Afbeelding: bibliotheek Enter, voorbeeld van een gerestylede bibliotheek
In veel (kleinere) bibliotheken in Overijssel hebben bibliotheekleden al kennisgemaakt met een gerestylede bibliotheek volgens de z.g. ‘winkelformule’. Geen rijen kasten meer met de boeken rug aan rug en bordjes met rubrieken als 100 filosofie en 200 godsdienst. Maar, net als in de boekhandel, veel frontaal geplaatste boeken en displays, en enkele grote rubrieken zoals spannend &actief, reizen, liefde en leven of romantiek & waargebeurd om enkele voorbeelden te noemen. Gebleken is dat het aantal uitgeleende media flink steeg na de ‘make-over’. Degene die de bibliotheek binnenloopt en zich graag laat verrassen door het aanbod is zeer content met de nieuwe bibliotheek. Voor degene die gerichte informatie zoekt wordt het iets lastiger, maar uiteraard heeft de bibliotheek hier rekening mee gehouden. Hulp van medewerkers en een sterk verbeterd aanvraagsysteem zorgt ervoor dat ook de specifieke informatiezoeker aan bod komt.
Ook Enschede
Nu gaat dus ook de bibliotheek van de grootste plaats in Overijssel op de schop. Dit zal de nodige overlast geven, maar volgens planning is in november alles klaar en kent de Enschedeër zijn of haar bibliotheek niet weer.
Speciaal weblog
Op een speciaal weblog heeft de bibliotheek veel informatie gezet over het nieuwe concept en kunt u de vorderingen aan de hand van foto’s en filmpjes volgen en ook uw reacties plaatsen.
(regionale) geschiedenis - politiek - geografie - muziek - boeken - websites - statistiek
donderdag 30 augustus 2012
dinsdag 28 augustus 2012
Ria Westerhuis en erotische Drentse poëzie
Dat spreekt natuurlijk menigeen aan: twee mooie dames die erotische poëzie schrijven én voordragen. Ze (Ria Westerhuis en Delia Bremer) daagden elkaar al een tijdje uit met het af en toe schrijven van een erotisch gedicht in de streektaal. In 2009 besloten ze de gedichten te bundelen in Minnezinne. Uiteraard haalden ze met deze uitgave de publiciteit, hetgeen o.a. resulteerde in een optreden in het VARA-programma De Zomer draait door.
Ria Westerhuis werd geboren en groeide op in Overijssel in Oud-Avereest en woont nu net aan de andere kant van de Reest in De Wijk. Behalve bovengenoemde bundel verscheen in 2011 van haar Zundags goed met gedichten geschreven in de streektaal van de Reest. Behalve gedichten schrijft Ria ook verhalen, toneelstukken en liedteksten (o.a. voor Geert Jan Brader).
Zie ook: weblog Woest en Ledig
Ria Westerhuis treedt regelmatig op: solo, met Delia Bremer en/of Marga Kool en/of met diverse andere zangers/musici. Ze treedt overal in het land op, maar zou graag vaker willen optreden in haar geboorteprovincie Overijssel. Kijk voor meer informatie op haar website.
zondag 26 augustus 2012
Hoog Water: stem op een kunstwerk
Hoog Water! is een beeldend kunstproject in Overijssel, waarbij acht kunstenaars driedimensionaal werk (installaties, sculpturen) maken op het thema Hoog Water. De acht bijzondere kunstwerken zijn nog te zien tijdens het Stadsfestival Zwolle (1 t/m 8 september).
Een van de kunstwerken wordt aangekocht voor Kunstwegen, een kunstrijke route van Zwolle tot Nordhorn (Duitsland). Daarnaast mag het publiek aangeven welk kunstwerk het meest wordt gewaardeerd. De kunstenaar met de meeste publieksstemmen krijgt: de Beeld van Overijssel 2012 Award en € 1.000,- aan prijzengeld; uitgebreide aandacht in de najaarseditie van kunst- en cultuurmagazine BEELD en een plek op de afsluitende expositie van Hoog Water! in december 2012 in Dalfsen.
Stemmen
Stemmen kan tot en met donderdag 6 september. Zaterdag 8 september wordt tijdens de slotdag van Stadsfestival Zwolle bekendgemaakt wie de meeste publiekstemmen heeft gekregen én welke stemmers een prijs hebben gewonnen. Stemmers worden als stemmer per mail uitgenodigd voor deze bijeenkomst.
Een online presentatie van alle kunstwerken is te zien op de website Jij en Overijssel. Daar vind je ook informatie over de acht deelnemende kunstenaars en hun werk.
zaterdag 25 augustus 2012
Brink Deventer in 3D
Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) in Deventer heeft het initiatief genomen om samen met andere partijen de Deventer binnenstad driedimensionaal op Google Earth te zetten. Het eerste gedeelte rond de Brink met o.a. De Waag en de Wilhelminafontein is klaar. Aan de 3D weergaven zal in de toekomst nog veel (historische en actuele) informatie worden toegevoegd. Kijk voor de plannen op de website van SAB.
Hoe krijg je de 3D weergaven te zien? Ga naar Google Earth en klik in het linker menu ‘3D-gebouwen’ aan. Op de plattegrond verschijnen vervolgens omlijnde vakken/panden. Klik hierop en de rest wijst zich vanzelf.
woensdag 22 augustus 2012
Opnieuw fotowedstrijd Wiki loves Monuments
Dit jaar wordt voor de derde keer de fotowedstrijd Wiki loves Monuments georganiseerd. Stuur in de maand september je foto’s van monumenten op – ze mogen ook al eerder gemaakt zijn – en maak kans op diverse prijzen. Het is natuurlijk ook een eer wanneer jouw foto in de Wikimedia Commons database wordt opgenomen. Net als vorig jaar zullen alle ingezonden foto’s op een speciale webpagina worden getoond. Kijk hieronder voor het complete bericht:
Afbeelding: De vierde prijs van vorig jaar: De Sint-Nicolaaskerk en begraafplaats op Vlieland. Fotograaf: Theodoor Schipper.
Persbericht
In september 2012 organiseert Wikimedia Nederland voor de derde keer de fotowedstrijd Wiki Loves Monuments. Dit maal gaat de wedstrijd wereldwijd. Het doel van het evenement is om in een maand zoveel mogelijk foto’s van monumenten onder een vrije licentie beschikbaar te maken. Stuur ook jouw foto’s toe en maak kans op leuke prijzen in verschillende categorieën!
Alle foto's worden geüpload op Wikimedia Commons. Dit gebeurt onder een vrije licentie, om het mogelijk te maken dat ze voor ieder toekomstig doel gebruikt kunnen worden. Wikimedia Commons is de online multimedia-bibliotheek, die bijvoorbeeld voor alle Wikipedia in iedere taal de illustraties verzorgt.
Gedurende de maand september kun je zo veel mogelijk zelfgemaakte foto's van monumenten uploaden. De foto's hoeven niet gemaakt te zijn in september. Aan het eind van de wedstrijd selecteert een jury de foto's die het beste het object representeren. De makers van de winnende foto's krijgen een prijs en erkenning tijdens de prijsuitreiking waarvoor alle deelnemers worden uitgenodigd.
Wiki loves monuments vond in 2012 voor het eerst plaats in Nederland, in 2011 werd het in verschillende Europese landen georganiseerd en dit jaar vindt de wedstrijd wereldwijd plaats.
Kijk hier voor de voorwaarden en de te winnen prijzen.
Afbeelding: De vierde prijs van vorig jaar: De Sint-Nicolaaskerk en begraafplaats op Vlieland. Fotograaf: Theodoor Schipper.
Persbericht
In september 2012 organiseert Wikimedia Nederland voor de derde keer de fotowedstrijd Wiki Loves Monuments. Dit maal gaat de wedstrijd wereldwijd. Het doel van het evenement is om in een maand zoveel mogelijk foto’s van monumenten onder een vrije licentie beschikbaar te maken. Stuur ook jouw foto’s toe en maak kans op leuke prijzen in verschillende categorieën!
Alle foto's worden geüpload op Wikimedia Commons. Dit gebeurt onder een vrije licentie, om het mogelijk te maken dat ze voor ieder toekomstig doel gebruikt kunnen worden. Wikimedia Commons is de online multimedia-bibliotheek, die bijvoorbeeld voor alle Wikipedia in iedere taal de illustraties verzorgt.
Gedurende de maand september kun je zo veel mogelijk zelfgemaakte foto's van monumenten uploaden. De foto's hoeven niet gemaakt te zijn in september. Aan het eind van de wedstrijd selecteert een jury de foto's die het beste het object representeren. De makers van de winnende foto's krijgen een prijs en erkenning tijdens de prijsuitreiking waarvoor alle deelnemers worden uitgenodigd.
Wiki loves monuments vond in 2012 voor het eerst plaats in Nederland, in 2011 werd het in verschillende Europese landen georganiseerd en dit jaar vindt de wedstrijd wereldwijd plaats.
Kijk hier voor de voorwaarden en de te winnen prijzen.
dinsdag 21 augustus 2012
Afgelopen weekend warm? In augustus 2003 was het écht warm.
Natuurlijk was het heet afgelopen weekend, maar wie kan zich de hittegolf in 2003 nog herinneren? De zomer van 1947 staat ook bekend als extreem warm, maar die zullen velen van ons niet hebben meegemaakt. Maar 2003 is nog maar 9 jaar geleden.
Afgelopen zaterdag werd in Heino 31,9 gemeten en op Vliegveld Twente 32,6 en zondag resp. 34,7 en 36,0. In 2003 werd op 7 en 8 augustus in Heino 34,4 en 34,7 gemeten en in Twente 35,5 en 36,0. En dat binnen een periode van tien dagen (van 4 t/m 13 augustus), waarin het kwik nog een aantal dagen ver boven de dertig uitkwam. Aan deze hittegolf, waar grote delen van West-Europa mee te maken kregen, is zelfs een apart Wikipedia-artikel gewijd. In Nederland vielen door de extreme warmte naar schatting tussen de 1400 en 2200 (voortijdige) doden. De hittegolf ging ook gepaard met grote droogte, die leidde tot bosbranden en drinkwatertekorten.
Eerlijk gezegd kan ik mij van deze periode niets specifieks herinneren. Wie kent er websites, foto’s etc. over deze hittegolf van 2003?
zondag 19 augustus 2012
De Mars, maandblad van en voor Overijssel (11)
De Mars was een Overijssels maandblad dat tussen 1953 en 1981 verscheen en waaraan bijna alle bekende journalisten/publicisten uit die tijd meewerkten. De Mars bevatte artikelen over regionale onderwerpen op cultureel, maatschappelijk, economisch en toeristisch terrein. De vaak lange(re) artikelen geven een goed tijdsbeeld. In deze rubriek vermeld ik per jaargang een aantal artikelen over onderwerpen of gebeurtenissen uit dat jaar. Dit keer jaargang 1961.
Welke thema’s speelden er in 1961, althans wanneer we De Mars als leidraad nemen? Geen complete opsomming, maar een aantal zaken die mij opvielen.
Foto: Bert Haanstra, BN-er anno 1961.
Vooruitgang
Deze jaargang staat bol van de openingen van nieuwe scholen en opleidingen, fabrieken en fabrieksterreinen, stadhuizen, musea, psychiatrische inrichting, plannen voor nieuw provinciehuis en een kunstijsbaan in Deventer.
Textielindustrie
De malaise in en de uiteindelijke ineenstorting van de Twentse textielindustrie wierpen hun schaduwen al vooruit, maar hoe rampzalig het binnen tien jaar met de Twentse textiel zou aflopen was in 1961 nog niet te voorspellen. Modernisering, nieuwe producten, merkartikelen, specialisatie en kwaliteitsverbetering zijn in dit jaar nog het antwoord op de concurrentie vanuit de lage lonen landen en het wegvallen van de Indonesische markt. Een dubbeldik speciaal nummer is aan de textiel gewijd.
Foto: modernisering textielindustrie, niet meer aan de machine maar achter het schakelpaneel.
M.H. Corwin
In deze jaargang een artikel ván M.H. Corwin over de geschiedenis van de Joden in Ootmarsum en een artikel óver deze verzamelaar die eigenlijk Henri Max Cohen heette en fabrikant van poetskatoen was. Hij was één van de vijf Oldenzaalse joden die de oorlog overleefden en wordt na de oorlog geconfronteerd met een aanvankelijke onverschilligheid t.a.v. het lot van de joden. In 1955 verandert hij zijn achternaam in Corwin, om een volgend keer zo lang mogelijk uit de handen van de vijand te blijven. Hij ging postzegels, pamfletten en kaarten uit de Naziperiode verzamelen en publiceerde over joodse families. Deze informatie vinden we niet terug in het artikel maar wel in het boek met zijn bijzondere levensverhaal dat zijn dochter vorig jaar schreef.
Bekenplan Hengelo
Hengelo wordt naast ‘Metaalstad’ ook wel ‘stad van de beken genoemd’. Grote wateroverlast in 1960 leidde niet alleen tot ontwrichting van het openbare leven maar ook tot vervuild water, waarvan beoefenaren van de hengelsport, zwemmers en watersportbeoefenaren het slachtoffer werden. In 1961 werden grootscheepse plannen gemaakt om voor eens en altijd van de overlast af te zijn, er moesten waterbekkens komen, zuiveringsinstallaties, omleggingen en nieuwe waterverbindingen. Die plannen zijn in de jaren daarna uitgevoerd. Momenteel zijn de beken in Hengelo weer een actueel thema. Er is zelfs een Stichting Groene Binnenstadsbeken opgericht.
Foto: vertegenwoordigers van politieke jongerenorganisaties bijeen.
Ruilverkavelingen
Ruilverkavelingen hebben het landschap drastisch veranderd. Wanneer je op het weblog Overijssel – Plaatsbeschrijvingen 1880-1940 de lyrische beschrijvingen over Overijssels ongerepte natuurschoon leest, vraag je je af waar dat ‘eldorado voor de wandelaar en fietser’ gebleven is. De ruilverkavelingen in de jaren 50, 60 en 70 zijn er de oorzaak van dat het kleinschalige landschap grotendeels verdween. Natuurlijk waren de boeren blij met minder versnipperd grondbezit, betere waterhuishouding en infrastructuur, maar ook in 1961 al weerden de natuurliefhebbers zich tegen een in hun ogen niet toelaatbare aantasting van het natuurschoon. In deze jaargang van De Mars staan artikelen over ruilverkavelingen binnen de Kuinder Buitenpolder en het Denekampseveld. Ook een artikel over de riviernormalisering in de Graafschap Bentheim heeft aanknopingspunten met dit thema, evenals het besluit van Provinciale Staten om een Natuurbeschermingsfonds te stichten waarin jaarlijks 50.000 gulden wordt gestort.
Andere opvallende en of lezenswaardige artikelen:
- twee artikelen over de Rusluie en de Oudheidkamer Vriezenveen
- Vloedbeld als dialectauteur
- interviews met Bert Haanstra en provinciaal archeoloog C.C.W.J. Hijszeler
- het (bijna ex)-klompendorp Enter
- een kritisch artikel onder de titel ‘Natura Docet op de goede weg?’
- politieke belangstelling van jongeren in Overijssel
- uitgebreid artikel over Arboretum Poort-Bulten bij De Lutte
Schimmelpenninck en het Nijenhuis
Adriaan Buter schreef een boeiend artikel over Rutger Jan Schimmelpenninck en zijn banden met het Nijenhuis te Diepenheim, dat hieronder in zijn geheel wordt weergegeven.
ADRIAAN BUTER
Schimmelpenninck en het Nijenhuis
Wie zich eenmaal aan de voorstellingswereld van het schoolboekje ontworstelde, heeft leren zien, dat de naam "Patriotten" voor diegenen van onze voorouders, die met de Franse bezetters om de vrijheidsboom dansten, niet zo onjuist was als ze op school misschien leek.
Rutger Jan Schimmelpenninck, de Deventer koopmanszoon, die het tot Hollands ongekroonde koning bracht, hééft als Amsterdams advokaat in 1795 meegedanst om de versierde boom, die zijn vrienden op de hardbevroren Dam opgericht hadden. Voor de patriottische "factie", waartoe hij (in de geest al sedert zijn veertiende jaar, toen de Amerikanen hun vrijheidsoorlog begonnen) behoorde, waren de Franse troepen geen vreemde bezetters, maar de brengers van ware democratie en vooruitgang. Rutger Jan heeft het hele drama meegemaakt, hoe de beginselen van de Franse revolutie (waaraan zijn proefschrift gewijd was) meer en meer verzaakt werden en hoe de vreemde troepen al meer de rol van vijandige bezetters op zich namen, wier opdrachtgevers tot een steeds onverholener imperialisme overgingen, dat zijn climax vond in de jaren van Napoleon's brute dictatuur.
Zo iemand bewezen heeft de naam patriot te verdienen, dan is dat Rutger Jan geweest. Onverschrokken, soms hopend, vaker wanhopend, maar ook dan niet aflatend, heeft hij op de bres gestaan voor de zelfstandigheid van de Nederlandse natie, in die jaren met veel historische naïviteit "het Batavenvolk" genoemd.
Het is tegenwoordig ook al weer naief om van Saksers te spreken, beter lijkt het dus om van Rutger Jan slechts de afkomst uit Overijssel te vermelden. Burgerzoon, die, toen hij zelf al zoons had, nog snoefde over de onovertroffen wijze, waarop hij op de Deventer Brink het hoepelen beoefend had, geestelijk gevormd door zijn geleerde stadgenoot Simon de Vries, in wie de humanistische tradities van de IJsselstreek voortleefden, beïnvloed door de Overijsselse democraat Joan Derck van der Capellen tot den Pol, sportief genieter van het buitenleven, uitmuntend student, knap pleitbezorger zowel voor gewiekste Amsterdamse kooplieden als voor zijn patriottische vrienden, als ze in de verdrukking waren geraakt, vóór alles de man van tolerantie, die afkerig was van geweld, wel ijdel, maar onkreukbaar vasthoudend aan de rechte lijn, die hij als zijn levensweg uitgestippeld had. Zo rijst zijn beeld op uit de levensbeschrijvingen. Er is nog een ander middel dan boeken, om ons een beeld te vormen van figuren uit het verleden. Niet altijd is het er, maar in het geval van Rutger Jan staat het ons wel ter beschikking. Dat is de omgeving, waarin zij leefden, het milieu, dat soms bewaard bleef en waar iets van hun geest, van de geest van hun tijd vooral, is blijven hangen.
Nu Overijssel, tweehonderd jaar na zijn geboorte, deze grote zoon geëerd heeft, is aan die omgeving, het landgoed Nijenhuis, dat hem zo lief was en dat hem menigmaal nieuwe kracht schonk voor zijn ondankbare taak, vanzelfsprekend een rol in die herdenking toebedeeld. De tentoonstelling in Deventers Muntentoren over "Rutger Jan Schimmelpenninck, zijn leven, zijn tijd" heeft dankbaar gebruik gemaakt van de souvenirs, die op het Nijenhuis te Diepenheim trouw bewaard worden en die er een beetje het karakter van een "Rutger Jan-Museum" aan geven.
In 1812 heeft Schimmelpenninck, nog steeds fel tegenstander van Napoleons absolutistische politiek, zich door hem de benoeming tot Graaf van het Keizerrijk laten aanleunen. Had hij die moeten weigeren? Henriëtte L. T. de Beaufort heeft in het Jaarboek Overijssel onthuld, hoe in oud-adellijke kringen nog lang smalend over de adel uit de Franse tijd gesproken is en zij stelt de vraag, of de republikein Schimmelpenninck er niet beter aan gedaan had, deze onderscheiding te weigeren. Dat is uiteraard wel wat érg lang nakaarten, maar niettemin mag de vraag gesteld worden, wanneer we proberen ons een beeld van Rutger Jan te vormen. Hij. was republikein, zeker, maar hij was ook een typische aristocraat, het type van de verlichte landjonker, niet door afkomst (al stroomde er blauw "bastaard"bloed door zijn aderen), maar door opvoeding en gezindheid. Tenslotte waren in zijn tijd zeker niet alle adellijke lieden anti-republikeins of omgekeerd! De vraag moet eerder luiden, of hij, zo'n vurig nationaal voelend man, zich niet aan dit eerbetoon door de overweldiger had dienen te onttrekken. Die vraag brengt ons dichter bij het probleem, waaraan wij, die een Duitse bezetting meemaakten, kennelijk veel zwaarder torsen dan ons voorgeslacht in de Franse tijd het gedaan heeft. Wat voor onze begrippen collaboratie is, was destijds eerder een bewijs van democratische en vooruitstrevende gezindheid. Tenslotte waren die Fransen, die ons plunderden en ringeloorden dezelfden, die het feodale stelsel in Europa vernietigd hadden!
Er zijn maar weinig Nederlanders geweest, die voor de Franse revolutie en zelfs voor veel van wat daarop volgde, geen bewondering gehad hebben. Van Hogendorp was een van die weinigen. Was hij een groter man dan Schimmelpenninek? Na bijna twee eeuwen zal nog niemand dat oordeel durven uit te spreken. Maar laten we tot het Nijenhuis terugkeren. In 1799 had Rutger Jan's vader het voor hem, zijn tweede zoon gekocht. Het was toen al in de huidige toestand, die het aan de vorige eigenaar dankte. Het was hetzelfde jaar, waarin Bonaparte de macht greep. Voor Rutger Jan kon er slechts tijdens korte vakanties rust zijn in de Diepenheimse dreven, rust en ontspanning door de jacht, zijn grote liefde sinds de Deventer jeugdjaren. Hij doorkruiste het landgoed te paard of in de kiereboe, het aardige, geelgeschilderde reiswagentje, dat nog lang in het koetshuis bewaard is en dat nu in het Rijksmuseum Twenthe staat. Maar al te gauw waren die vakantieweken voorbij en moest hij weer naar Parijs.
De functie van gezant had hij niet gezocht, zo min als die van representant in 1795, maar hij was nu eenmaal geboren om te representeren, zo schrijft zijn biograaf Theun de Vries. Hij was al eenmaal flink teleurgesteld in de politiek, maar zoals dat gaat, de politiek wist hem wel weer te vinden en naarmate de nationale onafhankelijkheid vanuit Parijs sterker bedreigd werd, des te steviger beet hij zich vast in de zelfgekozen taak om die onafhankelijkheid te verdedigen. Bepaald echter niet voor zijn plezier. Boekdelen spreekt deze ontboezeming in een brief aan een Haagse vriend:
"Goede Hemel! welk een contrast tusschen het Overijsselsche buitenleven, in den schoot eener geliefde maagschap, en tusschen de kronkelpaden dezer residentie! welk een contrast tusschen Rutger Jan Schimmelpenninck, loopende in een schamel jagtbuisje, 't geweer op den schouder, met een paar getrouwe honden, door de Twentsche velden, achter de hazen en patrijzen, en tusschen den Bataafschen Ambassadeur, spanserende in 't goud gekleed, door de antichambres, kabinetten en bureaux der Ministers!"
Als Bataafs gezant was hij, enige jaren later, de grote man van de Vrede van Amiens (1802), een kleine adempauze in de oorlog met Engeland, waarbij zijn diplomatie heel wat voor Holland leek te bereiken, wat door de snelle ontwikkeling echter al gauw weer te niet werd gedaan. Met hoeveel trots zal hij in zijn tijdelijke woning in de Noord-Franse stad de ganzepen ter ondertekening voorgehouden hebben aan de onderhandelaars, dezelfde pen, die nu nog een van de pronkstukken is onder de souvenirs op het Nijenhuis! Zijn kennis van de Engelse taal, al jong in Deventer geleerd in de omgang met de commandant van het Schotse garnizoen, kwam hem nu te pas, tijdens zijn kortstondig gezantschap in Engeland. Hoe vriendelijk hij er ook bejegend werd, hij leerde ook daar, dat de grote ontwikkelingen zich buiten Holland om voltrokken.
Terug in Parijs, aan wat langzamerhand wel het hof mocht heten, zette hij de hopeloze strijd voort, totdat in 1804 Napoleon hem voor de keuze stelde: inlijving van Frankrijk, of zelf regeringshoofd worden. Rutger Jan koos het laatste. IJdelheid, vooral van zijn vrouw, zal in die beslissing meegespeeld hebben, maar vooral toch de wens om onder alle omstandigheden alles te doen voor het vaderland, wat maar gedaan kon worden. Parijs was nog niet tevreden. Schimmelpenninck verzette zich waardig, maar tenslotte moest hij aanvaarden, dat Napoleons broer hem, de "koning uit 't gemeen", zoals een anoniem tegenstander schreef, als officieel koning opvolgde. Eer de nieuwe koning arriveerde, nam Schimmelpenninck de wijk naar het Nijenhuis. Een aangeboden functie sloeg hij af. In afzondering leefde hij nu met zijn gezin in Diepenheim, tot hij in 1812 opnieuw naar Parijs geroepen werd, intussen al bijna blind door de oogziekte, die hem tijdens zijn regeringsperiode al zoveel last bezorgd had. Opnieuw met Napoleon geconfronteerd, schroomde hij niet, deze voortdurend de waarheid te zeggen. De tiran nam dat, al trok hij er zich niets van aan. "Rutger Jan is te deugdzaam voor de wereld, waarin wij leven", was zijn oordeel.
Foto: het reiswagentje van Schimmelpennick.
Rutger Jan heeft de val, zelfs nog de dood van Napoleon meegemaakt. Zijn levensavond sleet hij rustig op het Nijenhuis, al trad hij als lid van de Eerste Kamer nog een enkele maal voor zijn liberale beginselen in het krijt. Bij de blindheid voegde zich een steeds toenemende verlamming, en zoals Craandijk schrijft: "Jarenlang bloeide voor hem de kleurenpracht der bloemen op zijn geliefd Nijenhuis tevergeefs en hij zag het niet, hoe zijn eiken wiesen en hoe hun hoge kruinen zich welfden in de statige laan voor het huis, waar hij zo gaarne de rust genoot, die voor hem zo vroeg - te vroeg! - was gekomen".
De statige laan is enkele jaren geleden gekapt. Nog groeien er echter hoge eiken rondom het Nijenhuis en nog staan daar binnen de meubels uit de Franse tijd, hangen er de portretten van de mensen, die rondom de raadpensionaris geleefd hebben en herinneren de souvenirs aan de man, die aan een van de somberste tijdperken uit onze nationale geschiedenis toch een zekere grootheid heeft gegeven. Zoals de sfeer van de kamers, waarin zijn staatsieportret regeert, grandeur verleent aan dit oude huis, waarvan voor mijn gevoel de geschiedenis pas echt begint met Rutger Jan Schimmelpenninck.
Welke thema’s speelden er in 1961, althans wanneer we De Mars als leidraad nemen? Geen complete opsomming, maar een aantal zaken die mij opvielen.
Foto: Bert Haanstra, BN-er anno 1961.
Vooruitgang
Deze jaargang staat bol van de openingen van nieuwe scholen en opleidingen, fabrieken en fabrieksterreinen, stadhuizen, musea, psychiatrische inrichting, plannen voor nieuw provinciehuis en een kunstijsbaan in Deventer.
Textielindustrie
De malaise in en de uiteindelijke ineenstorting van de Twentse textielindustrie wierpen hun schaduwen al vooruit, maar hoe rampzalig het binnen tien jaar met de Twentse textiel zou aflopen was in 1961 nog niet te voorspellen. Modernisering, nieuwe producten, merkartikelen, specialisatie en kwaliteitsverbetering zijn in dit jaar nog het antwoord op de concurrentie vanuit de lage lonen landen en het wegvallen van de Indonesische markt. Een dubbeldik speciaal nummer is aan de textiel gewijd.
Foto: modernisering textielindustrie, niet meer aan de machine maar achter het schakelpaneel.
M.H. Corwin
In deze jaargang een artikel ván M.H. Corwin over de geschiedenis van de Joden in Ootmarsum en een artikel óver deze verzamelaar die eigenlijk Henri Max Cohen heette en fabrikant van poetskatoen was. Hij was één van de vijf Oldenzaalse joden die de oorlog overleefden en wordt na de oorlog geconfronteerd met een aanvankelijke onverschilligheid t.a.v. het lot van de joden. In 1955 verandert hij zijn achternaam in Corwin, om een volgend keer zo lang mogelijk uit de handen van de vijand te blijven. Hij ging postzegels, pamfletten en kaarten uit de Naziperiode verzamelen en publiceerde over joodse families. Deze informatie vinden we niet terug in het artikel maar wel in het boek met zijn bijzondere levensverhaal dat zijn dochter vorig jaar schreef.
Bekenplan Hengelo
Hengelo wordt naast ‘Metaalstad’ ook wel ‘stad van de beken genoemd’. Grote wateroverlast in 1960 leidde niet alleen tot ontwrichting van het openbare leven maar ook tot vervuild water, waarvan beoefenaren van de hengelsport, zwemmers en watersportbeoefenaren het slachtoffer werden. In 1961 werden grootscheepse plannen gemaakt om voor eens en altijd van de overlast af te zijn, er moesten waterbekkens komen, zuiveringsinstallaties, omleggingen en nieuwe waterverbindingen. Die plannen zijn in de jaren daarna uitgevoerd. Momenteel zijn de beken in Hengelo weer een actueel thema. Er is zelfs een Stichting Groene Binnenstadsbeken opgericht.
Foto: vertegenwoordigers van politieke jongerenorganisaties bijeen.
Ruilverkavelingen
Ruilverkavelingen hebben het landschap drastisch veranderd. Wanneer je op het weblog Overijssel – Plaatsbeschrijvingen 1880-1940 de lyrische beschrijvingen over Overijssels ongerepte natuurschoon leest, vraag je je af waar dat ‘eldorado voor de wandelaar en fietser’ gebleven is. De ruilverkavelingen in de jaren 50, 60 en 70 zijn er de oorzaak van dat het kleinschalige landschap grotendeels verdween. Natuurlijk waren de boeren blij met minder versnipperd grondbezit, betere waterhuishouding en infrastructuur, maar ook in 1961 al weerden de natuurliefhebbers zich tegen een in hun ogen niet toelaatbare aantasting van het natuurschoon. In deze jaargang van De Mars staan artikelen over ruilverkavelingen binnen de Kuinder Buitenpolder en het Denekampseveld. Ook een artikel over de riviernormalisering in de Graafschap Bentheim heeft aanknopingspunten met dit thema, evenals het besluit van Provinciale Staten om een Natuurbeschermingsfonds te stichten waarin jaarlijks 50.000 gulden wordt gestort.
Andere opvallende en of lezenswaardige artikelen:
- twee artikelen over de Rusluie en de Oudheidkamer Vriezenveen
- Vloedbeld als dialectauteur
- interviews met Bert Haanstra en provinciaal archeoloog C.C.W.J. Hijszeler
- het (bijna ex)-klompendorp Enter
- een kritisch artikel onder de titel ‘Natura Docet op de goede weg?’
- politieke belangstelling van jongeren in Overijssel
- uitgebreid artikel over Arboretum Poort-Bulten bij De Lutte
Schimmelpenninck en het Nijenhuis
Adriaan Buter schreef een boeiend artikel over Rutger Jan Schimmelpenninck en zijn banden met het Nijenhuis te Diepenheim, dat hieronder in zijn geheel wordt weergegeven.
ADRIAAN BUTER
Schimmelpenninck en het Nijenhuis
Wie zich eenmaal aan de voorstellingswereld van het schoolboekje ontworstelde, heeft leren zien, dat de naam "Patriotten" voor diegenen van onze voorouders, die met de Franse bezetters om de vrijheidsboom dansten, niet zo onjuist was als ze op school misschien leek.
Rutger Jan Schimmelpenninck, de Deventer koopmanszoon, die het tot Hollands ongekroonde koning bracht, hééft als Amsterdams advokaat in 1795 meegedanst om de versierde boom, die zijn vrienden op de hardbevroren Dam opgericht hadden. Voor de patriottische "factie", waartoe hij (in de geest al sedert zijn veertiende jaar, toen de Amerikanen hun vrijheidsoorlog begonnen) behoorde, waren de Franse troepen geen vreemde bezetters, maar de brengers van ware democratie en vooruitgang. Rutger Jan heeft het hele drama meegemaakt, hoe de beginselen van de Franse revolutie (waaraan zijn proefschrift gewijd was) meer en meer verzaakt werden en hoe de vreemde troepen al meer de rol van vijandige bezetters op zich namen, wier opdrachtgevers tot een steeds onverholener imperialisme overgingen, dat zijn climax vond in de jaren van Napoleon's brute dictatuur.
Zo iemand bewezen heeft de naam patriot te verdienen, dan is dat Rutger Jan geweest. Onverschrokken, soms hopend, vaker wanhopend, maar ook dan niet aflatend, heeft hij op de bres gestaan voor de zelfstandigheid van de Nederlandse natie, in die jaren met veel historische naïviteit "het Batavenvolk" genoemd.
Het is tegenwoordig ook al weer naief om van Saksers te spreken, beter lijkt het dus om van Rutger Jan slechts de afkomst uit Overijssel te vermelden. Burgerzoon, die, toen hij zelf al zoons had, nog snoefde over de onovertroffen wijze, waarop hij op de Deventer Brink het hoepelen beoefend had, geestelijk gevormd door zijn geleerde stadgenoot Simon de Vries, in wie de humanistische tradities van de IJsselstreek voortleefden, beïnvloed door de Overijsselse democraat Joan Derck van der Capellen tot den Pol, sportief genieter van het buitenleven, uitmuntend student, knap pleitbezorger zowel voor gewiekste Amsterdamse kooplieden als voor zijn patriottische vrienden, als ze in de verdrukking waren geraakt, vóór alles de man van tolerantie, die afkerig was van geweld, wel ijdel, maar onkreukbaar vasthoudend aan de rechte lijn, die hij als zijn levensweg uitgestippeld had. Zo rijst zijn beeld op uit de levensbeschrijvingen. Er is nog een ander middel dan boeken, om ons een beeld te vormen van figuren uit het verleden. Niet altijd is het er, maar in het geval van Rutger Jan staat het ons wel ter beschikking. Dat is de omgeving, waarin zij leefden, het milieu, dat soms bewaard bleef en waar iets van hun geest, van de geest van hun tijd vooral, is blijven hangen.
Nu Overijssel, tweehonderd jaar na zijn geboorte, deze grote zoon geëerd heeft, is aan die omgeving, het landgoed Nijenhuis, dat hem zo lief was en dat hem menigmaal nieuwe kracht schonk voor zijn ondankbare taak, vanzelfsprekend een rol in die herdenking toebedeeld. De tentoonstelling in Deventers Muntentoren over "Rutger Jan Schimmelpenninck, zijn leven, zijn tijd" heeft dankbaar gebruik gemaakt van de souvenirs, die op het Nijenhuis te Diepenheim trouw bewaard worden en die er een beetje het karakter van een "Rutger Jan-Museum" aan geven.
In 1812 heeft Schimmelpenninck, nog steeds fel tegenstander van Napoleons absolutistische politiek, zich door hem de benoeming tot Graaf van het Keizerrijk laten aanleunen. Had hij die moeten weigeren? Henriëtte L. T. de Beaufort heeft in het Jaarboek Overijssel onthuld, hoe in oud-adellijke kringen nog lang smalend over de adel uit de Franse tijd gesproken is en zij stelt de vraag, of de republikein Schimmelpenninck er niet beter aan gedaan had, deze onderscheiding te weigeren. Dat is uiteraard wel wat érg lang nakaarten, maar niettemin mag de vraag gesteld worden, wanneer we proberen ons een beeld van Rutger Jan te vormen. Hij. was republikein, zeker, maar hij was ook een typische aristocraat, het type van de verlichte landjonker, niet door afkomst (al stroomde er blauw "bastaard"bloed door zijn aderen), maar door opvoeding en gezindheid. Tenslotte waren in zijn tijd zeker niet alle adellijke lieden anti-republikeins of omgekeerd! De vraag moet eerder luiden, of hij, zo'n vurig nationaal voelend man, zich niet aan dit eerbetoon door de overweldiger had dienen te onttrekken. Die vraag brengt ons dichter bij het probleem, waaraan wij, die een Duitse bezetting meemaakten, kennelijk veel zwaarder torsen dan ons voorgeslacht in de Franse tijd het gedaan heeft. Wat voor onze begrippen collaboratie is, was destijds eerder een bewijs van democratische en vooruitstrevende gezindheid. Tenslotte waren die Fransen, die ons plunderden en ringeloorden dezelfden, die het feodale stelsel in Europa vernietigd hadden!
Er zijn maar weinig Nederlanders geweest, die voor de Franse revolutie en zelfs voor veel van wat daarop volgde, geen bewondering gehad hebben. Van Hogendorp was een van die weinigen. Was hij een groter man dan Schimmelpenninek? Na bijna twee eeuwen zal nog niemand dat oordeel durven uit te spreken. Maar laten we tot het Nijenhuis terugkeren. In 1799 had Rutger Jan's vader het voor hem, zijn tweede zoon gekocht. Het was toen al in de huidige toestand, die het aan de vorige eigenaar dankte. Het was hetzelfde jaar, waarin Bonaparte de macht greep. Voor Rutger Jan kon er slechts tijdens korte vakanties rust zijn in de Diepenheimse dreven, rust en ontspanning door de jacht, zijn grote liefde sinds de Deventer jeugdjaren. Hij doorkruiste het landgoed te paard of in de kiereboe, het aardige, geelgeschilderde reiswagentje, dat nog lang in het koetshuis bewaard is en dat nu in het Rijksmuseum Twenthe staat. Maar al te gauw waren die vakantieweken voorbij en moest hij weer naar Parijs.
De functie van gezant had hij niet gezocht, zo min als die van representant in 1795, maar hij was nu eenmaal geboren om te representeren, zo schrijft zijn biograaf Theun de Vries. Hij was al eenmaal flink teleurgesteld in de politiek, maar zoals dat gaat, de politiek wist hem wel weer te vinden en naarmate de nationale onafhankelijkheid vanuit Parijs sterker bedreigd werd, des te steviger beet hij zich vast in de zelfgekozen taak om die onafhankelijkheid te verdedigen. Bepaald echter niet voor zijn plezier. Boekdelen spreekt deze ontboezeming in een brief aan een Haagse vriend:
"Goede Hemel! welk een contrast tusschen het Overijsselsche buitenleven, in den schoot eener geliefde maagschap, en tusschen de kronkelpaden dezer residentie! welk een contrast tusschen Rutger Jan Schimmelpenninck, loopende in een schamel jagtbuisje, 't geweer op den schouder, met een paar getrouwe honden, door de Twentsche velden, achter de hazen en patrijzen, en tusschen den Bataafschen Ambassadeur, spanserende in 't goud gekleed, door de antichambres, kabinetten en bureaux der Ministers!"
Als Bataafs gezant was hij, enige jaren later, de grote man van de Vrede van Amiens (1802), een kleine adempauze in de oorlog met Engeland, waarbij zijn diplomatie heel wat voor Holland leek te bereiken, wat door de snelle ontwikkeling echter al gauw weer te niet werd gedaan. Met hoeveel trots zal hij in zijn tijdelijke woning in de Noord-Franse stad de ganzepen ter ondertekening voorgehouden hebben aan de onderhandelaars, dezelfde pen, die nu nog een van de pronkstukken is onder de souvenirs op het Nijenhuis! Zijn kennis van de Engelse taal, al jong in Deventer geleerd in de omgang met de commandant van het Schotse garnizoen, kwam hem nu te pas, tijdens zijn kortstondig gezantschap in Engeland. Hoe vriendelijk hij er ook bejegend werd, hij leerde ook daar, dat de grote ontwikkelingen zich buiten Holland om voltrokken.
Terug in Parijs, aan wat langzamerhand wel het hof mocht heten, zette hij de hopeloze strijd voort, totdat in 1804 Napoleon hem voor de keuze stelde: inlijving van Frankrijk, of zelf regeringshoofd worden. Rutger Jan koos het laatste. IJdelheid, vooral van zijn vrouw, zal in die beslissing meegespeeld hebben, maar vooral toch de wens om onder alle omstandigheden alles te doen voor het vaderland, wat maar gedaan kon worden. Parijs was nog niet tevreden. Schimmelpenninck verzette zich waardig, maar tenslotte moest hij aanvaarden, dat Napoleons broer hem, de "koning uit 't gemeen", zoals een anoniem tegenstander schreef, als officieel koning opvolgde. Eer de nieuwe koning arriveerde, nam Schimmelpenninck de wijk naar het Nijenhuis. Een aangeboden functie sloeg hij af. In afzondering leefde hij nu met zijn gezin in Diepenheim, tot hij in 1812 opnieuw naar Parijs geroepen werd, intussen al bijna blind door de oogziekte, die hem tijdens zijn regeringsperiode al zoveel last bezorgd had. Opnieuw met Napoleon geconfronteerd, schroomde hij niet, deze voortdurend de waarheid te zeggen. De tiran nam dat, al trok hij er zich niets van aan. "Rutger Jan is te deugdzaam voor de wereld, waarin wij leven", was zijn oordeel.
Foto: het reiswagentje van Schimmelpennick.
Rutger Jan heeft de val, zelfs nog de dood van Napoleon meegemaakt. Zijn levensavond sleet hij rustig op het Nijenhuis, al trad hij als lid van de Eerste Kamer nog een enkele maal voor zijn liberale beginselen in het krijt. Bij de blindheid voegde zich een steeds toenemende verlamming, en zoals Craandijk schrijft: "Jarenlang bloeide voor hem de kleurenpracht der bloemen op zijn geliefd Nijenhuis tevergeefs en hij zag het niet, hoe zijn eiken wiesen en hoe hun hoge kruinen zich welfden in de statige laan voor het huis, waar hij zo gaarne de rust genoot, die voor hem zo vroeg - te vroeg! - was gekomen".
De statige laan is enkele jaren geleden gekapt. Nog groeien er echter hoge eiken rondom het Nijenhuis en nog staan daar binnen de meubels uit de Franse tijd, hangen er de portretten van de mensen, die rondom de raadpensionaris geleefd hebben en herinneren de souvenirs aan de man, die aan een van de somberste tijdperken uit onze nationale geschiedenis toch een zekere grootheid heeft gegeven. Zoals de sfeer van de kamers, waarin zijn staatsieportret regeert, grandeur verleent aan dit oude huis, waarvan voor mijn gevoel de geschiedenis pas echt begint met Rutger Jan Schimmelpenninck.
zaterdag 18 augustus 2012
Muziek uit het oosten (54): Serge Epskamp
Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.
Dit keer aandacht voor de door kenners zeer gewaardeerde Achterhoekse singer-songwriter Serge Epskamp. In september brengt hij zijn eerste album 'Oer' uit. Hierover op zijn website: Tien mooie achterhoekse liedjes over het Laeven en het Geluud, de Olde Hut, Zun en Bun, de Volle Maon, de Nacht, veur Pampus liggen, het Liefste Deerntjen, de Rivier en het Schemerbleumken in Americana stijl. Hier alvast een voorproefje.
Dit keer aandacht voor de door kenners zeer gewaardeerde Achterhoekse singer-songwriter Serge Epskamp. In september brengt hij zijn eerste album 'Oer' uit. Hierover op zijn website: Tien mooie achterhoekse liedjes over het Laeven en het Geluud, de Olde Hut, Zun en Bun, de Volle Maon, de Nacht, veur Pampus liggen, het Liefste Deerntjen, de Rivier en het Schemerbleumken in Americana stijl. Hier alvast een voorproefje.
dinsdag 14 augustus 2012
Ook bibliotheken gaan kapot door het grote geld
(foto: ad.nl)
Nee, ik heb ondanks de momenteel fel schijnende zon geen last van een zonnesteek. De titel van deze blogpost op dit brave blog met Overijssels allerlei doet het misschien vermoeden, maar deze ontdekking werd gedaan door Edwin Mijnsbergen, de man die – komkommertijd of niet – altijd blogt, met een snelheid en een schrijfstijl waar menig journalist jaloers op mag zijn.
Tussen alle RSS-berichten over niets sprong deze blogpost eruit en werd ik na lezing ervan erdoor getroffen. Natuurlijk dikt hij een en ander wat aan, want dat maakt het nog mooier om te lezen, maar Edwin vertolkt de mening van het ‘gewone bibliotheekvolk’ dat het in gedachten met hem eens is, maar meestal wijselijk zijn/haar mond houdt.
Lees Edwins blogpost hier.
Nee, ik heb ondanks de momenteel fel schijnende zon geen last van een zonnesteek. De titel van deze blogpost op dit brave blog met Overijssels allerlei doet het misschien vermoeden, maar deze ontdekking werd gedaan door Edwin Mijnsbergen, de man die – komkommertijd of niet – altijd blogt, met een snelheid en een schrijfstijl waar menig journalist jaloers op mag zijn.
Tussen alle RSS-berichten over niets sprong deze blogpost eruit en werd ik na lezing ervan erdoor getroffen. Natuurlijk dikt hij een en ander wat aan, want dat maakt het nog mooier om te lezen, maar Edwin vertolkt de mening van het ‘gewone bibliotheekvolk’ dat het in gedachten met hem eens is, maar meestal wijselijk zijn/haar mond houdt.
Lees Edwins blogpost hier.
donderdag 9 augustus 2012
Meest voorkomende vlinders in Overijssel
Behalve komkommertijd is het ook vlindertijd. Nu dit samenvalt is dat voor mij aanleiding aandacht te besteden aan het bericht dat ik tegenkwam in het Nieuwsblad Oldenzaal onder de titel Dagpauwoog meest geteld in Overijssel. Het artikel gaat over de jaarlijkse tuinvlindertelling die afgelopen weekend door de Vlinderstichting was georganiseerd.
In Nederland werden in meer dan 2.000 en in Overijssel in 103 tuinen vlinders geteld. Landelijk werd de kleine vos het meest geteld, maar in Overijssel eindigde deze soort slechts op de vierde plaats. De dagpauwoog, die in Overijssel de eerste plaats behaalde, werd tweede in heel Nederland. Het landkaartje deed het in Overijssel wat beter dan landelijk: in Overijssel werd deze soort 8e (met 52 exemplaren), landelijk eindigde het landkaartje op nummer elf. De koninginnenpage, de grootste dagvlinder van Nederland, werd 2 keer gemeld in de provincie. Kijk hier voor alle waarnemingen.
Meestvoorkomende vlinders in Overijssel - tussen haken het aantal waarnemingen tijdens het vlinderweekend (foto's: Wikimedia Commons):
Dagpauwoog 269
Klein koolwitje 203
Atalanta 176
Kleine vos 147
Groot koolwitje 134
Citroenvlinder 117
Bont zandoogje 108
In Nederland werden in meer dan 2.000 en in Overijssel in 103 tuinen vlinders geteld. Landelijk werd de kleine vos het meest geteld, maar in Overijssel eindigde deze soort slechts op de vierde plaats. De dagpauwoog, die in Overijssel de eerste plaats behaalde, werd tweede in heel Nederland. Het landkaartje deed het in Overijssel wat beter dan landelijk: in Overijssel werd deze soort 8e (met 52 exemplaren), landelijk eindigde het landkaartje op nummer elf. De koninginnenpage, de grootste dagvlinder van Nederland, werd 2 keer gemeld in de provincie. Kijk hier voor alle waarnemingen.
Meestvoorkomende vlinders in Overijssel - tussen haken het aantal waarnemingen tijdens het vlinderweekend (foto's: Wikimedia Commons):
Dagpauwoog 269
Klein koolwitje 203
Atalanta 176
Kleine vos 147
Groot koolwitje 134
Citroenvlinder 117
Bont zandoogje 108
dinsdag 7 augustus 2012
Topografische kaart van 1849 (18): Deventer en omgeving
Een van de meest bijzondere kaarten uit de Overijssel Collectie is de Topografische kaart van Overijssel, 1849, vervaardigd in opdracht van de provincie Overijssel. Door de systematische kartering door het Kadaster en triangulatie van Krayenhoff konden er toen voor het eerst kaarten op grote schaal gemaakt worden, die ook nog nauwkeurig waren. Deze kaart was de eerste kaart van Overijssel, waarop o.m. gedetailleerd grondgebruik en administratieve grenzen werden weergegeven. De kaart is in 32 katernen op linnen geplakt.
Deze kaart, die vrij zeldzaam is, verscheen zo'n tien jaar eerder dan de bekende Topografische Militaire Kaart.
Hieronder twee katernen met het gebied rond Deventer en daaronder een kaartgedeelte in detail. Klik erop voor vergroting.
In dezelfde tijd dat deze kaart tot stand kwam gaf A.J. van der Aa zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden uit (1839-1851) met topografische beschrijvingen. Dit 13-delige woordenboek is tegenwoordig full-text op Google Books te vinden.
Van steden, dorpen en zelfs veel gehuchten, maar ook van rivieren en andere geografische namen is in dit naslagwerk een beschrijving te vinden, die de toenmalige situatie weergeeft. Een aantal voorbeelden:
Deventer
Diepenveen
Deze kaart, die vrij zeldzaam is, verscheen zo'n tien jaar eerder dan de bekende Topografische Militaire Kaart.
Hieronder twee katernen met het gebied rond Deventer en daaronder een kaartgedeelte in detail. Klik erop voor vergroting.
In dezelfde tijd dat deze kaart tot stand kwam gaf A.J. van der Aa zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden uit (1839-1851) met topografische beschrijvingen. Dit 13-delige woordenboek is tegenwoordig full-text op Google Books te vinden.
Van steden, dorpen en zelfs veel gehuchten, maar ook van rivieren en andere geografische namen is in dit naslagwerk een beschrijving te vinden, die de toenmalige situatie weergeeft. Een aantal voorbeelden:
Deventer
Diepenveen
zondag 5 augustus 2012
Oldenzaal beste gemeente, Brinkhoek beste buurt, Overijssel tweede provincie
Waar is het mooi wonen, welke gemeenten bieden rust, ruimte en groen? Waar hebben inwoners ruime keuze uit kinderopvang, scholen en ziekenhuizen? En hoe is de bereikbaarheid per auto en trein? Aan de hand van deze en nog andere criteria heeft Elsevier opnieuw een ranglijst samengesteld waarbij alle 415 Nederlandse gemeenten werden beoordeeld. De gemeenten werden scores toebedeeld op101 indicatoren, die zijn gebundeld in 20 onderpen binnen acht thema’s. Voor het eerst zijn de indicatoren niet veranderd. Dat is de reden dat de verschuivingen minder groot zijn dan voordien, maar ze zijn er wel degelijk: scholen of zwembaden kunnen sluiten, de werkgelegenheid of de verkeersveiligheid kan verbeteren. De thema’s zijn:
• Woonomgeving (Historisch decor, Aantrekkelijke buurten, Natuur, rust en ruimte)
• Basisvoorzieningen (Kinderpakket, Jongerenpakket, Zorgpakket, Winkels)
• Plusvoorzieningen (Cultuur, Uitgaan, (Water)recreatie, Sport en fitness)
• Overlast en veiligheid (Weinig overlast, Weinig misdaad, Verkeersveiligheid)
• Sociaal klimaat (Samenstelling bevolking, Saamhorigheid)
• Economie (Bedrijvigheid en werk)
• Bereikbaarheid (Openbaar vervoer, Bereikbaarheid per auto)
• Gemeente (Diensten en tarieven)
Sint-Plechelmusbasiliek Oldenzaal (foto: Wikimedia Commons)
Vorig jaar Borne, nu Oldenzaal beste gemeente
Het zal niemand verbazen dat de villarijke gemeenten Haren, Bloemendaal en Rozendaal de top drie vormen. No. 23 op de landelijke lijst staat Oldenzaal, dat daarmee de no. 1 van Overijssel is.
Overijssel
tussen haken de plek vorig jaar en daarachter de plek op de landelijke lijst met daar weer achter de plek vorig jaar
1. (2) – 23 (31) Oldenzaal
2. (1) – 29 (30) Borne
3. (3) - 40 (45) Zwolle
4. (5) – 47 (63) Rijssen-Holten
5. (4) – 49 (53) Wierden
6. (6) - 68 (79) Hof van Twente
7. (7) – 80 (118) Hengelo
8. (8) – 107 (120) Haaksbergen
9. (10) – 114 (143) Kampen
10. (9) – 116 (123) Dinkelland
11. (12) – 137 (146) Dalfsen
12. (11) – 151 (144) Staphorst
13. (15) – 174 (198) Losser
14. (16) – 185 (207) Twenterand
15. (13) – 192 (187) Raalte
16. (14) – 195 (194) Deventer
17. (16) – 205 (201) Zwartewaterland
18. (19) – 226 (256) Enschede
19. (21) – 249 (276) Tubbergen
20. (18) – 258 (234) Olst-Wijhe
21. (20) – 266 (273) Ommen
22. (22) – 267 (286) Hellendoorn
23. (21) – 287 (298) Hardenberg
24. (25) – 315 (335) Almelo
25. (24) – 331 (328) Steenwijkerland
Hengelo staat in de landelijke lijst van snelste stijgers op de zevende plaats, als enige grote(re) stad tussen plattelandsgemeenten .
Buurten
Dit keer zijn ook buurten bij het onderzoek betrokken. De Zwolse buurt Brinkhoek haalde de hoogste score van Nederland en liet daarmee buurten in Bloemendaal, Wassenaar, Velsen, Bussum en Heemstede achter zich.
In de categorie beste buurt in een landelijke omgeving staat 'Ommen ten zuiden van de Vecht' op de tweede plaats.
Er is ook een lijst van laagst scorende buurten. Het Almelose Kerkelanden geniet de twijfelachtige eer hier op de vijfde plaats te staan achter vier Rotterdamse wijken.
Provincies
Het is dat het weer vanmorgen niet uitnodigt tot buitenactiviteiten, daarom maar een uurtje besteed aan cijferwerk. Door per provincie de plekken van de gemeenten op de lijst op te tellen en te delen door het aantal gemeenten in die provincie ontstaat er een gemiddelde plek per provincie. Dat leidt tot een lijstje van de beste provincies om te wonen, werken en recreëren:
1. Utrecht (118)
2. Overijssel (164)
3. Noord-Brabant (177)
4. Noord-Holland (180)
5. Gelderland (201)
6. Zuid-Holland (211)
7. Drenthe (242)
8. Friesland (255)
9. Limburg (276)
10. Zeeland (277)
11. Groningen (280)
12. Flevoland (326)
• Woonomgeving (Historisch decor, Aantrekkelijke buurten, Natuur, rust en ruimte)
• Basisvoorzieningen (Kinderpakket, Jongerenpakket, Zorgpakket, Winkels)
• Plusvoorzieningen (Cultuur, Uitgaan, (Water)recreatie, Sport en fitness)
• Overlast en veiligheid (Weinig overlast, Weinig misdaad, Verkeersveiligheid)
• Sociaal klimaat (Samenstelling bevolking, Saamhorigheid)
• Economie (Bedrijvigheid en werk)
• Bereikbaarheid (Openbaar vervoer, Bereikbaarheid per auto)
• Gemeente (Diensten en tarieven)
Sint-Plechelmusbasiliek Oldenzaal (foto: Wikimedia Commons)
Vorig jaar Borne, nu Oldenzaal beste gemeente
Het zal niemand verbazen dat de villarijke gemeenten Haren, Bloemendaal en Rozendaal de top drie vormen. No. 23 op de landelijke lijst staat Oldenzaal, dat daarmee de no. 1 van Overijssel is.
Overijssel
tussen haken de plek vorig jaar en daarachter de plek op de landelijke lijst met daar weer achter de plek vorig jaar
1. (2) – 23 (31) Oldenzaal
2. (1) – 29 (30) Borne
3. (3) - 40 (45) Zwolle
4. (5) – 47 (63) Rijssen-Holten
5. (4) – 49 (53) Wierden
6. (6) - 68 (79) Hof van Twente
7. (7) – 80 (118) Hengelo
8. (8) – 107 (120) Haaksbergen
9. (10) – 114 (143) Kampen
10. (9) – 116 (123) Dinkelland
11. (12) – 137 (146) Dalfsen
12. (11) – 151 (144) Staphorst
13. (15) – 174 (198) Losser
14. (16) – 185 (207) Twenterand
15. (13) – 192 (187) Raalte
16. (14) – 195 (194) Deventer
17. (16) – 205 (201) Zwartewaterland
18. (19) – 226 (256) Enschede
19. (21) – 249 (276) Tubbergen
20. (18) – 258 (234) Olst-Wijhe
21. (20) – 266 (273) Ommen
22. (22) – 267 (286) Hellendoorn
23. (21) – 287 (298) Hardenberg
24. (25) – 315 (335) Almelo
25. (24) – 331 (328) Steenwijkerland
Hengelo staat in de landelijke lijst van snelste stijgers op de zevende plaats, als enige grote(re) stad tussen plattelandsgemeenten .
Buurten
Dit keer zijn ook buurten bij het onderzoek betrokken. De Zwolse buurt Brinkhoek haalde de hoogste score van Nederland en liet daarmee buurten in Bloemendaal, Wassenaar, Velsen, Bussum en Heemstede achter zich.
In de categorie beste buurt in een landelijke omgeving staat 'Ommen ten zuiden van de Vecht' op de tweede plaats.
Er is ook een lijst van laagst scorende buurten. Het Almelose Kerkelanden geniet de twijfelachtige eer hier op de vijfde plaats te staan achter vier Rotterdamse wijken.
Provincies
Het is dat het weer vanmorgen niet uitnodigt tot buitenactiviteiten, daarom maar een uurtje besteed aan cijferwerk. Door per provincie de plekken van de gemeenten op de lijst op te tellen en te delen door het aantal gemeenten in die provincie ontstaat er een gemiddelde plek per provincie. Dat leidt tot een lijstje van de beste provincies om te wonen, werken en recreëren:
1. Utrecht (118)
2. Overijssel (164)
3. Noord-Brabant (177)
4. Noord-Holland (180)
5. Gelderland (201)
6. Zuid-Holland (211)
7. Drenthe (242)
8. Friesland (255)
9. Limburg (276)
10. Zeeland (277)
11. Groningen (280)
12. Flevoland (326)
zaterdag 4 augustus 2012
De HOTLO is hot in Hengelo!
Voor en tegenstanders mengen zich, onder meer via ingezonden brieven in de Tubantia, in een discussie over het vanuit Brazilië naar Hengelo halen en tentoonstellen van de laatste nog in bedrijf zijnde reuzen-scheepsdieselmotor, waarvan 166 stuks in de jaren 50 en 60 bij Stork werden geproduceerd onder de naam H.O.T.L.O. (=Hesselman Omkeerbare Tweetakt Langsspoeling Oplading motor, ook wel door machinisten genoemd 'Het Onding Trilt en Lekt Ontzettend').
Het besluit tot het aanvaarden van de schenking van de Noble Company, de eigenaar van de laatste Hotlo, is door de stichting S.O.S. Hotlo genomen. Een ploeg technici is vorige maand begonnen met het demonteren van de motor in Brazilië. Daarmee staat de H.O.T.L.O. nog niet te pronken in Hengelo. Ondanks de vele sponsoren zal voor met name het vinden en in stand houden van een geschikte tentoonstellingsplek de hulp van de gemeente nodig zijn en ook gemeenschapsgeld. Sommigen vinden dat je aan dit symbool van de Hengelose metaalindustrie in deze tijd geen cent mag besteden en anderen vinden dat het een prominente plaats moet krijgen in Metaalstad Hengelo. Voor wie nog geen oordeel heeft geveld over deze kwestie en wel eens wil weten waar het precies over gaat hieronder verwijzingen naar informatie over de scheepsmotor.
De website van de Stichting Save Our Stork (SOS) Hotlo bevat alle informatie over het plan de Hotlo naar het Hengelo te halen, een dagboek over de demontage, de sponsoractie en veel technische gegevens over de Hotlo. Klik op de afbeelding om de website te bekijken.
In Het Geheugen van Nederland zijn 140 afbeeldingen te vinden over de H.O.T.L.O., afkomstig uit de Stork-collectie van het Historisch Centrum Overijssel.
Hieronder een filmpje op YouTube met een draaiende H.O.T.L.O.-motor, dat al bijna 18.000 keer bekeken is.
Het besluit tot het aanvaarden van de schenking van de Noble Company, de eigenaar van de laatste Hotlo, is door de stichting S.O.S. Hotlo genomen. Een ploeg technici is vorige maand begonnen met het demonteren van de motor in Brazilië. Daarmee staat de H.O.T.L.O. nog niet te pronken in Hengelo. Ondanks de vele sponsoren zal voor met name het vinden en in stand houden van een geschikte tentoonstellingsplek de hulp van de gemeente nodig zijn en ook gemeenschapsgeld. Sommigen vinden dat je aan dit symbool van de Hengelose metaalindustrie in deze tijd geen cent mag besteden en anderen vinden dat het een prominente plaats moet krijgen in Metaalstad Hengelo. Voor wie nog geen oordeel heeft geveld over deze kwestie en wel eens wil weten waar het precies over gaat hieronder verwijzingen naar informatie over de scheepsmotor.
De website van de Stichting Save Our Stork (SOS) Hotlo bevat alle informatie over het plan de Hotlo naar het Hengelo te halen, een dagboek over de demontage, de sponsoractie en veel technische gegevens over de Hotlo. Klik op de afbeelding om de website te bekijken.
In Het Geheugen van Nederland zijn 140 afbeeldingen te vinden over de H.O.T.L.O., afkomstig uit de Stork-collectie van het Historisch Centrum Overijssel.
Hieronder een filmpje op YouTube met een draaiende H.O.T.L.O.-motor, dat al bijna 18.000 keer bekeken is.
donderdag 2 augustus 2012
Vakantietip: Blauw goud van Almar Otten
Het woord ‘pageturner’ gebruikte ik ook al in de blogpost die ik wijdde aan De afstammeling van Almar Otten. Als ‘non-fictie lezer’ had ik even een aanloop nodig, maar de zomerse avond gisteren op een ligstoel in de tuin was geheel gewijd aan Blauw goud van dezelfde schrijver. Tot in de late schemering bleef ik doorlezen tot het boek uit was. En weer was ik onder de indruk. Mooi onderwerp, ingewikkelde en spannende plot. Een deskundige op het gebied van middeleeuwse handschriften, medewerkster bij de Athenaeumbibliotheek in Deventer, is wederom een van de hoofdpersonen. Ook laat de auteur het bezuinigingsspook dat momenteel in bibliotheekland rondwaart – hoe actueel – in zijn boek verschijnen. Maar daar gaat het boek niet over. Wel over het (verre) verleden vermengd met het heden, historische feiten vermengd met fictie, en een spannend verhaal, een historische thriller dus. Ik vind het een prachtig boek, maar wat zegt dat over de kwaliteit? Op vakantie neem ik b.v. altijd enkele deeltjes van de Bob Evers-serie mee, ik bedoel maar. Dus ik heb maar even gezocht naar recensies en deze bevestigden mijn oordeel: ze waren zeer positief.
Wie nog niet op vakantie is geweest: meenemen dit boek!! Ook verkrijgbaar als e-book.
woensdag 1 augustus 2012
Amerikaanse filmprijs voor Henk van Mierlo voor film over Deventer
De Deventer fotograaf en cineast Henk van Mierlo heeft met “Heritage Saved is History Preserved” op het US International Film & Video Festival in Los Angeles de One World Award gewonnen.
De documentaire met de Nederlandse titel Wie wat bewaart, die heeft wat werd door Henk van Mierlo in eerste instantie gemaakt over veertig jaar NV Bergkwartier, opgericht door tegendraadse Deventernaren, die de afbraak van een historisch stadsgedeelte niet zo maar wilden aanvaarden. Uiteindelijk ging de film over veel meer, eigenlijk over Deventer van toen naar nu in brede zin.
Bekijk de gehele film bij RTVOost
De documentaire met de Nederlandse titel Wie wat bewaart, die heeft wat werd door Henk van Mierlo in eerste instantie gemaakt over veertig jaar NV Bergkwartier, opgericht door tegendraadse Deventernaren, die de afbraak van een historisch stadsgedeelte niet zo maar wilden aanvaarden. Uiteindelijk ging de film over veel meer, eigenlijk over Deventer van toen naar nu in brede zin.
Bekijk de gehele film bij RTVOost