zondag 10 november 2013

Bekende Overijsselaars van toen (8): pastoor Veeger te Hertme

Het Openluchttheater heeft het kerkdorp Hertme bij Borne op de kaart gezet. Het is landelijk bekend door het Afrika-festival dat er jaarlijks plaatsvindt en regionaal bekend door allerlei andere opvoeringen, concerten en activiteiten, zoals de sinds kort weer jaarlijks op de agenda staande passiespelen. Het theater was er nooit geweest, als niet de Groningse pastoor Veeger in 1952 in Hertme een parochie dacht te vinden waar hij tot rust kon komen.

Foto: Pastoor Veeger in 1955

De pastoor was geen gewone dorpspastoor. Dat blijkt al bij zijn eerste preek in Hertme: ‘'Beste parochianen: jullie kunnen veel met me doen, maar ik ben geen hondje. Ik laat dus niet met me spelen'. Hij is een man die geen obstakels ziet op zijn weg naar een te bereiken doel en hij wordt omschreven als zijnde ‘een sterke, soms ook wel autoritaire persoonlijkheid’. In ieder geval is hij in het bezit van vele talenten. Zijn creativiteit kan hij kwijt in hobby’s als schilderen en boetseren, fotograferen en filmen. Hij is ook een entertainer. Zo brengt hij op allerlei avonden die zich daarvoor lenen een goochelprogramma van een uur, maar verstaat hij ook de kunst van het declameren. Als kapelaan trok hij al het hele land door met zijn voordrachten, die soms drie uur in beslag namen. Het waren stukken van onder meer Vondel, Guido Gezelle en Felix Timmermans. De liefde voor een andere passie, toneelspelen, brengt de pastoor ertoe plannen te maken voor een Openluchttheater in Hertme. Hij is er de man naar om het meteen groots aan te pakken. Het Openluchttheater moet een aanwinst worden voor heel Twente dus schakelt hij burgemeesters en industriëlen in om te helpen zijn plannen te verwezenlijken. Bentheimer zandsteen, nodig voor de bouw van het theater is nog wel verkrijgbaar in de steengroeven over de grens, maar is peperduur. Dus gaat hij samen met VVV-directeur Dick Wilmink de boer op in Twente. Door boeren werden stenen afkomstig van oude putten geschonken en de Koninklijke Weefgoederen Fabriek te Hengelo ruimde haar oude fabrieksgebouw op en schonk de pastoor een vloer. Deze leverde maar liefst tweehonderdvijftig vierkante meter aan Bentheimer steen op. Andere fabrikanten stelden werkkrachten en vrachtauto's beschikbaar. Een hoeveelheid van voor minstens f 30.000 aan Bentheimersteen werd opgehaald. Toen het ter plaatse was had het de kas nog geen honderd gulden gekost.

Met hulp van de Hertmese bevolking werd het theater gebouwd en kon in de zomer van 1953 voor het eerst Joseph in Dothan van Vondel worden opgevoerd, waarvoor spelers uit heel Twente werden opgetrommeld. Het volgende jaar met een natte zomer werd er vooral in de regen gespeeld voor weinig publiek, maar in 1955 kwam de doorbraak met de opvoering van Shakespeare’s Midzomernachtsdroom. De eerste voorstelling was met tweeduizend bezoekers meteen uitverkocht. In de Twentsche Courant verschenen lovende kritieken. Het vormde het begin van de eerste bloeiperiode van het Openluchttheater.

Foto: Spelmoment uit Shakespeare’s Midzomernachtsdroom

Passiespelen
De grootste wens van pastoor Veeger en zijn bestuur ging in 1957 in vervulling. Het passiespel dat in Nederland vanaf 1932 in Tegelen jaarlijks voor 15.000 toeschouwers werd opgevoerd en in het Duitse Oberammergau al vanaf 1633, kon nu ook in Twente aanschouwd worden. En zoals op de website van de Heemkundekundegroep Hertme vermeld staat: ‘Met zo'n 300 medewerkers(sters) en met pater Genesius O.F.M. Cap. als de Christusfiguur. Bussen vol met Duitsers komen kijken als de Passiespelen in het Duits worden opgevoerd in een vertaling van Jan Naaykens. Het kan niet anders zijn dat promotorpastoor Johan Veeger zich intens gelukkig voelt. Negen jaar lang wordt het lijden van Christus uitgebeeld in Hertme. De vele kleding die de acteurs en actrices nodig hebben, krijgt pastoor Veeger van de textielmagnaten die hij kent. Opvoeringen van De 'paradijsvloek' en 'Midzomernachtdroom' zorgen ervoor dat Hertme landelijke bekendheid geniet. En ieder in Hertme werkt mee’.

Na negen jaar – we zitten dan diep in de jaren zestig – loopt de belangstelling terug en geraakt het Openluchttheater in een dal waar het later mede door het Afrika-festival weer uitkrabbelt. Pastoor Veeger, nu vrijwel vergeten, behalve in Hertme, was gedurende een decennium een bekende Twentenaar.

Veel meer over pastoor Veeger is te vinden op de website van de Heemkundegroep Hertme.

Geen opmerkingen: