Elk kroonjaar van de bevrijding levert weer veel publicaties op over de Tweede Wereldoorlog. Ook nog na 65 jaar. Je zou zeggen dat alles wel verteld moet zijn, maar blijkbaar is dat niet zo. Wat wel opvallend is dat personen waarover geschreven wordt en die de oorlog overleefd hebben inmiddels vrijwel allemaal overleden zijn, vaak in de afgelopen tien jaar. De auteurs hebben meer dan in het verleden hun verhalen moeten baseren op archiefonderzoek. Soms waren er dagboeken of memoires, maar persoonlijke getuigenissen komen steeds minder voor.
Zoals gezegd, opnieuw veel publicaties; boeken, maar ook nummers van tijdschriften van historische verenigingen die speciaal aan dit thema gewijd zijn. Kijk bij Mijn Bibliotheek in de side-bar welke boeken over Wereldoorlog II en de bevrijding recent verschenen zijn. Vandaag op Bevrijdingsdag - toeval - heb ik twee van deze uitgaven gelezen en beide maakten indruk.
Naar Engeland: bijzondere oorlogsjaren van negen Hengelöers.
Acht verhalen over negen Hengelöers die uiteindelijk allemaal in Engeland terechtkwamen en zich aansloten bij de geallieerden. De meesten waren al of werden piloot. Twee Joodse broers keerden na de oorlog terug naar Hengelo, voor de anderen was Hengelo te klein geworden, zoals in een naschrift in het boek wordt geschreven.
Er waren wel degelijk echte Engelandvaarders bij, zoals de 16-jarige Johan ter Doest, die geen zin had in Duitsland te worden tewerkgesteld en op eigen houtje de route naar Engeland via Zuid-Europa zocht en na veel omzwervingen vond. Hij was Nederlands jongste Engelandvaarder. Het verhaal van Wybert Lindeman die nadat eerdere vluchtpogingen op het laatste moment afgelast moesten worden, en hij echt gevaar begon te lopen, doet denken aan een spannend jongensboek, ware het niet dat het om leven of dood ging. Met enkele anderen vertrok hij brutaalweg, nagestaard door Duitsers, met een watervliegtuig richting Engeland, terwijl de piloot nog nooit zo’n watervliegtuig had bestuurd. Zo zijn alle hoofdpersonen in de verhalen herhaaldelijk door het oog van de naald gekropen, maar hebben ze de oorlog allemaal overleefd. Behalve Hilbrand Holtrop, de broer van de bekende kunstenaar Riemko Holtrop, die vlak na D-Day, ziek, met een rammelend vliegtuig en met slecht weer crashte voor de kust van Engeland. Een van de auteurs ziet in een aantal verhalen zeker een filmscenario. Wie weet komt het er nog eens van.
Stolpersteine in Borne
Wanneer de auteur van dit boek een huis betrekt in Oud-Borne, laat een buurvrouw haar een foto zien van een oud echtpaar, vroegere bewoners van dit huis. De man op de foto is Izak Zilversmit, een weduwnaar van 90 jaar, die in de oorlogsjaren, net als 75 andere Joodse mensen uit Borne werd weggevoerd en nooit meer terugkwam. Toen ze later in Berlijn struikelde over Stolpersteine (herdenkingsstenen, ingemetseld in de stoep voor de huizen, van waaruit Joden zijn weggevoerd), ontstond bij haar het idee om ook in Borne de herinnering aan de vroegere Joodse inwoners levend te houden. Gunter Demnig, de kunstenaar achter de Stolpersteine, was bereid zijn werkterrein naar Nederland uit te breiden. Zo werd Borne de eerste plaats in Nederland waar de kleine betonnen vierkanten van tien bij tien centimeter, met een messinglaag aan de bovenkant, waarop de gegevens over de voormalige bewoners weergegeven zijn, geplaatst zijn. Annette Evertzen mocht gebruik maken van de interviews die Jaap Grootenboer in de jaren tachtig had afgenomen bij oudere Bornernaren, waaronder enkele Joodse inwoners die de oorlog overleefd hadden. Deze interviews geven een inkijk in het dagelijks leven voor de oorlog binnen de Joodse gemeenschap in Borne, ook hoe de verhouding met de overige inwoners van Borne was. Ook Gé Nijkamp, kenner van de Bornse geschiedenis en geboren en getogen in Oud-Borne, waar veel Joden woonden, kon veel informatie toevoegen.
Aan alle Joodse families uit Borne zijn hoofdstukken gewijd. Met dit boek is de Joodse geschiedenis van Borne nu grotendeels beschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten