging Olympic. Ze werd er ook trainster. Zelf bleef ze actief door te zwemmen en te tennissen. Tijdens een interview, toen ze 75 was en inmiddels in een huisje in Elspeet woonde, toonde ze wederom haar bescheidenheid. Eigenlijk vond ze het interview niet nodig, want veel te melden had ze niet. Toch werd haar toen de uitspraak ontlokt dat ze achteraf toch wel graag had willen weten hoe ze op andere atletiekdisciplines zou hebben gepresteerd. De oorlog en de schaduw die veroorzaker ervan vooruit had geworpen had haar in de weg gezeten.
Tollien Schuurman bleef ongehuwd en overleed op 81-jarige leeftijd op 29 januari 1994. In 1998 werd een nieuwe atletiekaccommodatie in Drachten uit eerbetoon naar haar genoemd.

zondag 15 mei 2011

.... en feest!


Foto: 4 uur geleden genomen, de bus is rond middernacht nog niet halverwege de route.

Het is bijna middernacht en in Enschede zijn nog duizenden mensen op de been om langs de singels de spelers toe te juichen. De bus wordt rond 02.00 op de eindbestemming verwacht. Alles rechtstreeks te volgen op RTVOost!
Dit maakt veel goed. Prachtig seizoen voor FC Twente, je kunt niet alles hebben en zo denkt de Enschedese bevolking er ook over.

Klote!



Ik had het elke club gegund, dat kampioenschap, maar uitgerekend niet de Arrogante Football Club Ajax.
Het begon al voor de wedstrijd. Koop je voor 6 euro een kaartje bij Eredivisie Live (waarom wordt zo’n wedstrijd niet voor iedereen uitgezonden!), log je in en dan staat daar letterlijk de mededeling: ‘het stadion is vol’.
Ga je snel op de fiets naar het marktplein in Hengelo waar een groot scherm is neergezet. Twente is in alle opzichten beter dan Ajax, maar als zo vaak wint niet altijd de beste ploeg. Net als Ajax op instorten staat, komt er een spaarzame uitval en wordt het 3-1. Nog een kwartier te gaan. Als even later Theo Janssen met alles en iedereen begint te bakkeleien weet je dat het gedaan is.
Nog iets positiefs te melden over Ajax? Ja, Siem de Jong schoot zijn doelpunten er mooi in. Hij kon wel een broer zijn van Luuk…
Gelukkig heb ik nog van die hierboven afgebeelde halve liters staan. Ga ik maar eens aan beginnen, misschien dat dat helpt.

zaterdag 14 mei 2011

Muziek uit het oosten (38): Twentse jazzgeschiedenis: Hot Dogs met Almelo Suite (1981)

Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.


The Hot Dogs was/is een legendarische Almelose jazzband. Ze treden nog steeds op onder de naam Original Hot Dogs en al meer dan dertig jaar grotendeels in dezelfde samenstelling.
Precies dertig jaar geleden in 1981 werd de LP Almelo Suite opgenomen, waarvan de nummers alle door Johan Bijkerk, toen zelf pianist bij de Hot Dogs, gecomponeerd zijn. Jazzsuites zijn er niet zo veel. De Almelo Suite bevat impressies van een wandeling van het huis van Johan Bijkerk naar het centrum van Almelo. Op dezelfde plaat staat ook de Nice Suite, een ode aan de Franse badplaats en speciaal het jazzfestival daar.
Een zeer bijzondere plaat die door Hans Koert op zijn weblog Keep Singing uitgebreid besproken wordt. Grappig is dat deze plaat uit zijn eigen verzameling oorspronkelijk afkomstig is uit de collectie van de voorganger van de OBD – waarschijnlijk ooit gekocht bij een opruimactie van de bibliotheek. Een exemplaar met hetzelfde stempel heb ik deze week op de draaitafel gehad. Hij noemt de muziek (eigenlijk nog steeds) nieuw en fris, mede dankzij o.a. het gebruik van instrumenten die qua klankkleur ver uiteen liggen.

Kijk op YouTube voor de overige stukken: De Gravenallee – Het Kasteel, De moskee, De Citypromenade, Het Kolkje, Het Kerkplein, Mr. Chairman en Deern, ik mag oe so geern. Toets dan in: hot dogs almelo suite of op de titels afzonderlijk.

donderdag 12 mei 2011

Tip voor wandelaars: Tubbergen wandelgemeente van het jaar

Het wandeltijdschrift met de toepasselijke naam Te Voet heeft Tubbergen uitgeroepen tot wandelgemeente van het jaar. Tubbergen liet in de finale van de verkiezing de gemeenten Bergeijk en Texel achter zich.


(foto: Frans Nikkels - Twentsche Courant Tubantia)

De motivatie voor de keuze:
‘De titel Wandelgemeente van het Jaar is naar Tubbergen gegaan, omdat de gemeente een uitgebreid wandelnetwerk heeft opgezet dat zich tot buiten de gemeente- en landsgrenzen uitstrekt. Wandelpaden worden meerdere keren per jaar gecontroleerd en kwalitatief goede wandelingen over onverharde paden zijn met een kaart van het wandelnetwerk Twente makkelijk samen te stellen. Tubbergen beschikt over meerdere themawandeltochten die ook te wandelen zijn onder leiding van een gids. Ook heeft de gemeente het afgelopen jaar tien schuilhutten en ruim honderd nieuwe bankjes langs wandelroutes geplaatst.’
Daarnaast spreekt de wandelroute over de Manderesch de redactie bijzonder aan. De vrijwel onverharde route zoekt de rand van de bewoonde wereld in een krimpend landschap gescheiden door houtwallen, bosjes en grensstenen. De wandeling is archeologisch interessant vanwege de grafvelden, geologisch boeiend door de stuwwallen en springt er ecologisch uit vanwege de jeneverbes en het vliegend hert, een zeldzame vliegende kever.

Wandelliefhebber? Kijk hieronder voor meer informatie:

Wandelroutes in Tubbergen

VVV Tubbergen

Kuierroutes

dinsdag 10 mei 2011

110.000 luchtfoto’s Tweede Wereldoorlog online, helaas alleen tegen betaling



Wat zou het mooi zijn geweest, zoveel foto’s van zestig jaar geleden, gratis te bekijken. Maar dat is inderdaad te mooi om waar te zijn. Ik ben wat aan het experimenteren geweest – knippen, plakken, vergroten – en het resultaat hierboven is het beste resultaat. Helaas erg vaag. Het betreft een gebied ten zuiden van Borne. De kleigaten zijn te herkennen, de Spanjaardswijk in Borne ook, maar niet gedetailleerd. Je hebt er weinig aan zo. Je kunt natuurlijk wel afdrukken bestellen, in alle soorten en maten, ook ingelijst. Maar daar moet je flink voor betalen. Het begint met € 29,95, een vergroting van 70x83 kost € 109,95.

maandag 9 mei 2011

Regionale uitgaven 2011-9

Rubriek met aanschafinformaties voor collectioneurs/collectievormers in de bibliotheken van Overijssel, maar uiteraard ook voor iedere belangstellende.
Ga voor bestellingen (bibliotheken) naar Bicat – Titels en exemplaren – Bestelbeheer – NBD – Aanbod en bestellen – IAI’s – Week 2011-19

Deze keer een flink aantal titels, waarvan de meeste alleen lokaal interessant zijn.

Enkele ‘regionale’ boeken zijn de afgelopen weken aangeboden door de NBD:
Hellehonden van Jan en Sanne Terlouw (bestelnr. 2010470952)
Vancouver 210210: zonder strijd geen overwinning, de biografie van Mark Tuitert (bestelnr. 2011083582)

Speciale aandacht voor De Afstammeling: de jacht op een eeuwenoud handschrift, een soort ‘Deventer Da Vinci Code’, geschreven door Almar Otten. Weinig bibliotheken schaften dit boek, dat mooie recensies kreeg, tot nu toe aan. Ten onrechte, al was het maar omdat de Athenaeumbibliotheek een belangrijke rol speelt in het verhaal. Lees wat ikzelf en mijn collega’s Mark Deckers en Willie Verhoef over het boek schreven.
(NBD bestelnr. 2010471493)



IAI’s 2011-9

Aan de monding van de Grote Aa : het havenfront van Zwolle / Jan ten Hove & Michael Klomp ; [red.: Hemmy Clevis]. - Zwolle : Stichting Promotie Archeologie, 2011. - 168 p. – ISBN 9789089320417. - € 22,50



Bijzonder fraai uitgevoerde publicatie over de geschiedenis van het Rodetorenplein en omgeving in Zwolle. Aanleiding voor het boek vormden de recente archeologische onderzoeken, die deels nieuwe inzichten over de geschiedenis van dit gebied opleverden. Jan ten Hove, onder meer auteur van het standaardwerk Geschiedenis van Zwolle, beschrijft de verschillende functies die deze van oorsprong aangelegde landtong in de loop van de geschiedenis heeft gekend. Lange tijd vormden het Rodetorenplein en de daarachter gelegen Melkmarkt het economisch hart van de handel in Zwolle.

Canon van Ootmarsum / met medew. van Peter Baanstra ... [et al.]; onder red. van Hans van Benthem ... [et al.]. - Ootmarsum : Vereniging Heemkunde Ootmarsum en Omstreken, 2011. - (...) p. – ISBN 9789073965294. - € 17,50



Vijftig vensters op de geschiedenis van het oude stadje, vroeger één van de belangrijkste plaatsen van Twente, tegenwoordig vooral toeristisch belangrijk. De canon is ook te vinden op de website Canon van Overijssel.

Burgervader in Staphorst : Frederik Allard Ebbinge Wubben (1791-1874) en zijn omgeving / K. Tippe. - Staphorst : Historische vereniging Staphorst, 2011. - 472 p. – ISBN 9789078914020. - € 26,50



Z.g. ‘handelseditie’ van het eerder uitgegeven proefschrift van Klaas Tippe over F.A. Ebbinge Wubben (1791-1874), die burgemeester van Staphorst was, maar ook notaris, historicus, (liberaal) Statenlid, kortom een belangrijke figuur in zijn tijd. Het boek geeft ook een goede beschrijving van het leven van gewone mensen op het Overijsselse platteland.

Staphorst volgens Dirk Kok / [fotogr. en tekst: Dirk Kok]. - [Zwolle] : d'jonge Hond, 2011. – ISBN 9789089102942. - 105 p. - € 19,95



Beheerder van de Staphorster Museumboerderij en streekdrachtkenner Dirk Kok, maakte vanaf 1975 foto’s van Staphorst en de Staphorsters. Een deel van deze foto’s worden weergegeven in dit boek. De nadruk ligt op foto’s van (veranderende) klederdracht.

Aa-landen : een geschiedenis in rood, groen en blauw / Frank Inklaar. - Zwolle : Uitgeverij Waanders [etc.], cop. 2011. - 96 p. – ISBN 9789040077869. - € 14,95



De Aa-landen in Zwolle was het antwoord op de wederopbouwwijken uit de jaren vijftig en zestig, die overzichtelijk en vooral eentonig waren. De ‘bloemkoolwijken’ (qua vorm), waar Aa-landen toe gerekend kan worden, kenmerkten zich door woonerven, autoluwe straten, veelvormigheid, gezochte grilligheid, speelveldjes, rustiek beplante hoekjes. Door sommigen wordt deze stijl bestempelt tot ‘nieuwe truttigheid’. Intussen heeft ook deze wijk alweer een geschiedenis, die wordt beschreven door Frank Inklaar en is voorzien van veel ‘historische’ foto’s.

De dood in het donker / Sanne Klok. - [S.l.] : mijnbestseller.nl, 2010. - 160 p. – ISBN 9789491080135. - € 16,95



Flaptekst: Een burenruzie, een ontsnapte gevangene, zedenmisdrijven uit het verleden, twee moorden in de avond.... Ingrediënten voor een spannende thriller die zich afspeelt in Deventer. Hoofdrolspeelster Agnes, politieagente, gaat onverschrokken op jacht naar de dader. Zaken uit het verleden, zedenmisdrijven, worden weer opgepakt. Emoties bij vroegere slachtoffers komen weer bovendrijven.

Anekdotes uit 100 jaar Vilsteren / met medew. van Erna Ekkelkamp ... [et al]. - Plaatselijk Belang Vilsteren, 2011. - 74 p. - € 11,25



Vijftien inwoners van Vilsteren vertellen hun levensverhaal, en daarmee een stukje van de geschiedenis van dit dorpje in de Vechtdalvallei, waar vroeger het leven werd bepaald door de landheer en de pastoor.

Heldern kats in 't plat : 14 schrievers -25 gedichten -20 verhaaln in de streektaal. - Nijverdal : Uutgeverieje 'n Boaken, 2011. - 64 p. – ISBN 9789076272221. - € 12,50



Bundel verhalen en gedichten van auteurs uit de gemeente Hellendoorn.

Mijn herinneringen aan de oorlogsjaren / Frits van Buren. - Hellendoorn : [Frits van Buren], 2011. - 28 p.



Naar aanleiding van bezoeken aan het Memory International War Museum te Nijverdal heeft Frits van Buren (Hellendoorn) zijn herinneringen aan de oorlog op papier gezet. Deze herinneringen zijn aangevuld met wat de auteur later gehoord en gelezen heeft.

Wandelen in Hanzestad Oldenzaal / Christine Welman. - Oldenzaal : Welman Consultancy, 2011. - 31 p. – ISBN 9789081690010. - € 14,95



Wandelen in Hanzestad Oldenzaal is het eerste deel in de reeks 'wandelen in Hanzesteden' en zal worden gevolgd door andere steden. Naast de wandelroute wordt in dit boekje meer over de geschiedenis van Oldenzaal verteld.

zondag 8 mei 2011

De Afstammeling van Almar Otten, de ‘Deventer Da Vinci Code’



Na de ‘Twentse Da Vinci Code’, geschreven door vader en dochter Terlouw in één keer te hebben uitgelezen, ben ik dit weekend begonnen aan de ‘Deventer Da Vinci Code’: De Afstammeling van Almar Otten. Ook dit boek heb ik in één keer uitgelezen. Voorlopig de laatste thriller voor mij, het vreet tijd.
Beide boeken bevatten nogal wat ongeloofwaardige ontwikkelingen binnen het verhaal, maar dat is inherent aan fictie. De vaart die in het verhaal zit, de plot en het willen weten hoe het afloopt, maken van beide boeken ‘pageturners’. Daarmee houdt de vergelijking op. Hellehonden van de Terlouws is een ‘folkloristische thriller’, die speelt in Twente. De Afstammeling is een echte historische thriller, die overigens voor een groot deel wel speelt in het Deventer van nu, waarbij de Athenaeumbibliotheek – een bekende plek voor bibliothecarissen - een belangrijke plek inneemt in het verhaal.

De Afstammeling gaat over een luie en arrogante Utrechtse professor, zijn in allerlei avonturen verzeild rakende promovendus, die zonder het te beseffen een grote ontdekking doet, een medewerkster van de Athenaeumbibliotheek, die de mysterieuze dood van een vriend probeert op te lossen en (oer)oude Duitse adel. Die Duitse (en noordoost-Nederlandse) adel stamt nog af van de Saksen. Het boek begint met de beschrijving van de veldslag waarbij duizenden Saksers door het Frankische leger van Karel de Grote over de kling gejaagd worden. Een monnik (Lebuinus) is aanwezig bij de veldslag en waarschuwt de Saksische leider Widukind, de stamvader van een Duitse edelman, die terugverlangt naar een groot Saksisch rijk. Meer zal ik niet verklappen, lees zelf maar.

Een half jaar geleden las ik het boek Terug naar de ware Lebuïnus van Dirk Otten (de vader van Almar Otten) over de roekeloze missionaris Lebuinus, die zich in het hol van de leeuw waagde, toen hij een vergadering van Saksische stamhoofden bijwoonde. Een intrigerend boek, waarin de auteur het leven van de stichter van Deventer schetst met weglating van alle verzonnen toevoegingen uit de ‘vitae’ over Lebuïnus uit latere eeuwen.
Onlangs las ik een artikel over de Ridder van Borne, wiens graf een aantal jaren geleden gevonden was, en die omstreeks 800 begraven moest zijn. Wie was deze ridder, was het een bekeerde Sakser, een Frankische ruiter? In ieder geval waren het roerige tijden in de tweede helft van de achtste eeuw in onze contreien. Dat blijkt ook uit het proefschrift Wonen in een grensgebied van H.M van der Velde, waarin wordt beschreven hoe recent archeologisch onderzoek, met gebruikmaking van moderne specialistische onderzoekstechnieken, heeft geleid tot nieuwe inzichten over de geschiedenis van Oost-Nederland. Ook in dit boek komt naar voren dat de genoemde periode heel belangrijk is geweest en het verloop van de geschiedenis sterk beïnvloedt heeft.

Opvallend, zoveel recente literatuur over juist deze periode, de tijd van de hardhandige kerstening van de Saksers. Veel is er nog onbekend over deze tijd, over de precieze plekken en het verloop van de grote veldslagen die hebben plaatsgevonden in het Teutoburgerwoud en omgeving. Een fantasierijk scenarioschrijver zou het script voor een prachtige film over dit onderwerp kunnen schrijven. Hiermee kom ik weer op het boek van Almar Otten. Is het toeval, dat ik in zo korte tijd zoveel ben tegengekomen over een onderwerp waar ik tot dan weinig over wist. Toeval bestaat niet, zou één van de hoofdpersonen uit De Afstammeling zeggen. Overal is een verklaring voor als je het zoeken ernaar maar niet opgeeft. En als lezer wil je ook weten hoe het zit, daarom blijf je lezen, aan één stuk door tot het eind. De recensies over het boek zijn behoorlijk positief. Almar Otten wordt zelfs vergeleken met Dan Brown. Nou heb ik nog nooit iets van Dan Brown gelezen, zelfs de Da Vinci Code niet, dus of dat juist is kan ik niet beoordelen.

vrijdag 6 mei 2011

Het Twentoldrama



Er zijn veel verhalen voorbijgekomen de afgelopen dagen over de Tweede Wereldoorlog. Over mensen die de oorlog wel of niet overleefd hebben, vaak ging het om geluk of pech. Eén van de meest dramatische verhalen die ik ken en waarover Ester Smit schrijft op de website Historiën is de gebeurtenis die in Deventer bekend staat als het Twentol-drama.
Wat is het dat dit verhaal zo extra dramatisch maakt? De hoofdrolspelers, die een heldendaad wilden verrichten, werden drie kwartier voordat de gehele stad bevrijd was, geëxecuteerd. Tijdens de executie kon men in de verte de Canadese tanks al zien naderen. Het ging om jonge studenten, die ongetwijfeld al gefantaseerd hadden over een mooie toekomst in vrijheid. De foto van de enige vrouw die bij de verzetsactie betrokken was, die is genomen toen ze opgebaard lag in de Lebuïnuskerk, maakt een onuitwisbare indruk. Die foto van een jonge vrouw met twee kogelgaten in haar slaap maakt het drama compleet.
Lees hier het hele verhaal.

Nogmaals Hellehonden van Jan en Sanne Terlouw



Onlangs schreef ik over het fenomeen ‘regionale thrillers’ en het feit dat bijvoorbeeld thrillers worden geschreven, spelend in Twente, die mede tot doel hebben de streek te promoten, en bij een Twentse streekproductenfair zo naast de Twentse beschuit en leverworst gelegd kunnen worden.

Ik lees veel boeken over regionale en lokale onderwerpen. Non-fictie. Overijsselse fictie kom ik niet doorheen ondanks vele pogingen. De reden dat ik meestal niet verder dan een paar bladzijden kom zijn verschillend: boek is te dik (ben langzame lezer), boeit niet, gebrekkige schrijfstijl, onderwerp niet interessant etc. Toen ik aan Hellehonden van Jan & Sanne Terlouw begon verwachtte ik na een half uur wel weer uitgelezen te zijn, zoals gebruikelijk. Maar nee, het verhaal boeide meteen. De eerste moord speelde zich af op een plek vlakbij mijn woonplaats, het gazon waarop het lijk lag zag ik zo voor me. Ik bleef lezen in het boek – tot het einde. Ik heb er Pauw & Witteman voor laten schieten, want ik wilde echt op dat moment weten hoe het afliep. Ik kan niet oordelen over literaire waarde e.d., daar lees ik te weinig fictie voor. Een vegetariër doet ook niet mee aan een hamburgertest. Maar ik heb genoeg gelezen om te kunnen vaststellen dat het boek goed geschreven is. Ik ben het eens met de recensent, die o.a. het volgende beweert: ‘het boek leest lekker weg; het taalgebruik is helder; er bestaat een mooie balans tussen dialogen en korte samenvattingen van wat er besproken is; vader en dochter Terlouw houden de vaart er gedurende het hele verhaal goed in’.
Kortom, ik heb het boek met veel plezier gelezen en wil met dit stukje wat tegengas geven aan mijn eigen wat cynische eerdere blogpost over thrillers en streekpromotie.

Wie nog een interview met Jan en Sanne Terlouw op Radio1 over Hellehonden wil beluisteren kan hier terecht.

donderdag 5 mei 2011

Topografische kaart van Overijssel 1849 (2)

Een van de meest bijzondere kaarten uit de Overijssel Collectie is de Topografische kaart van Overijssel, 1849, vervaardigd in opdracht van de provincie Overijssel. Door de systematische kartering door het Kadaster en triangulatie van Krayenhoff konden er toen voor het eerst kaarten op grote schaal gemaakt worden, die ook nog nauwkeurig waren. Deze kaart was de eerste kaart van Overijssel, waarop o.m. gedetailleerd grondgebruik en administratieve grenzen werden weergegeven. De kaart is in 32 katernen op linnen geplakt.
Deze kaart, die vrij zeldzaam is, verscheen zo'n tien jaar eerder dan de bekende Topografische Militaire Kaart.
Hieronder twee katernen Noordwest Overijssel, het gebied rond Steenwijkerwold, Willemsoord, Paasloo.





In dezelfde tijd dat deze kaart tot stand kwam gaf A.J. van der Aa zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden uit (1839-1851) met topografische beschrijvingen. Dit 13-delige woordenboek is tegenwoordig full-text op Google Books te vinden.

Van steden, dorpen en zelfs veel gehuchten, maar ook van rivieren en andere geografische namen is in dit naslagwerk een beschrijving te vinden, die de toenmalige situatie weergeeft. Enkele voorbeelden:
Eesveen
Steenwijkerwold
Paasloo

woensdag 4 mei 2011

Bekende Overijsselaars van toen (1): Wim Peters, 36 jaar recordhouder hink-stap-sprong

Aan de gezamenlijke website van HCO, OBD en SAB www.wieiswieinoverijssel.nl worden regelmatig biografieën toegevoegd. In deze rubriek personen die in hun tijd vaak de krant haalden, maar nu (vrijwel) vergeten zijn. Vandaag Wim Peters.


Foto: Wim Peters tijdens de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam

Zwollenaar Wim Peters (1903-1995) behoorde tot de beste hink-stap-springers ter wereld. Zijn Nederlands record werd 36 jaar lang niet verbeterd. Ongelukkige Olympische optredens werden vergoed door een lange carrière met vele successen. Hij was Europees kampioen, meerdere keren winnaar van de open Engelse kampioenschappen en zestien keer Nederlands kampioen.
Wim Peters werd geboren in Meppel maar groeide op in de Zwolse wijk Assendorp, waar hij een onbekommerde jeugd had. Zijn ouders voeren beide op de nachtboot van Zwolle naar Amsterdam, zijn vader als hofmeester, zijn moeder in de keuken. Door hun werk waren ze vaak van huis en hield familie een oogje in het zeil. Wim, de jongste van de zes kinderen, was volgens eigen zeggen het verwende jongetje, ook al omdat hij vaak ziek was als gevolg van astma. De astma verdween in de pubertijd, waarschijnlijk als gevolg van de sportbeoefening waarvan hij bezeten was. Ondanks zijn goede leerprestaties zat voortgezet onderwijs er financieel niet in. Door avondstudie wist hij de nodige diploma's te behalen en kwam hij in dienst van de gemeente Zwolle, waar hij zijn leven lang als ambtenaar zou blijven werken; hij begon er als jongste bediende en eindigde als referendaris.

Zijn sportcarrière startte hij als voetballer bij PEC Zwolle, waar hij vanwege zijn snelheid goed als rechtsbuiten uit de voeten kon. Tijdens atletiekwedstrijden voor voetballers probeerde Wim de voor hem onbekende discipline hink-stap-sprong eens uit en sprong meteen een Nederlands record. Door nonchalant optreden van een wedstrijdcommissaris werd het record niet erkend, maar Wim werd meteen ingelijfd bij de atletiekafdeling van PEC. Na nog enkele goede prestaties nodigde de atletiekunie hem uit voor de Olympische Spelen in Parijs (1924). Hij was 21 jaar. Voor iemand uit zijn milieu was dit een buitenkans. De gemeente gaf hem extra-verlof. Hij werd achtste met een sprong van 13.86 meter.

Na zijn militaire dienst te hebben volbracht wist hij onder meer in Londen met een sprong van 15.48 meter het wereldrecord van de Amerikaan Aheam tot op enkele centimeters te benaderen. Voor de Olympische Spelen in 1928 in Amsterdam was hij dan ook voor veel Nederlanders favoriet. Bij zijn allereerste sprong ging hij ruim over de vijftien meter, maar het Britse jurylid stak de rode vlag omhoog. Bij de afzet zou Peters de balk hebben overschreden. Zelf is hij er altijd heilig van overtuigd geweest, dat dit niet het geval was. Het randje zand dat achter de balk was gelegd was onberoerd gebleven. De jury bleek echter onvermurwbaar en een zwaar aangeslagen Peters wist zich vervolgens niet bij de beste zes te plaatsen. Het heeft lang geduurd voor hij deze enorme teleurstelling te boven kwam.

De volgende Spelen vonden plaats in 1932 in Los Angeles. Opnieuw pech voor Wim Peters. Bij selectiewedstrijden scheurde hij zijn kniebanden als gevolg van abominabele springomstandigheden (losse graszoden). De KNAU liet hem buiten de Olympische ploeg. Peters gaf niet op en toonde uiteindelijk aan dat hij ondanks zijn knie toch een mooie afstand kon springen tijdens een wedstrijd. De medisch deskundige van het NOC keurde hem alsnog goed. Nu moest er nóg een struikelblok worden genomen: de financiën. Door de crisistijd was er voor een veertiendaagse reis naar Los Angeles, het verblijf en terugreis geen geld voorhanden. Via allerlei particuliere acties - de gemeente Zwolle liet het afweten - werd de benodigde 1500 gulden bijeengebracht. Hij bracht het tot een vijfde plaats op de Spelen, niet slecht, maar zelf was hij ontevreden. Zijn knie bleek tijdens de lange heenreis toch weer op te spelen (er zat water in de knie) en speelde hem parten tijdens de finale.

Prijzen behaalde Wim Peters wel. Dan wel niet bij Olympische wedstrijden maar wel bijvoorbeeld in Engeland, waar hij zes keer het open Engelse kampioenschap won.Hij kwam in meerdere Europese landen en genoot van de reizen. In het clubblad van PEC deed hij verslag van die reizen. In 1934 werd hij Europees kampioen in Turijn met een sprong van 14.89 meter. Een bijna evenaring van zijn record uit 1927 (15.48 meter) zag hij door een foutje aan zich voorbijgaan. Hij liep terug via de springbak en dat mocht reglementair niet. Het record uit 1927 zou hij zelf niet meer verbeteren maar 36 jaar lang lukte dat zijn opvolgers ook niet! Pas in 1963 sprong Henk Evers, ooit een pupil van Wim Peters, een nieuw record.

In 1936 werd hij nog steeds als een grote Nederlandse troef beschouwd bij de Olympische Spelen in Berlijn. Maar Wim Peters wilde niet, hij moest niets hebben van Hitler en zijn fascistische beweging. Peters werd daarop uitgesloten voor andere internationale wedstrijden door het bestuur van de KNAU waarin een aantal NSB'ers zaten. Op meerdere momenten gaf Peters blijk van zijn afkeer voor de NSB. Zijn weigering, als secretaris van PEC, om twee dochters van een NSB'er tot de club toe te laten was de druppel. Het kostte hem een een half jaar verblijf in Kamp Vught. Hij sprak er na de oorlog weinig over, maar hij onderhield in de oorlog nauwe contacten op het stadhuis met collega's die in het gewapend verzet zaten. In februari 1945 werd hij alsnog opgepakt, maar overleefde met het nodige geluk zijn gevangenschap.


Foto: Wim Peters op 81-jarige leeftijd (1984)

In 1948 werd hij, 45 jaar oud, nog tweede op de hink-stap-sprong bij de Nederlandse kampioenschappen, maar langzamerhand verlegde hij zijn activiteiten naar bestuursfuncties, zowel bij PEC als bij de KNAU, en gaf hij trainingen.
Hij voelde zich in Zwolle nogal miskend door de lokale overheid, die de sucessen van haar ambtenaar vaak genegeerd had - in tegenstelling tot de gewone Zwollenaar - en weigerde een lintje, dat hem ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag zou worden opgespeld. Daar kwamen ze voor hem te laat mee. Zijn weigering veroorzaakte nogal wat ophef, maar wierp geen schaduw op zijn leven, dat lang en gelukkig was geweest. Kort na de dood van zijn vrouw, met wie hij 63 jaar getrouwd was geweest, overleed hij op 30 maart 1995.