donderdag 15 mei 2014

De Kampense bibliotheek en de Drontense bosmoord

Hoewel een laatbloeier heeft de Kampense schrijver Jacob Vis al een omvangrijk oeuvre op zijn naam staan. Een flink deel van zijn boeken valt in de categorie thriller. Inspecteur Ben van Arkel en de IJsseldelta spelen vaak een belangrijke rol in zijn thrillers, die al diverse keren voor de Gouden Strop of de Diamanten Kogel werden genomineerd.

Tot 2001 was Jacob Vis, die Land- en Tuinbouw studeerde, werkzaam bij Staatsbosbeheer, waar hij zich daadwerkelijk met bosbeheer bezighield. Hij was geen ambtenaar achter een bureau maar ook geen boswachter, iets er tussenin. Zelf zegt hij: ‘Soms moest ik ook rapporten schrijven. Dat deed ik niet in ambtelijke taal, maar in mijn eigen stijl. Ik hou namelijk niet zo van protocollen. Dat viel goed en zo kwam eigenlijk mijn schrijverschap op gang.’
Dankzij het beroep dat hij had uitgeoefend raakte Jacob Vis betrokken bij de Drontense moordzaak. In 2004 vroeg een van zijn vroegere collega’s of hij een advocaat iets kon vertellen over de bodem vn het Reve-Abbertbos, gelegen tussen Dronten en Kampen. Vis was 30 jaar beheerder geweest van dit bos. In het bos was een lijk gevonden. De overledene zou levend begraven zijn. Dit laatste was onmogelijk, constateerde Jacob Vis, gezien de samenstelling van de bodem waarin het graf gedolven was. Het slachtoffer had zand binnen moeten krijgen wanneer hij op zo’n lugubere wijze vermoord was. Dit bleek niet het geval. Vis beet zich vast in de zaak, kreeg steun van advocaat Gert-Jan Knoops en anderen en schreef over deze zaak de true crime story Het Rijk van de Bok. Wel zegt hij in het voorwoord van dat boek: ‘Ik ben niet alwetend en kan het dus mis hebben’.


De Drontense bosmoord
Wikipedia vermeldt hier het volgende over: ‘in maart 2002 werd ten oosten van Dronten in het Reve-Abbertbos het lichaam gevonden van de 37 jarige Pim Overzier. Het lijk van Pim Overzier lag begraven op een homo-ontmoetingsplaats bij Dronten. Op het lijk werden geen sporen van geweld gevonden. Toch concludeerde de rechtbank tot moord, omdat de huisarts had gesteld ‘dat Pim Overzier bij zijn weten geen ziekelijke afwijkingen van betekenis had ten gevolge waarvan hij een verhoogde kans op overlijden zou hebben’.
De 57 jarige Henk H. is inmiddels veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf wegens moord. Bewijzen voor de moord waren volgens justitie dat in de auto van Henk H. een minuscuul DNA-vlekje van Pim werd gevonden. Daarbij zaten er zandsporen in zijn auto die in de polder voorkwamen. Verder zou Henk H. een motief hebben. Iemand zou geprobeerd hebben om de vriendin van Henk H. aan Pim Overzier te daten.
De verdediging heeft aangevoerd dat er helemaal geen bewijs is van moord. Bovendien was Henk H veel ouder, kleiner en tengerder dan de forse Pim. Hij zou fysiek niet eens in staat zijn geweest dit te doen. Het DNA zegt niks, want Henk H. en Pim waren gewoon kennissen. Henks advocaat heeft een e-mail gehad van een anonieme getuige. Deze heeft verklaard dat Pim Overzier op de homo-ontmoetingsplaats onwel werd en daar overleed. Ze hebben hem in paniek begraven omdat zij hem niet zomaar wilden laten liggen en uit angst dat zij voor dat overlijden verantwoordelijk zouden worden gesteld. Tevens wilden zij niet dat anderen zouden weten dat zij homo-ontmoetingsplaatsen bezochten.'

Bibliotheek Kampen
De bibliotheek heeft de Maand van het Spannende Boek aangegrepen om op zaterdag 31 mei een unieke excursie te organiseren, namelijk naar een moordplek. Na een bijeenkomst in de bieb in Kampen worden lezers door Jacob Vis meegenomen naar de plaats delict. Ze krijgen een korte briefing van de schrijver en worden daarna uitgenodigd om een oordeel te vormen over de zaak.
Meedoen? Hier opgeven.

Geen opmerkingen: