Meer dan 20 jaar geleden stuitte ik bij het IISG in Amsterdam op de serie artikelen Typen en Schetsen uit de opkomst van de Socialistische beweging in Twente in Recht door Zee, orgaan gewijd aan de belangen van de verdrukten en miskenden, jrg 27-28 (1917-1918). De medewerkers van het IISG waren zo vriendelijk alle afleveringen te kopiëren en op te sturen. Een collega heeft de artikelen gekopieerd en gebonden, zodat de OBD in het bezit is van een uniek (in de zin van enig) exemplaar.
De auteur van het ‘feuilleton’, zoals de serie artikelen werd aangeduid, was J. v. L. Achter dit pseudoniem moet haast wel Johan Pieterson schuilgaan. Een aantal redenen om dit aan te nemen: hij kent zoveel details dat hij deel moet hebben uitgemaakt van zijn onderwerp, hij noemt zichzelf een zeer goede vriend van Johan Tusveld, hij maakt melding van zijn redacteurschap van Recht door Zee, van de vier invloedrijkste propagandisten in die tijd (Bennink, Tusveld, Lansink, Pieterson) is aan Pieterson geen artikel gewijd. Dus moet J. v. L. dezelfde zijn als Johan Pieterson. J. v. L. zou een afkorting kunnen zijn van Johan van Losser. Pieterson was één van de aanvoerders van de socialisten die in 1894 een propaganda-tocht vanuit Enschede naar Losser ondernamen en door de bevolking, opgehitst door pastoor en burgemeester, met hooivorken werden verdreven, waarbij één socialist om het leven kwam. Ondanks een vlammende verdedigingsrede van Troelstra werden een aantal socialisten tot celstraf veroordeeld. Deze ‘Slag om Losser’ trok landelijk de aandacht. In Typen en schetsen wordt aan deze gebeurtenis veel aandacht besteed.
Johan Pieterson, de vermoedelijke auteur van Typen en schetsen ... (Foto: IISG)
Typen en schetsen bevat uiteenzettingen over filosofische, historische en godsdienstige vraagstukken. Ook de richtingenstrijd (anarchisten en sociaal-democraten) komt uitgebreid aan bod. Opvallend is dat veel Twentse voortrekkers uit de arbeidersbeweging niet duidelijk kozen voor één van beide richtingen en veel toleranter waren in deze kwestie dan elders in Nederland.
Zoals de titel aangeeft is er veel aandacht voor de opkomst van de socialistische beweging in Twente. Tussen de beschrijvingen door staan korte biografieën over een dertigtal personen, die vooral locaal in Twente een rol hebben gespeeld. Zij worden meestal niet genoemd in de standaardwerken van W.H. Vliegen en anderen. Typen en schetsen bevat veel biografische gegevens, die nergens anders te vinden zijn.
Johan Tusveld (Foto: IISG)
De biografische schetsen lezend, is de balans nogal triest. Nogal wat mannen (en enkele vrouwen, voor wie de auteur veel bewondering koestert) van het eerste uur geraakten op den duur in een toestand van pessimisme – de revolutie liet wel heel lang op zich wachten. Voor de meesten is hij mild, want er waren persoonlijke omstandigheden of er was te grote tegenstand om de strijd vol te houden. Zo oordeelt hij over een al op leeftijd zijnde Gerrit Bennink: ‘Bennink is pessimist en laat weinig meer van zich horen. Waar hij voor enige jaren zijn vrouw heeft verloren, zijn levensgezellin van zoveel lief en leed, - ere zij haar aandenken – is zijn strijdlust er zeker niet op verbeterd. Maar Bennink is en blijft zonder twijfel een van die mensen, welke zonder voordeel, zonder bijbedoelingen, zich geheel en al geven voor de zaak des volks, voor de verdrukten en miskenden’.
Ten aanzien van ‘renegaten’, verraders, die voor zichzelf gekozen hebben, oordeelt hij hard, zoals over ene B. : ‘Niet onontwikkeld, hoogstens dertig jaar oud zijnde, versprak B. veel goeds en menigeen zag in hem een propagandist in spé. Echter zijn vrouw bezat andere idealen – deze wilde hogerop, trachtte toenadering te verkrijgen met de lui die centen hadden en in fatsoenlijkheid deden. Het duurde dan ook niet lang of de bezoeken van B. op onze bijeenkomsten en cursussen werden steeds zeldzamer. B. had maar een dun laagje sociale verf op zijn corpus zitten, en dat regende er bij ’t eerste en beste onweertje schoon af. In de grote werkstaking bij Van Heek (1901), waarvan een algemene uitsluiting het gevolg was, bleef B. doorwerken – was onderkruiper. Sedert deze ellendige daad hebben we van B. niets meer vernomen. En wanneer vandaag of morgen Magere Hein hem te pakken krijgt en een woning van zes planken het laatste is wat hij nog te wachten heeft, kan er op B’s graf geschreven worden: ‘ik beloofde iets te worden, doch eindigde mijn bestaan met niets te zijn’.
Tenslotte, als voorbeeld, de complete biografische schets van Jan Cremer Sr. , zoals deze is te vinden in Typen en schetsen.
Jan Cremer Sr.
TYPEN EN SCHETSEN
uit de opkomst van de Socialistische Beweging In Twente.
Door J. v. L.
33. J. Cremer, thans 40 jaar oud, geraakte reeds op zeer jeugdigen leeftijd in de socialistische beweging. J.C. is sterk romantisch aangelegd, dat niet alleen in spreekwijze, doch vooral in z'n schrijven, tot uitdrukking komt.
In de eerste jaren van m'n kennismaking met C. scheen 't mij toe, dat hij niet veel om het socialisme gaf, bijzonder druk maakte hij er zich toendertijd niet voor. Later veranderde dit. Hij begon kleine stukjes in R. d. Z. (= Recht door Zee) en andere bladen te schrijven, die, wat stijl en inhoud betrof, den idealist en dweper verrieden.
Door gebrek aan werk - J. C. was bankwerker, later electricien - werd hij gedwongen 'n tijdlang in Duitschland te gaan arbeiden en hij keerde eerst vandaar terug, toen hij soldaat moest worden. Na 't matrozenpakje tegen z'n gewone plunje te hebben verwisseld, bleef ie weer 'n tijdlang in E. (= Enschede), zonder daar echter geschikt werk te kunnen vinden.
Ten langen leste kreeg ie arbeid te Amsterdam, vooral in die plaats voltooide C. z’n anarchistische opvoeding.
Ook te Driebergen is C. 'n tijdlang werkzaam geweest. Hij werkte daar als monteur voor de aanleg van electrische installaties.
Door z’n sterke oppositie, maar vooral doordat ie zo veel naar buiten als socialist optrad, geraakte hij in conflict met den administrateur J. v. Kampen, 'n schoft van ’t eerste soort en deze verhouding werd op den duur zoo slecht, dat C. aan de Centrale z’n ontslag nam.
Naar aanleiding en tengevolge daarvan schreef hij 'n zeer duidelijke, met feiten. gedocumenteerde brochure getiteld ‘Een Stem om Recht’ waarin hij ’n aanschouwelijk beeld ontrolde van den slaafschen geest en onheusche toestanden welke in die fabriek ook met betrekking tot het andere personeel, bestonden.
J. C., die intusschen gehuwd was, begon meer en meer als schrijver op te treden. En naarmate hij meer schreef en nadacht over de verschillende maatschappelijke problemen, wonnen z'n artikelen in stijl en helderheid van gedachten.
Zoo nu en dan kwam echter den ouden romanhschen geest weer boven. 't Bewijs hiervoor was het plan van C. om met een kameraad een voetreis te maken naar Rome. Na onderweg veel ongemak en ellende ondervonden te hebben, kwamen zij tot Genua - toen waren de centen op. En daar de Italiaansche wet bepaalt, dat geen vreemdelingen het grondgebied van Italië mogen betreden of zij moeten in het bezit zijn van 30 francs - ongeveer fl. 14 in Ho1landsch geld -, mochten zij het schip niet verlaten, alvorens de Hollandsche consul, die tusschen haakjes, 'n humaan mensch bleek te wezen, hun te hulp kwam. Deze zond de beide zwervelingen over Milaan en Florence naar 't kikkerland terug.
Een tweede voetreis, door Duitschland en Zwitserland naar Italië liep weinig gelukkiger af.
In 't ‘Volksdagblad’ en later in ‘Onze Courant’ een te Driebergen verschijnend weekblad, publiceerde hij z'n reisindrukken onder den titel van: ‘Zwerven’. De in dat reisverhaal neergelegde beschouwingen over toestanden, zeden en gewoonten laten zich aangenaam lezen en doet den lezer zien, welk een hartstochtelijke bewonderaar de schrijver is van vlinders, bloemen en planten, van natuurschoon in 't algemeen.
In 't maatschappelijke leven heeft J. C. meer dan eens moeten gevoelen, dat men in onze maatschappij niet ongestraft een eigen meening die indruischt tegen de bestaande begrippen van huichelarij en uitbuiting, op na te houden.
Dikwijls werd hem de strijd om het bestaan zwaar en moeilijk gemaakt.
Thans, op rijperen leeftijd gekomen en door de ervaring geleerd, dat alles betrekkelijk is, ook wat betreft de verwezenlijking van de socialistisch-anarchistische idealen, ziet hij de toekomst minder rooskleurig in.
De hebzucht in den mensch - het schacheren, bedriegen van de grooten en de kleinen - het jagen, kruipen en flikflooien naar 'n baantje of gesalarieerd postje in de sociale, anarchistische beweging of vakorganisatie, en dan de massa gebruiken als ladder waarlangs zij verder omhoog klimmen, heeft C. pessimistisch gemaakt.
C. z’n groote grief tegen de sociaal-anarchisten is, dat bij hun alles theorie blijft, niet de minste poging is ooit gedaan om de leer met het werkelijke leven in overeenstemming te brengen, integendeel, in de praktijk des levens handelen ze vaak nog gemeener en slechter dan de groote hoop van het onwetende volk.
Hoe zullen we ooit een betere samenleving verkrijgen, wanneer we blijven voortgaan met de verzenen tegen de prikkels te slaan? In dat opzicht zijn de snaren zijner ziel geheel anders gestemd dan 'n elf jaar geleden, toen C. z'n brochure ‘Een Stem om Recht’ in 't licht gaf, waarvan ’t slot nog vervuld was met 'n onwrikbaar geloof aan de toekomst. Toen kon hij nog schrijven:
'Buiten hoor ik weer de vogels fluiten, het geklink-klank van 't zilveren klokgeschal spreken van liefde en reinheid. Dit alles zijn de boden van poëzie, de lente in 't leven, zoo is 't gebleven in me, sluimerend idealisme, dat weldra zal ontwaken in reine atmosfeer.
Weg uit 't milieu van bekrompenheid, laster, leugen en hielenlikkerij, gaan we weer met meerdere hoop het leven tegemoet.
Zoo zal het gaan, het eeuwige zoeken naar geluk, naar bevrediging onzer stoffelijke en geestelijke behoeften. Breed in opvatting, verdraagzaam tegen anderen, lacht de wereld ons tegen.
Alle vertrouwen in de menschen heb ik nog niet verloren, wetende dat naast vele giftige, reine bloemen hunne moederlijke slippen buigen voor 't ontvangen van vruchtdragend stuifmeel, dat de wereld zal bevruchten met nieuwe zaden voor 't komende leven. Op vrijen grond met vrije rmenschen te leven, dat is het beeld, dat ons kracht geeft voort te gaan op den eenmaal ingeslagen weg van waarheid en recht.
(regionale) geschiedenis - politiek - geografie - muziek - boeken - websites - statistiek
maandag 20 juli 2009
Boekenmarkten in Overijssel
Voor wie de komende maanden nog een boekenmarkt wil bezoeken in Overijssel, hieronder enkele tips over boekenmarkten (voor zover bekend) van mega tot kleinschalig.
Deventer boekenmarkt (Foto: De Stentor)
Deventer boekenmarkt op zondag 2 augustus
Zoals bekend is de Deventer Boekenmarkt de grootste van Europa. Lees ook de overzichtelijke informatie over de Deventer Boekenmarkt op BoekenDingen.
Andere boekenmarkten:
Ommen - dinsdag 21 juli en dinsdag 18 augustus van 9 tot 16 uur tijdens de Ommer Bissing
Kampen - donderdag 23 juli tijdens de tweede Ui(t)markt van 10 tot 17 uur. De nadruk ligt op strips, romans en literatuur.
Haaksbergen - zaterdag 15 augustus - jaarlijkse boekenmarkt op de Markt van 10 tot 4 uur.
Kampen - zaterdag 15 augustus van 10 tot 17 uur - Kamper Stripspektakel
Borne - zaterdag 29 augustus van 9 tot 5 uur aan de Stationsstraat tijdens de Bornse Melbuulndagen
Deventer boekenmarkt (Foto: De Stentor)
Deventer boekenmarkt op zondag 2 augustus
Zoals bekend is de Deventer Boekenmarkt de grootste van Europa. Lees ook de overzichtelijke informatie over de Deventer Boekenmarkt op BoekenDingen.
Andere boekenmarkten:
Ommen - dinsdag 21 juli en dinsdag 18 augustus van 9 tot 16 uur tijdens de Ommer Bissing
Kampen - donderdag 23 juli tijdens de tweede Ui(t)markt van 10 tot 17 uur. De nadruk ligt op strips, romans en literatuur.
Haaksbergen - zaterdag 15 augustus - jaarlijkse boekenmarkt op de Markt van 10 tot 4 uur.
Kampen - zaterdag 15 augustus van 10 tot 17 uur - Kamper Stripspektakel
Borne - zaterdag 29 augustus van 9 tot 5 uur aan de Stationsstraat tijdens de Bornse Melbuulndagen
vrijdag 17 juli 2009
Activiteiten voor kinderen in de zomervakantie in musea etc. in Overijssel
Zwolle: Het geheim van Graaf Sassendonk
Kijk hier voor 2011
Denekamp Natura Docet
Dier onder de loep: katten
Deventer Speelgoedmuseum
Het Speelgoedmuseum pakt uit: schatten uit het depot
Enschede TwentseWelle
In TwentseWelle is altijd een uitgebreid programma voor kinderen
Hengelo Twents Techniekmuseum HEIM
‘Moordzaken’ , populaire (inter)activiteit voor kinderen over forensisch onderzoek
Lattrop Cosmos Sterrenwacht
Bouwen van een raket
Ommen Nationaal Tinnen Figuren Museum
Diverse tentoonstellingen en activiteiten
Zwolle Ecodrome
Jungleweken
Zwolle Het geheim van Graaf Sassendonk
Zie voor overige (eendaagse) activiteiten en evenementen: Uit-agenda Overijssel
dinsdag 14 juli 2009
Overijsselaars op reis (9): Hans Annink - Een late pelgrim op de melkweg, een retourtje Enschede - Santiago de Compostela
Ik had het al vaak in de kast zien staan. Als liefhebber van reisverhalen intrigeerde het boek me, maar het was niet mijn onderwerp. Op zoek naar een nieuw item voor deze rubriek las ik een paar passages en ik had meteen door dat dit een bijzonder boek was.
Enkele honderden per jaar alleen al vanuit Nederland maken de (bedevaarts)tocht naar Santiago de Compostela, de meesten op de fiets. Veel VUT-ers of net gepensioneerden, die soms een lang gekoesterde wens in vervulling zien gaan. Twee of drie maanden doen ze erover.
Hans Annink was 33, zegde zijn baan als leraar geschiedenis aan een pedagogische academie op, en liep de pelgrimstocht zoals deze in de middeleeuwen werd gelopen: te voet, en heen en terug. 5500 km van Enschede naar Santiago de Compostela (vice versa) in ruim tien maanden (november 1977 - september 1978). In zijn studententijd was hij, hoewel ‘overtuigd atheïst’, gegrepen geraakt door de vroegere bedevaarten naar Santiago en wilde hij de tocht zelf lopen. ‘Maar het ging zoals zo vaak: ik studeerde af, kreeg een baan, en het leven van alledag maakte het steeds moeilijker mijn droom te verwezenlijken’. Maar dat leven werd onderbroken door een zwaar motorongeluk. Tijdens zijn herstelperiode besloot hij de tocht te gaan maken, vrij uitzonderlijk in die jaren. Het boek dat hij in 1980 liet verschijnen kreeg dan ook de titel Een late pelgrim op de melkweg. Hij was onwetend van de hausse aan pelgrimages naar Santiago de Compostela die later zou volgen.
Veel te zwaar beladen (20 kilo), zonder goede wandelschoenen en met een krakkemikkig tentje begon hij tijdens een langdurige koude regenperiode aan de wandeling. Even over de grens in Ahaus was alles al drijfnat. Herman Vuijsje, auteur van Pelgrim zonder God, vergeleek de tocht van Hans Annink met de Elfstedentocht uit 1963: gruwelijk afzien met kapotte voeten en een onwillige knie, ontberingen, koude, veel storm, onweer en regen. November was niet de gunstigste tijd om van huis te vertrekken met een tentje.
Tijdens de tocht maakte Annink dagboekaantekeningen, die hij naderhand verwerkte in zijn boek. Hij beschrijft de tocht van dag tot dag, de mensen die hij ontmoet, het landschap, de vijandigheid soms van de locale bevolking, maar altijd blijkt weer dat er ook goede Duitsers, Fransen, Spanjaarden zijn, die hem behulpzaam zijn en hem bij hen thuis uitnodigen. Trouwens het meest gastvrij zijn de Spanjaarden in het algemeen en de Galiciërs in het bijzonder, evenals de zigeuners die hij onderweg tegenkomt. Sommige plaatsen blijken oersaai (Bayonne-Biarritz, San Sebastian), andere prachtig (Fuenterrabia, Santillana). Het boek begint overigens met twee historische hoofdstukken. Het reisverslag is volgens een recensent ‘een geslaagde combinatie van dagboek en innerlijke reis’, en ander noemt het ‘persoonlijk en authentiek’, geen alledaags reisverslag dus. Vandaar dat het boek, ondanks dat het al dertig jaar geleden werd geschreven en er nadien tientallen publicaties over hetzelfde onderwerp verschenen, nog steeds voorkomt op lijstjes met de beste verhalen over Santiago-pelgrimages.
Foto: bij de grens werd Hans Annink uitbundig ingehaald. Op de platte kar in het midden met harmonica Herman Finkers, toen nog niet bekend als cabaretier.
Hoe is het verder met de auteur gegaan, die het moeilijk vond de terugreis te aanvaarden omdat ‘het gewone leven helemaal niet meer aantrok’? Al ‘googelend’ vind je wel het een en ander. Hij werd bij het SLO leerplanontwikkelaar voor het basisonderwijs. Maar hij studeerde ook godsdienstwetenschap aan de universiteit van Bern. En sinds 1988 heeft hij dagelijks contact met zes zielsgenoten aan gene zijde. Wat je ook vindt is dat verschillende latere pelgrims inspiratie hebben geput uit zijn boek.
Enkele honderden per jaar alleen al vanuit Nederland maken de (bedevaarts)tocht naar Santiago de Compostela, de meesten op de fiets. Veel VUT-ers of net gepensioneerden, die soms een lang gekoesterde wens in vervulling zien gaan. Twee of drie maanden doen ze erover.
Hans Annink was 33, zegde zijn baan als leraar geschiedenis aan een pedagogische academie op, en liep de pelgrimstocht zoals deze in de middeleeuwen werd gelopen: te voet, en heen en terug. 5500 km van Enschede naar Santiago de Compostela (vice versa) in ruim tien maanden (november 1977 - september 1978). In zijn studententijd was hij, hoewel ‘overtuigd atheïst’, gegrepen geraakt door de vroegere bedevaarten naar Santiago en wilde hij de tocht zelf lopen. ‘Maar het ging zoals zo vaak: ik studeerde af, kreeg een baan, en het leven van alledag maakte het steeds moeilijker mijn droom te verwezenlijken’. Maar dat leven werd onderbroken door een zwaar motorongeluk. Tijdens zijn herstelperiode besloot hij de tocht te gaan maken, vrij uitzonderlijk in die jaren. Het boek dat hij in 1980 liet verschijnen kreeg dan ook de titel Een late pelgrim op de melkweg. Hij was onwetend van de hausse aan pelgrimages naar Santiago de Compostela die later zou volgen.
Veel te zwaar beladen (20 kilo), zonder goede wandelschoenen en met een krakkemikkig tentje begon hij tijdens een langdurige koude regenperiode aan de wandeling. Even over de grens in Ahaus was alles al drijfnat. Herman Vuijsje, auteur van Pelgrim zonder God, vergeleek de tocht van Hans Annink met de Elfstedentocht uit 1963: gruwelijk afzien met kapotte voeten en een onwillige knie, ontberingen, koude, veel storm, onweer en regen. November was niet de gunstigste tijd om van huis te vertrekken met een tentje.
Tijdens de tocht maakte Annink dagboekaantekeningen, die hij naderhand verwerkte in zijn boek. Hij beschrijft de tocht van dag tot dag, de mensen die hij ontmoet, het landschap, de vijandigheid soms van de locale bevolking, maar altijd blijkt weer dat er ook goede Duitsers, Fransen, Spanjaarden zijn, die hem behulpzaam zijn en hem bij hen thuis uitnodigen. Trouwens het meest gastvrij zijn de Spanjaarden in het algemeen en de Galiciërs in het bijzonder, evenals de zigeuners die hij onderweg tegenkomt. Sommige plaatsen blijken oersaai (Bayonne-Biarritz, San Sebastian), andere prachtig (Fuenterrabia, Santillana). Het boek begint overigens met twee historische hoofdstukken. Het reisverslag is volgens een recensent ‘een geslaagde combinatie van dagboek en innerlijke reis’, en ander noemt het ‘persoonlijk en authentiek’, geen alledaags reisverslag dus. Vandaar dat het boek, ondanks dat het al dertig jaar geleden werd geschreven en er nadien tientallen publicaties over hetzelfde onderwerp verschenen, nog steeds voorkomt op lijstjes met de beste verhalen over Santiago-pelgrimages.
Foto: bij de grens werd Hans Annink uitbundig ingehaald. Op de platte kar in het midden met harmonica Herman Finkers, toen nog niet bekend als cabaretier.
Hoe is het verder met de auteur gegaan, die het moeilijk vond de terugreis te aanvaarden omdat ‘het gewone leven helemaal niet meer aantrok’? Al ‘googelend’ vind je wel het een en ander. Hij werd bij het SLO leerplanontwikkelaar voor het basisonderwijs. Maar hij studeerde ook godsdienstwetenschap aan de universiteit van Bern. En sinds 1988 heeft hij dagelijks contact met zes zielsgenoten aan gene zijde. Wat je ook vindt is dat verschillende latere pelgrims inspiratie hebben geput uit zijn boek.
woensdag 8 juli 2009
Digitaal bladeren door topstukken van SAB Deventer
Vorig jaar werden twintig absolute topstukken uit het bezit van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek in het Deventer stadhuis tentoongesteld. Tijdens de tentoonstelling was het al mogelijk om digitaal te bladeren door de getoonde boeken, maar de mogelijkheden om in te zoomen, waren toen nog beperkt. Dat kan nu wel. Een groot deel van de vorig jaar getoonde boeken en een aantal andere zeldzame werken zijn nu zeer gedetailleerd te bekijken op internet. Het is nog maar het begin. Het digitaliseren en via internet beschikbaar stellen van bibliotheek- en archiefmateriaal is een belangrijke taak van SAB, dus het aantal te bekijken boeken zal nog worden uitgebreid.
Ga naar Topstukken uit de Athenaeumbibliotheek om de 23 boeken door te bladeren.
zondag 5 juli 2009
Tour de France
Voor wie niet in dit onderwerp is geïnteresseerd: klik maar meteen weg.
Zo, de wielerliefhebbers blijven over. Een paar berichten over de Tour die ik de afgelopen dagen tegenkwam.
Het Nationaal Archief heeft een (bescheiden) aantal historische foto’s over de Tour de France op Flickr geplaatst. Wel hele mooie foto’s.
Op Europeana zijn heel veel historische foto’s over de Tour te vinden, helaas niet allemaal bij elkaar, je moet zoeken op b.v. de namen van renners.
Veel Tourgeschiedenis is te vinden op de Geschiedenissite van de VPRO.
De Koninklijke Bibliotheek heeft een Literatuur dossier Tour de France op internet gezet.
Kijk hier voor alle feiten en cijfers.
Het Historisch Centrum Overijssel vertoont van 20 juli t/m 9 augustus de film Tour de Salland 1958 in een doorlopende voorstelling.
Gerard Veldscholten, na Hennie Kuiper Overijssels beste coureur in de Tour de France.
Tot slot, omdat dit een Overijssels weblog is:
Elf Overijsselse renners namen ooit deel aan de Tour de France. Ik heb ze in een bepaalde volgorde gezet: op het jaar waarin ze volgens de berekening van de Cyclebase Wereldranglijst hun beste jaar hadden – de positie van dat jaar tussen haken. Daarachter de Tourdeelnames met klassering.
Henk Poppe (Nijverdal) 1974 (172) – Deelnames: 1974 (-)
Hennie Kuiper (Denekamp) 1976 (7) – Deelnames: 1975 (11), 1976 (-), 1977 (2), 1978 (-), 1979 (4), 1980 (2), 1981 (30), 1982 (9), 1983 (-), 1984 (56), 1985 (-), 1988 (95)
1980
Jos Lammertink (Wierden) 1980 (87) – Deelnames: 1986 (-)
Hennie Stamsnijder (Enter) 1980 (266, als wegrenner) – Deelnames: 1980 (-), 1981 (80)
Gerard Veldscholten (Weerselo) 1983 (40) – Deelnames: 1982 (32), 1983 (27), 1984 (16), 1985 (28), 1986 (61), 1988 (45)
Henk Boeve (Nijverdal) 1986 (264) – Deelnames: 1986 (-)
Erwin Nijboer (Denekamp) 1990 (144) – Deelnames: 1986 (-), 1987 (-), 1988 (-), 1989 (-), 1994 (99)
Rob Harmeling (Nijverdal) 1992 (123) – Deelnames: 1991 (158), 1992 (-), 1994 (-)
Gerben Löwik (Vriezenveen) 2004 (68) – Deelnames: 2005 (-)
Bram Tankink (Haaksbergen) 2007 (187) – Deelnames: 2005 (111), 2006 (94), 2007 (40), 2008 (59)
Joost Posthuma (Hengelo) 2008 (67) – Deelnames: 2005 (83), 2006 (85), 2008 (68)
vrijdag 3 juli 2009
Nationaal Historisch Museum: Kies de meest inspirerende Nederlander
Het Nationaal Historisch Museum roept het publiek op suggesties te doen voor de samenstelling van de portretgalerij van het nieuwe museum. Bij wijze van een verkiezing worden we uitgenodigd onze inspiratiebron aan te dragen als nieuwe bewoner van de galerij van het NHM.
Op de site jijmaaktgeschiedenis kun je aangeven welke persoon jij belangrijk genoeg acht. Naast de verkiezing voor de portretgalerij kan men op jijmaaktgeschiedenis terecht voor de NHMblog en informatie over het museum.
Grootste Overijsselaar: Willem Kolff
Het heeft een beetje weg van de verkiezing van de Grootste Nederlander aller tijden in 2004. Wie weet nog wie dat geworden is? Zelf was ik mede-organisator van de verkiezing van Grootste Overijsselaar in 2005. Zoals de organisator van een wielerwedstrijd altijd blij is met een grote naam als winnaar, zo waren wij blij met Willem Kolff als Grootste van Overijssel. De uitvinder van de kunstnier was toen zeker niet bij iedereen bekend, maar in de internationale wetenschappelijke wereld was hij dat wel degelijk en was hij onderscheiden met vele prijzen. Toch liet hij, al sinds 1950 in de Verenigde Staten wonend, weten verguld te zijn met zijn uitverkiezing in de provincie waar hij zijn carrière begon. Zo kwam het uiteindelijk goed bij deze verkiezing, want het had ook anders kunnen aflopen. Herman Finkers had ook zomaar kunnen winnen. Niets ten nadele van Herman, integendeel, maar waarschijnlijk had hij de prijs niet eens in ontvangst willen nemen. De verkiezing was namelijk niet bedoeld als populariteitspoll maar had als voornaamste doel de aandacht te richten op de Overijsselse geschiedenis en om historische figuren uit Overijssels verleden aan de vergetelheid te onttrekken.
Ook de actie rond de portretgalerij krijgt te maken met minder serieuze inzendingen. Ik heb echter nergens kunnen vinden dat men heeft vastgelegd dat de meest gekozen personen ook worden opgenomen in de portrettengalerij. Het NHM trekt met deze ‘verkiezing’ de aandacht voor de geschiedenis van Nederland en voor zichzelf. En het is best aardig af en toe eens te kijken hoe de stand is.
Op de site jijmaaktgeschiedenis kun je aangeven welke persoon jij belangrijk genoeg acht. Naast de verkiezing voor de portretgalerij kan men op jijmaaktgeschiedenis terecht voor de NHMblog en informatie over het museum.
Grootste Overijsselaar: Willem Kolff
Het heeft een beetje weg van de verkiezing van de Grootste Nederlander aller tijden in 2004. Wie weet nog wie dat geworden is? Zelf was ik mede-organisator van de verkiezing van Grootste Overijsselaar in 2005. Zoals de organisator van een wielerwedstrijd altijd blij is met een grote naam als winnaar, zo waren wij blij met Willem Kolff als Grootste van Overijssel. De uitvinder van de kunstnier was toen zeker niet bij iedereen bekend, maar in de internationale wetenschappelijke wereld was hij dat wel degelijk en was hij onderscheiden met vele prijzen. Toch liet hij, al sinds 1950 in de Verenigde Staten wonend, weten verguld te zijn met zijn uitverkiezing in de provincie waar hij zijn carrière begon. Zo kwam het uiteindelijk goed bij deze verkiezing, want het had ook anders kunnen aflopen. Herman Finkers had ook zomaar kunnen winnen. Niets ten nadele van Herman, integendeel, maar waarschijnlijk had hij de prijs niet eens in ontvangst willen nemen. De verkiezing was namelijk niet bedoeld als populariteitspoll maar had als voornaamste doel de aandacht te richten op de Overijsselse geschiedenis en om historische figuren uit Overijssels verleden aan de vergetelheid te onttrekken.
Ook de actie rond de portretgalerij krijgt te maken met minder serieuze inzendingen. Ik heb echter nergens kunnen vinden dat men heeft vastgelegd dat de meest gekozen personen ook worden opgenomen in de portrettengalerij. Het NHM trekt met deze ‘verkiezing’ de aandacht voor de geschiedenis van Nederland en voor zichzelf. En het is best aardig af en toe eens te kijken hoe de stand is.