Er verschijnen regelmatig jubileumboeken over bedrijven. Leuk voor de (ex)werknemers en mooi dat er een stukje geschiedenis wordt vastgelegd. Door buitenstaanders worden ze vrijwel niet gelezen. Maar bijna tegelijkertijd zijn onlangs twee boeken verschenen die opvallen: De Melkfabriek: 1893-1993, honderd jaar zuivelcoöperatie in Tubbergen, geschreven door Jos Oude Nijhuis, redacteur van de Twentsche Courant Tubantia en Met het hart gedrukt, groei, bloei en teloorgang van Drukkerij Salland, waarvan Leo Enthoven, oud-hoofdredacteur van het Deventer Dagblad, de auteur is. De boeken zijn uiteraard goed geschreven, zoals van journalisten verwacht mag worden, maar ook prachtig vormgegeven en ze bevatten veel en bijzondere illustraties. Wat ze beiden ook gemeen hebben is dat de opkomst, groei, bloei en neergang van een bedrijf, overigens in beide gevallen typerend voor hun bedrijfstak, beschreven wordt. Ook komen de technische ontwikkelingen die het werk veranderden in de afgelopen honderd jaar aan bod. Evenzo is in beide boeken aandacht voor de werksfeer en andere aspecten uit het dagelijks leven van de medewerkers.
De Melkfabriek: 1893-1993, honderd jaar zuivelcoöperatie in Tubbergen / door Jos Oude Nijhuis
Vanaf 1850 was Nederland een boter-exporterend land. De boeren verkochten hun producten aan tussenhandelaren, maar de export stortte in door de slechte kwaliteit van de boter en de opkomst van de margarine. De fabrieksmatige bereiding van boter van betere kwaliteit was het antwoord op de problemen. Boeren verenigden zich in coöperaties, ook in Tubbergen. In 1893 komen in Tubbergen zelfs twee boterfabrieken tot stand, de coöperatieve stoomzuivelfabriek De Vrijheid en de particuliere boterfabriek La Neerlandia. Auteur Jos Oude Nijhuis schetst de precies honderdjarige geschiedenis van De Vrijheid, sinds 1917 producerend onder de naam De Eendracht. Hij is jaren bezig geweest met verzamelen van informatie en dat zie je aan het boek af. In het bijna 300 bladzijden dikke, in groot formaat uitgegeven en rijk geïllustreerde boekwerk wordt nauwgezet weergegeven hoe de productie van boter en kaas in een eeuw tijd in technisch opzicht veranderde, hoe men in tijden van economische neergang overleefde, hoe er gewerkt en bestuurd werd. In de jaren vijftig is alles nog overzichtelijk, de melkrijders halen de melkbussen op bij de boeren, onder het deksel van de lege melkbussen worden de zakjes met melkgeld gestopt. In de jaren 60 en 70 verschijnt de melktank op het toneel tegelijk met schaalvergroting van de boerenbedrijven (Mansholt), melkquota, automatisering van het productieproces. Daarna volgt de schaalvergroting binnen de bedrijfstak: overnames, fusies en sluiting van vestigingen. De aangesloten boeren kozen in 1991, tot ongenoegen van de werknemers van De Eendracht, voor aansluiting bij de Coberco, dat later opging in Friesland Coberco, dat weer opging in Koninklijke Friesland, dat weer opging in Koninklijke Friesland Campina. Auteur Jos Oude Nijhuis schrijft in zijn naschrift: De Eendracht had niet in 1991 maar al veel eerder moeten fuseren met Ormet in Almelo/Enschede en met Dinkelland in Losser. Dan was er vroegtijdig een sterke Twentse zuivelorganisatie ontstaan, die op meerdere fronten – van kaas tot koffiemelk – actief had kunnen zijn. Wellicht had dat niet geleid tot behoud van de Tubbergse fabriek maar waarschijnlijk wel tot behoud van de zuivelindustrie voor Twente.
In november 1993, precies honderd jaar na de stichting van de fabriek, heeft de slopershamer het laatste stukje van het jarenlang beeldbepalende gebouw in het centrum tegen de vlakte gewerkt. Alleen een plaquette ter herinnering rest nog.
Met het hart gedrukt: groei, bloei en teloorgang van Drukkerij Salland / door Leo Enthoven
In 1891 verhuisde Aebele Everts Kluwer met zijn gezin van Veendam naar Deventer om in de stad van Richard Paffraet en Jacob van Breda een uitgeverij/drukkerij te beginnen. Hij kocht een pand in de Polstraat, dé drukkersstraat van Deventer. Zijn eerste grote succes was het zakelijke weekblad Vraag- en Aanbod. In 1929 trad oprichter Kluwer uit het bedrijf en werd de onderneming gesplitst in Uitgeversmij Kluwer, dat onder leiding stond van zoon Evert en Drukkerij Salland onder leiding van zoon Aebele jr. (meneer Aeben). De drukkerij was een dochter van de uitgeverij. Over de drukkerij Salland gaat het boek.
De Kluwers wilde altijd al een ‘eigen’ krant. Daartoe was het weekblad Salland overgenomen, dat vooral gelezen werd in Raalte, Wijhe en Olst. Het kon niet concurreren met het Deventer Dagblad. In 1934 kon Kluwer het Deventer Dagblad overnemen. Vanaf die datum heette het personeelsorgaan van Kluwer toepasselijk ‘De Drie’ (uitgeverij, drukkerij, krant).
Drukkerij Salland kende gedurende vele decennia (behalve in de oorlogsjaren) groei en bloei. Panden werden en verbouwd, nieuwe panden werden gekocht. In de binnenstad van Deventer kwam men overal gebouwen van Kluwer tegen. Het aantal werknemers nam alleen maar toe. Tegenslag was er vrijwel niet. In de jaren zeventig bezat Drukkerij Salland na een aantal overnames vele gespecialiseerde drukkerijen en bestreek ze vrijwel het gehele spectrum van druktechnieken.
In 1967 werd Drukkerij Salland gesplitst in een rotatie (kranten) en een offset (boeken en ander drukwerk) drukkerij. De laatste werd op een nieuw terrein gevestigd, waar in een later stadium ook de rotatie drukkerij zou moeten komen. Halverwege de jaren zeventig nam de Kluwer directie (waartoe geen Kluwers meer behoorden) een on-Kluwers besluit: de status quo zou gehandhaafd blijven – geen verhuizing uit de binnenstad. Dit besluit zou problemen gaan opleveren. Uiteindelijk moest men wel verhuizen, hetgeen veel kapitaalverlies met zich meebracht.
Vanaf de jaren zeventig voltrok de automatisering zich in een rap tempo. Steeds meer vakspecialisten (zetters, stypeurs, correctoren, opmakers) verdwenen van de werkvloer.
De auteur Leo Enthoven besteedt in zijn boek veel aandacht aan de mensen die bij Kluwer werkten. Hij citeert veel uit interviews en om de paar bladzijden is een pagina opgenomen met herinneringen en vele anekdotes. Een speciale bedrijfscultuur komt in het boek naar voren: hard werken, maar ook hulp vanuit het bedrijf bij moeilijke persoonlijke omstandigheden en bijv. bij het vinden van een woning. Er heerste een goede collegiale sfeer, hetgeen ook bleek uit het feit dat vele vaders en zonen bij de drukkerij hebben gewerkt: de drukkerij stond borg voor een prettig en vooral zeker bestaan.
In 1891 was Aebele Kluwer als ‘ZZP’er’ begonnen. In 1987 werkten er 3.608 personen bij het Kluwer concern. In datzelfde jaar 1987 valt het begin van de neergang te symboliseren met het telefoontje van Elsevier topman Vinken naar Kluwer directeur Alberdingk Thijm: Elsevier ging via een aandelen-overname Kluwer kopen was de boodschap. Het gevecht om de aandelen leverde geen winnaars op. Weliswaar ging de combinatie Elsevier-Kluwer niet door, maar Wolters-Kluwer werd een feit. De fusie betekende het begin van het einde. Natuurlijk waren er vele factoren die een rol speelden (lees het boek!) maar de grafische tak van Wolters-Kluwer kachelde gestaag achteruit.
In 1990 ging het Deventer Dagblad op in de Oostelijke Dagblad Combinatie, die twee jaar later opging in Wegener. Dit betekende het einde van Salland Rotatie Drukkerij. Drukkerij Salland Offset, intussen gefuseerd tot Salland de Lange trof hetzelfde lot. De Haagse ODH-groep werd in 1990 eigenaar. Voor de aandeelhouders van Kluwer was deze overname gunstig, voor de werknemers was het de dood in de pot. Uiteindelijk was faillissement onafwendbaar. Een doorstart van Salland de Lange volgde nog, maar in augustus 2009 werd definitief de stekker uit het laatste restant van het eens zo florerende bedrijf Drukkerij Salland getrokken.
Mooi verhaal Tonny. Zal de auteur blij mee zijn. Ik zal het aan hem doorsturen.
BeantwoordenVerwijderen