(regionale) geschiedenis - politiek - geografie - muziek - boeken - websites - statistiek
zaterdag 28 februari 2009
Wiki: Geschiedenis van Geesteren
Foto: De Hof van Geesteren
Een wiki is een handige toepassing om de gezamenlijke kennis rond een bepaald onderwerp op internet te zetten. Ik heb op dit weblog al eens voorbeelden laten zien van wiki’s. Ik heb er toen op gewezen dat de wiki een prachtig instrument zou kunnen zijn voor leden van historische verenigingen om gezamenlijk te werken aan het plaatsen van historische informatie over de eigen plaats op Internet.
Bij toeval stuitte ik op een mooi voorbeeld van zo’n wiki. De Stichting Heemkunde Geesteren is een eigen wiki over Geesteren begonnen.
Natuurlijk is er informatie te vinden over Geesteren in Wikipedia. Echter Wikipedia wil als een soort encyclopedie fungeren, dus dient de hoeveelheid informatie terecht evenredig te zijn aan het belang van het onderwerp. Bij een wiki kun je zoveel uitweiden over (detail)onderwerpen als je maar wilt. Een historische vereniging kan zo gebruik maken van specialistische kennis van de leden.
Bij de wiki van Geesteren kan men kiezen voor een algemene beschrijving, voor chronologisch zoeken en voor zoeken op onderwerp.
Het toevoegen van informatie aan een wiki is niet moeilijk. Je moet je wel eerst even registreren. Hoe je bijdragen kunt leveren aan Wikipedia, de bekendste wiki, heb ik zelf geleerd door af te kijken via ‘brontekst bekijken’, maar er zijn ook uitgebreide handleidingen.
Mijn enthousiasme over de wiki van Geesteren werd enigszins getemperd toen ik bij ‘geschiedenis’ zag dat tot nu toe slechts één persoon bijdragen heeft geleverd en dat de laatste bijdrage dateert van 19 september 2008. Hopelijk krijgt dit mooie initiatief een vervolg.
woensdag 25 februari 2009
Frank Löwik, pleitbezorger van de Twentse taal en cultuur, is overleden
Volkomen onverwacht is in zijn woonplaats Leeuwarden de Twentse regionalist Frank Löwik (52) overleden.
In De Twentse Beweging : strijd voor moadersproake en eigenheid, het werk waarop hij 2003 promoveerde, schreef Frank Löwik een korte biografie over zichzelf: ‘Frank Löwik werd geboren in 1956 in Almelo. Hij is leraar geschiedenis en Duits, eerst op Ameland en nu te Leeuwarden. Hij begon omstreeks 1980 in het Twents te schrijven en zijn bijdragen zijn in diverse tijdschriften en bundels te vinden. In 1989 verscheen van zijn hand Om de taal van Twente, destijds van bevoegde zijde ‘een baanbrekende studie’ en de ‘eerste literatuurgeschiedenis van het Twents’ genoemd. Het verhalenbundeltje Op ’n biester kwam in 1993 uit. Löwik probeerde in de streektaalliteratuur aansluiting te vinden bij de thematiek van de moderne tijd. In de negentiger jaren werkte hij samen met Goaitsen van der Vliet en Gerrit Klaassen aan het roemruchte tijdschrift De Nieje Tied waardoor een breuk ontstond tussen de meer conservatieve streektaalbeoefenaren en jongeren die vaart en vernieuwing wensten. Samen met van der Vliet vertaalde hij de populaire strip Asterix den Galliër: kats in ’t plat. Het werd de meest verkochte Twentse uitgave ooit. Verder verscheen van zijn hand in 2001 een biografie van Jan Jans. Löwik is verder actief betrokken bij vrijwilligerswerk en bekleedt bestuursfuncties in de rooms katholieke kerk’.
Tot zover Frank Löwik zelf. Eraan toegevoegd kan worden dat hij in 2007 zijn bundel Flantuutn: verhaaln en kaanttekstn liet verschijnen.
Lees hier het bericht over zijn overlijden in de Tubantia. Hier kunt u het weblog over Frank Löwik bekijken.
Foto: Frank Löwik met Adriaan Buter in 1989
In De Twentse Beweging : strijd voor moadersproake en eigenheid, het werk waarop hij 2003 promoveerde, schreef Frank Löwik een korte biografie over zichzelf: ‘Frank Löwik werd geboren in 1956 in Almelo. Hij is leraar geschiedenis en Duits, eerst op Ameland en nu te Leeuwarden. Hij begon omstreeks 1980 in het Twents te schrijven en zijn bijdragen zijn in diverse tijdschriften en bundels te vinden. In 1989 verscheen van zijn hand Om de taal van Twente, destijds van bevoegde zijde ‘een baanbrekende studie’ en de ‘eerste literatuurgeschiedenis van het Twents’ genoemd. Het verhalenbundeltje Op ’n biester kwam in 1993 uit. Löwik probeerde in de streektaalliteratuur aansluiting te vinden bij de thematiek van de moderne tijd. In de negentiger jaren werkte hij samen met Goaitsen van der Vliet en Gerrit Klaassen aan het roemruchte tijdschrift De Nieje Tied waardoor een breuk ontstond tussen de meer conservatieve streektaalbeoefenaren en jongeren die vaart en vernieuwing wensten. Samen met van der Vliet vertaalde hij de populaire strip Asterix den Galliër: kats in ’t plat. Het werd de meest verkochte Twentse uitgave ooit. Verder verscheen van zijn hand in 2001 een biografie van Jan Jans. Löwik is verder actief betrokken bij vrijwilligerswerk en bekleedt bestuursfuncties in de rooms katholieke kerk’.
Tot zover Frank Löwik zelf. Eraan toegevoegd kan worden dat hij in 2007 zijn bundel Flantuutn: verhaaln en kaanttekstn liet verschijnen.
Lees hier het bericht over zijn overlijden in de Tubantia. Hier kunt u het weblog over Frank Löwik bekijken.
Foto: Frank Löwik met Adriaan Buter in 1989
dinsdag 24 februari 2009
Overijsselaars op reis (4): Ada Rosman-Kleinjan
13 boeken heeft ze geschreven over even zoveel reizen, waarbij op Europa na alle werelddelen bezocht werden. De eerste boekjes waren reisverslagen voor vrienden en bekenden. Tegenwoordig heeft ze haar eigen ‘Wombat reisboeken & tekstbureau’. Een uit de hand gelopen hobby dat reizen, maar wie zou er niet zo’n uit de hand gelopen hobby willen hebben. Maar wie ook durft het aan om buiten de platgetreden toeristische paden te reizen om ‘nieuwe mensen te leren kennen en kennis te maken met andere culturen’. Ada en Jan Rosman reizen dan wel altijd met z’n tweeën, toch zijn het soms op het oog hachelijke ondernemingen waar ze aan beginnen. Ada schrijft hierover: ‘Hoewel je altijd op de verkeerde plek op het verkeerde moment kunt zijn, geldt toch dat overal ter wereld meer aardige dan onaardige mensen zijn’.
De boeken van Ada Rosman zijn geen reisgidsen. Daarvoor zijn het teveel persoonlijke verhalen. Toch kom je als toekomstig reiziger veel nuttige tips en informatie tegen. In haar laatste uitgaven zijn onder meer verwijzingen naar literatuur en websites toegevoegd. Trouwens je hoeft helemaal niet op reis te gaan als reden om haar boeken te lezen.
Net als bijvoorbeeld Frank van Rijn, eveneens auteur van reisverhalen, is zij in staat haar enthousiasme over wat ze onderweg ziet door te laten klinken en heeft ze een toegankelijke schrijfstijl. Met oog voor detail beschrijft ze vooral ‘het gewone dagelijks leven’ in de landen die ze bezoekt.
Onlangs was Ada Rosman te gast bij RTV oost in het programma En Dan Nog Even Dit – het interview begint bij minuut 26.
De vorige bijdrage in de rubriek Overijsselaars op reis ging over Manon Ossevoort. Op de foto het Vriezenveense ‘tractormeisje’ samen met het Nijverdalse duo in Kaapstad, waar ze elkaar ontmoetten.
Ada en Jan Rosman beginnen in augustus aan een nieuwe reis, dit keer naar Chili, naar Paaseiland, terug naar Chili om vervolgens over land door Bolivia naar Peru te reizen. Natuurlijk zal Ada over deze reis weer een boek schrijven.
De boeken van Ada Rosman zijn geen reisgidsen. Daarvoor zijn het teveel persoonlijke verhalen. Toch kom je als toekomstig reiziger veel nuttige tips en informatie tegen. In haar laatste uitgaven zijn onder meer verwijzingen naar literatuur en websites toegevoegd. Trouwens je hoeft helemaal niet op reis te gaan als reden om haar boeken te lezen.
Net als bijvoorbeeld Frank van Rijn, eveneens auteur van reisverhalen, is zij in staat haar enthousiasme over wat ze onderweg ziet door te laten klinken en heeft ze een toegankelijke schrijfstijl. Met oog voor detail beschrijft ze vooral ‘het gewone dagelijks leven’ in de landen die ze bezoekt.
Onlangs was Ada Rosman te gast bij RTV oost in het programma En Dan Nog Even Dit – het interview begint bij minuut 26.
De vorige bijdrage in de rubriek Overijsselaars op reis ging over Manon Ossevoort. Op de foto het Vriezenveense ‘tractormeisje’ samen met het Nijverdalse duo in Kaapstad, waar ze elkaar ontmoetten.
Ada en Jan Rosman beginnen in augustus aan een nieuwe reis, dit keer naar Chili, naar Paaseiland, terug naar Chili om vervolgens over land door Bolivia naar Peru te reizen. Natuurlijk zal Ada over deze reis weer een boek schrijven.
maandag 23 februari 2009
Muziek uit het oosten (10): Daniel Lohues & the Louisiana Blues Club - Regenblues
Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.
Ik kan niet hard maken dat het Drentse Erica, de woonplaats van Daniel Lohues, tot het oosten des lands gerekend kan worden. Toch neem ik hem op in deze rubriek – Twente of Drenthe, zoveel verschil is er niet.
In 2003 bezocht Daniel Lohues Louisiana, op zoek naar de roots van de blues. Met lokale bluesmuzikanten vormde hij de Louisiana Blues Club, waarmee hij ook door Nederland toerde. Uit de vele mooie nummers op de cd ‘Ja Boeh’ (= Echt wel) kies ik het Drentse bluesnummer ‘Regenblues’.
Meer info over Daniel Lohues: hier en hier.
Ik kan niet hard maken dat het Drentse Erica, de woonplaats van Daniel Lohues, tot het oosten des lands gerekend kan worden. Toch neem ik hem op in deze rubriek – Twente of Drenthe, zoveel verschil is er niet.
In 2003 bezocht Daniel Lohues Louisiana, op zoek naar de roots van de blues. Met lokale bluesmuzikanten vormde hij de Louisiana Blues Club, waarmee hij ook door Nederland toerde. Uit de vele mooie nummers op de cd ‘Ja Boeh’ (= Echt wel) kies ik het Drentse bluesnummer ‘Regenblues’.
Meer info over Daniel Lohues: hier en hier.
zondag 22 februari 2009
Het is koers! – een jaar achter de schermen van wielerploeg Skil-Shimano
In één adem uitgelezen. ‘Het is koers!’, nummer 23 van het in boekvorm verschijnende De Muur, wielertijdschrift voor Nederland en Vlaanderen, onder redactie van o.a. Mart Smeets. Te vergelijken met het voetbaltijdschrift Hard Gras.
‘Het is koers!’ is geschreven door Nando Boers, die het hele seizoen 2008 optrok met de wielerploeg Skil-Shimano. Voor het eerst dat een journalist dit werd gegund. De auteur was aanwezig bij de eerste trainingsstage voor het nieuwe seizoen in december in Marokko, waar de ploeg logeerde in het vakantiehuis van de ouders van één van de Franse renners. Hij was bij de voorjaarsklassiekers, zittend naast de ploegleider of de verzorger assisterend tijdens de koers. Hij woonde een meerdaagse wedstrijd in China bij en zat weer naast de ploegleider tijdens Parijs-Tours, de laatste wedstrijd van het seizoen.
Video: Interviews met Rudie Kemna en Tom Veelers tijdens de presentatie van het boek.
Lang geleden las ik ‘De renner’, het verslag van de auteur Tim Krabbé van een wielerwedstrijd vanuit de ogen van de renner Tim Krabbé. In ‘Het is koers!’ wordt de lezer een blik gegund in de ‘haarvaten van het wielrennen’, zoals de auteur het ergens noemt. Je komt er bijvoorbeeld achter dat je als tv-kijker verwend wordt met informatie. De ploegleider heeft slechts de beschikking over een minuscuul schermpje op zijn dashboard, waarop dan plotseling een aflevering van Starsky & Hutch te zien is in plaats van beelden uit de koers.
In het voorjaar breekt de Franse renner Clément Lhotellerie door tijdens de etappekoers Parijs-Nice – hij verovert de bergtrui. Het is dezelfde wedstrijd waarin Robert Gesink van Rabobank enkele dagen de leiderstrui draagt. Skil-Shimano beschikt plotseling over een renner die in Frankrijk al de opvolger wordt genoemd van Voeckler en Virenque. Jammer dat de renner daarna vedettegedrag vertoont, zich niet aan afspraken houdt en tenslotte ontslagen moet worden. Lhotellerie rijdt in 2009 niet voor een grote Franse ploeg, maar voor een andere Nederlandse ploeg: Vancansoleil. Een kleinere ploeg dan Skil-Shimano – zo kom je als renner te pas!
Even tussendoor: waarom hoort een bespreking van dit boek op dit weblog? De ploeg heeft een Twents-Overijssels tintje: de renners Tom Veelers (Ootmarsum) en Albert Timmer (Gramsbergen), de ploegleider Rudie Kemna (Deurningen) en manager Iwan Spekenbrink (Wierden). Daarnaast ben ik een groot liefhebber van wielrennen….
Prachtig is de beschrijving van de meerdaagse wedstrijd ‘Ronde van Qinghai Lake’, die verreden wordt in Centraal China. Vanwege de co-sponsor Shimano, die graag ook in China producten wil verkopen, moet de ploeg hier acte de présence geven. Eén Nederlander (Tom Veelers), een Fransman, een Japanner, twee Duitsers en twee Chinezen hebben deze wedstrijd toegewezen gekregen door de leiding van de ploeg. Het is modderen en afzien voor de ploeg, totdat Tom Veelers een etappe wint: missie geslaagd. Tekenend is dat de oude ervaren ploegleider Piet Hoekstra ’s avonds zelf de koerskleding van de renners wast in een wasmachine, die na afloop ergens in een depot wordt opgeslagen voor volgend jaar. Zo let een kleine ploeg op de kleintjes.
Je leest hoe veteraan Maarten den Bakker tijdens de Deutschland Tour, na een nacht piekeren op zijn hotelkamer, besluit dat hij die ochtend aan zijn laatste wedstrijd begint. ’s Avonds reist hij naar huis – hij heeft plotseling een punt gezet achter zijn zeer lange wielerloopbaan.
De manager is in de zomer al bezig met de samenstelling van de ploeg voor het volgende jaar. Tom Stamsnijder (de zoon van) uit Enter zou uitstekend passen in de wielerploeg met een Twentse couleur-locale. Een groot dilemma voor de coureur. Hij kiest voor Rabobank waar hij gedurende twee jaar in de luwte ‘zijn benen mag laten rijpen’. Bij Skil zou hij met zijn 23 jaar al de last van het kopmanschap op zich moeten nemen. Stamsnijder: ‘Dit zou wel eens een van de meest beslissende beslissingen geweest kunnen zijn uit mijn loopbaan’.
Na het lezen van het boek wordt Skil-Shimano een beetje jouw ploegje. Ik ga de verrichtingen volgen van de renners met behulp van een website als Sportwereld.be Tijdens de voorjaarsklassiekers en meerdaagse wedstrijden zal ik speciaal letten op de Nederlandse talenten Tom Veelers en Floris Goesinnen en de nieuwe aanwinsten bij Skil-Shimano Koen de Kort en Theo Eltink.
A.s. zaterdag begint het weer met Omloop Het Volk, omgedoopt tot Omloop Het Nieuwsblad.
zaterdag 21 februari 2009
Week van de Geschiedenis 2009 – Thema: Oorlog en vrede
De Week van de Geschiedenis is het grootste historische evenement van Nederland. Elk jaar organiseren honderden instellingen speciale activiteiten rond een wisselend thema. De Week van de Geschiedenis 2009 vindt plaats van 17 t/m 25 oktober en heeft als thema 'Oorlog en Vrede´.
Winnaar van de Week van de Geschiedenisprijs 2008: Watersnoodmuseum Ouwerkerk
Voor alle videoreportages over alle genomineerden in 2008 – kijk hier
Kijk hier om in te schrijven of om op de hoogte te blijven van nieuws met betrekking tot de Week van de Geschiedenis.
Ook de thema’s voor de komende jaren zijn al bekend:
2010 Water
2011 Familie
2012 Handel
2013 Feest
Winnaar van de Week van de Geschiedenisprijs 2008: Watersnoodmuseum Ouwerkerk
Voor alle videoreportages over alle genomineerden in 2008 – kijk hier
Kijk hier om in te schrijven of om op de hoogte te blijven van nieuws met betrekking tot de Week van de Geschiedenis.
Ook de thema’s voor de komende jaren zijn al bekend:
2010 Water
2011 Familie
2012 Handel
2013 Feest
vrijdag 20 februari 2009
Uutsprèken: dialectzangers op tournee
Een aantal dialectzangers gaan onder de vlag van het ‘project’ Uutsprèken vanaf 27 februari een tournee door Nederland maken. De plannen bestonden al veel langer, maar pas nu de financiering rond is kan een theatertournee gaan starten. Er is subsidie ontvangen van verschillende fondsen, van de provincie Overijssel en van de IJsselacademie.
Zes zangers doen mee: Bert Vrieling (Zwols dialect), Rob Bults (Hellendoorns dialect), Thomas Tijs (Luttenbergs dialect), Gooswijn van Rees (Genemuidens dialect), Harmjan Wilbrink (Dedemsvaarts dialect) en Erwin Nijhoff (dialect van Dalfsen). Op de site van de IJsselacademie is meer over hen te lezen.
De teksten zijn weliswaar in dialect, maar de muziekstijlen die ten gehore gebracht worden zijn zeer divers: van jazz tot soul, van folk tot rock.
Overigens in maart 2006 brachten de heren van Uutsprèken al een dvd uit.
De tournee voert vanaf 27 februari tot (voorzover nu al bekend) in juni langs tal van vooral Oost-Nederlandse plaatsen. Bij elk optreden is een andere gast aanwezig, die het plaatselijke dialect beheerst. Zo treden onder meer Bert Eeftink, Hans Keuper, Höllenboer, Gerard Buisman en Harm oet Riessen als gast op.
Tourschema: 27 februari Zwolle – 6 maart Goor – 7 maart Doetinchem – 11 maart Kampen – 13 maart Raalte – 14 maart Nijverdal – 18 maart Heerlen – 19 maart Steenwijk – 20 maart Deurne – 21 maart Hardenberg – 24 maart Hoogeveen – 25 maart Drachten – 27 maart Rijssen - 6 juni Ommen ……
woensdag 18 februari 2009
Thesaurus van Gramsbergen: uniek 17de eeuws medisch handschrift
Enkele decennia geleden dook in een oude boerderij bij Gramsbergen een bijzonder handschrift op. Hanenpoten, potjeslatijn, geneeskunde, recepten, magie en religie: ziedaar de thesaurus van Gramsbergen. Deze ‘schatkamer’ vormt een uniek venster op de praktijk van plattelandsartsen uit de eerste helft van de 17de eeuw. Het manuscript werd getranscribeerd en vertaald door Ed. E. Kemperman en wordt op 27 februari gepresenteerd door de IJsselacademie, die de uitgave van dit bijzondere boek op zich heeft genomen. Lees hier de aankondiging van de IJsselacademie.
Afbeelding: tekst uit het manuscript met vertaling (klik voor vergroting)
Voor wie meer wil weten over de achtergronden van dit manuscript: kijk hier
maandag 16 februari 2009
Soundscape Zwolle: stadsgeluiden online
Een virtuele wandeling door de stad maken vanachter je computer? Dat kan al een tijdje en daarbij denk je in eerste instantie aan beelden. Voorbeelden genoeg: een foto-wandeling door Amsterdam of andere grote steden, een historische wandeling door Enschede, panorama-views in Schoonhoven en Middelburg etc.
In Zwolle zijn er nu ook virtuele stadsgeluidwandelingen uitgezet, één wandeling overdag met geluiden, die je tijdens een echte wandeling tegen kunt komen, en eenzelfde wandeling, maar dan met de geluiden uit de nachtelijke uren. Daarnaast zijn er twee wandelingen uitgezet met verborgen geluiden die je gewoonlijk niet hoort. Bijvoorbeeld het geluid van vleermuizen, van een gebouw, van een plek onder water.
Het vastleggen van een ‘akoestisch landschap’ van een stad of andere plek wordt ook wel soundscape genoemd. De soundscape van Zwolle werd vastgelegd door Ilse van Opzeeland in samenwerking met het Historisch Centrum Overijssel en de gemeente Zwolle.
Deze collectie is nu via de website van het HCO te beluisteren.
Het viertal geluidswandelingen kun je op de website met je ogen dicht beluisteren. Je hoort dan een aaneenschakeling van geluiden, zonder precies te weten waar je bent. Je kunt ook met behulp van een database de locaties aanklikken waarbij naast het geluid ook een foto verschijnt van de plek, inclusief uitgebreide beschrijving van plek en tijdstip van opname.
Luister hier (kijk bij 17 februari) naar het interview van Gerson Veenstra met Frédérique te Dorsthorst van het HCO over Soundscape Zwolle in het RTV Oost programma Het Overijssels Hart.
Interesse in historische geluiden? Kijk op de site van de omroep.
zaterdag 14 februari 2009
100 blogposts dankzij 23dingen
De wereld wordt er niet anders van, maar ik ben hier aan het schrijven aan mijn honderdste blogpost. Voor mij best een mijlpaal, al zijn er bloggers die honderd berichten in de maand ‘posten’. Maar aan hen spiegel ik me niet. Ik beperk me qua onderwerpen tot een zelfgekozen afgebakend terrein. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik steeds vaker zijwegen insla. Zolang deze niet in de middle-of-nowhere uitkomen en ergens naartoe leiden wat vermeldenswaard is, is dat niet zo erg. En anders: wat dan nog. Ik ben baas over eigen blog – dat is het mooie van bloggen, je kiest zelf je onderwerpen.
Het is allemaal begonnen met Rob Coers, die naar Amerikaans voorbeeld (komt soms toch nog iets goeds vandaan) de cursus 23dingen ontwikkelde. Eigenlijk is het een opfriscursus internet voor al degenen die het allemaal niet meer zo kunnen bijhouden. Na de cursus weet je zo’n beetje wat het allemaal inhoudt: weblogs, podcasts, vodcasts, Flickr, YouTube, RSS, LastFM, Librarything, social bookmarking, sociale netwerken, wiki’s, web 2.0 etc. Achterliggend doel: leren wat web 2.0 is en toepassen: kennis delen, reageren op elkaar. De halve bibliotheekwereld heeft inmiddels de cursus gevolgd, de andere helft is bezig of gaat hem nog volgen.
Waarom zou een opfriscursus internet alleen interessant zijn voor bibliotheekmedewerkers? Natuurlijk is 23dingen ook toe te passen in het onderwijs. Annemarie van Essen vervult de landelijke voortrekkersrol in Overijssel.
Ook ambtenaren, archivarissen en andere beroepsgroepen die er de tijd voor hebben (grapje) gaan eraan geloven.
Dit weblog was er niet geweest zonder 23dingen, dat geldt ook voor andere weblogs (zie onder meer de side-bar). Andere ‘dingen’ als Google-docs, activiteiten in de bibliotheek vastleggen op foto en film en delen met anderen (Flickr, YouTube), bijhouden van RSS en Delicious, zijn voor veel bibliotheekmedewerkers onderdeel geworden van het dagelijks werk. Interessant is wat Gerard Bierens hierover te melden heeft. Lees ook de blogposts van Wowter! en van Jan Tweepuntnul.
Als ding24 heeft zich inmiddels twitter aangediend, maar voor mij nog niet – ik begin dus al weer achterop te raken, maar ik maak me niet ongerust want door RSS en andere web 2.0 toepassingen volg ik wat er gebeurt zonder zelf mee te hoeven doen.
vrijdag 13 februari 2009
'Overijssels Grootste', dr. Willem Kolff overleden
Prof. Dr. Johan Willem Kolff, uitvinder van onder meer de kunstnier, is deze week in de Verenigde Staten overleden. Legendarisch is het verhaal over zijn doorzettingsvermogen toen hij in de oorlogsjaren onder zeer moeilijke omstandigheden stap voor stap een kunstnier ontwikkelde die na de oorlog velen het leven zou redden.
Kolff wordt beschouwd als de Vader van de Kunstorganen en is daarmee één van de belangrijkste medici van de twintigste eeuw. Hij ontving in totaal twaalf eredoctoraten aan universiteiten over de hele wereld en kreeg meer dan 120 internationale onderscheidingen.
Waaronder dus de onderscheiding van Overijssels Grootste in 2005. Hij kon (wonend in Amerika) niet bij de prijsuitreiking aanwezig zijn, maar liet aan Herman Broers, die namens de Willem Kolff Stichting de prijs in ontvangst nam, telefonisch weten zeer verguld te zijn met zijn verkiezing tot Grootste Overijsselaar.
Willem Kolff was geen Overijsselaar van geboorte. In Kampen nam echter wel zijn lange carrière een aanvang. Het feit dat Kolff, die al sinds 1950 inwoner van de Verenigde Staten was, de wens heeft geuit dat zijn as in Kampen verstrooid wordt, zegt toch wel iets over de plek die Kampen in zijn leven innam.
Wie meer wil weten over Willem Kolff verwijs ik naar het boek van Herman Broers, getiteld Dokter Kolff: kunstenaar in hart en nieren.
Zie ook: Noorderlicht Nieuws
donderdag 12 februari 2009
Muziek uit het oosten (9): Wilma - Een klomp met een zeiltje
Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.
Voor velen zitten we nu in de categorie ‘fout’ – anderen genieten nog steeds van deze hit van het toenmalige kindsterretje Wilma – zie de reacties op YouTube. Wilma werd ontdekt door Gert Timmerman, en geëxploiteerd door manager Ben Essing en Pierre Kartner.
Voor velen zitten we nu in de categorie ‘fout’ – anderen genieten nog steeds van deze hit van het toenmalige kindsterretje Wilma – zie de reacties op YouTube. Wilma werd ontdekt door Gert Timmerman, en geëxploiteerd door manager Ben Essing en Pierre Kartner.
woensdag 11 februari 2009
Overijsselaars op reis (3): Manon Ossevoort - Op de tractor naar de Zuidpool
Op de tractor naar de Zuidpool/ door Manon Ossevoort. Breda, De Geus, 2007. 416 p. ISBN 9789044508598 € 19,90
Vanaf het Oerolfestival op Terschelling vertrok de Vriezenveense Manon Ossevoort in 2005 per tractor richting Zuidpool. Eerst ging er een volgwagen mee, later reisde ze alleen met haar in Kosovo opgepikte hond. Ze doorkruiste woestijnen, (voormalige) oorlogsgebieden en het Afrikaanse platteland, kwam ook in sloppenwijken, gaf voorstellingen op straat en trok overal de aandacht met haar verschijning.
Anno nu heeft ze de reis door het Afrikaanse continent tot aan Kaapstad volbracht. Ze komt volgende maand weer naar Nederland om sponsorgelden in te verzamelen en voorbereidingen te treffen voor de laatste zware etappe. Eind 2009 vertrekt ze naar de Zuidpool om daar ter plekke haar onderweg opgedane dromen in een sneeuwpop te ‘planten’.
Een selectie uit het vele dat er op internet over haar bijzondere reis te vinden is:
* de website van Manon
* een lang interview (februari 2008) op YouTube
* een interview (kijk bij 19 maart 2008) dat Gerson Veenstra met Manon had in het radioprogramma Het Overijssels Hart van RTV Oost.
dinsdag 10 februari 2009
Standbeeld in Hengelo voor Menthol?
De in 1890 op het Caraibische eiland Saint Lucia geboren Joseph Sylvester was een bezienswaardigheid in Hengelo en omstreken in de jaren 20 en 30. In boeken over de geschiedenis van Hengelo duikt hij steeds weer op, uiteraard mét foto. Het eerste meer uitgebreide verhaal over Menthol (dit was zijn bijnaam, hij verkocht ‘Babajaba Menthol Tandpasta’) staat in Het zout in de pap: levensschetsen van markante Hengeloërs van Rinus Scholten . Het verhaal staat vol met anekdotes: Josep Sylvester adverteerde onder de naam A.N. Dr. J.P. Sylvester – waar de letters A.N. voor stonden en waar hij zijn titel behaald had wist niemand. Hij trouwde met de ook al opvallende Marie ‘Roosje’ Borchert, een bakkersdochter die werkte als model in een modezaak en in het Hengelo in die dagen opviel door haar stijl van leven, zelfstandigheid en door het feit dat ze Nederlands en niet het gebruikelijke Twents sprak. Bij het huwelijk ontstond een volksoploop, de winkels waren gesloten – iedereen wilde erbij zijn.
Afbeelding uit: Van Eigen Erf, 5 oktober 1928
Joseph Sylvester voorzag in zijn levensonderhoud door - altijd in deftige uitdossing - op markten ‘wereldberoemde natuurlijke en vooral geheime geneesmiddelen’ te verkopen. Toen door de crisis de zaken achteruit gingen legde hij zich toe op de handel in huiden. Hij slachtte voor iedereen gratis konijnen onder beding dat het konijnenvel voor hem was.
Er is nog veel meer over hem te vertellen. Daarvoor verwijs ik naar het uitgebreide artikel van Marga Altena dat in Tijdschrift voor Geschiedenis gepubliceerd werd. In dit artikel plaatst de schrijfster, die onder meer gebruik kon maken van plakboeken en foto’s uit de nalatenschap van het echtpaar, het verhaal over Menthol in een context.
Op de website van Marga Altena staat nog veel meer informatie over Joseph Sylvester (kijk bij Standbeeld). Ook over de actie die zij voert voor een standbeeld voor de legendarische Hengeloër. De actie heeft de landelijke pers gehaald. Bij RTV Oost in het programma Het Overijssels Hart licht zij haar actie toe (kijk bij 3 februari).
Afbeelding uit: Van Eigen Erf, 5 oktober 1928
Joseph Sylvester voorzag in zijn levensonderhoud door - altijd in deftige uitdossing - op markten ‘wereldberoemde natuurlijke en vooral geheime geneesmiddelen’ te verkopen. Toen door de crisis de zaken achteruit gingen legde hij zich toe op de handel in huiden. Hij slachtte voor iedereen gratis konijnen onder beding dat het konijnenvel voor hem was.
Er is nog veel meer over hem te vertellen. Daarvoor verwijs ik naar het uitgebreide artikel van Marga Altena dat in Tijdschrift voor Geschiedenis gepubliceerd werd. In dit artikel plaatst de schrijfster, die onder meer gebruik kon maken van plakboeken en foto’s uit de nalatenschap van het echtpaar, het verhaal over Menthol in een context.
Op de website van Marga Altena staat nog veel meer informatie over Joseph Sylvester (kijk bij Standbeeld). Ook over de actie die zij voert voor een standbeeld voor de legendarische Hengeloër. De actie heeft de landelijke pers gehaald. Bij RTV Oost in het programma Het Overijssels Hart licht zij haar actie toe (kijk bij 3 februari).
maandag 9 februari 2009
Dichter bij Overijssel en Geen dag zonder gedicht
Ter gelegenheid van Gedichtendag 2009 vonden in Nijverdal twee activiteiten plaats: de bekendmaking van de eerste Nederlandse provinciedichter, namelijk die van Overijssel, en de presentatie van het boek Geen dag zonder gedicht.
Geen dag zonder gedicht bevat 365 gedichten, voor elke dag van het jaar één, en werd samengesteld door Gees Bartels-Martens, Janneke Jansen-Willems, Jan Kristen en Harry Morshuis. Van collega Gees Bartels weet ik dat zij al jaren bezig is om zo mogelijk alles in kaart te brengen wat er aan poëzie in Overijssel gepubliceerd is. Zij publiceerde in 2000
Dit is wat ik heb gevonden: de poëzie van Overijssel
Samen met de drie andere samenstellers heeft zij een ongetwijfeld moeilijke keuze moeten maken uit het grote aanbod. De keuze van de gedichten is niet een ‘best of’, maar een ‘staalkaart van de poëzie uit Overijssel – van bekende werken van grote meesters tot gedichten van jonge auteurs en van dichters die tot nu toe alleen in beperkte kring bekend zijn, omdat ze schrijven in een van de varianten van het Nedersaksich die de provincie rijk is’.
Het handzame boekwerk bevat vele prachtige foto’s van Erwin Zijlstra en de vormgeving van Frank de Wit is zodanig dat de foto’s met de gedichten vervlochten zijn.
De tweede activiteit tijdens Gedichtendag 2009 betrof de benoeming van Koos Geerds tot provinciedichter van Overijssel. De officiële titel luidt overigens Dichter bij Overijssel. Gedeputeerde Dick Buursink, bedenker van de nieuwe functie van Koos Geerds, reikte de titel uit en introduceerde de dichter als volgt: “Hij woont in Overijssel, is een zestigjarige neerlandicus, die al negen dichtbundels schreef. Bovendien heeft hij een adviesbureau, is coach en supervisor. Dus een mensenmens".
De provinciedichter schrijft minimaal zes gedichten per jaar over de provincie Overijssel. Deze gedichten kunnen bijvoorbeeld actueel nieuws in de provincie op ludieke wijze, of juist kritisch of op vervreemdende wijze belichten. Ook opvallende aspecten van het leven in de provincie kunnen de Dichter bij Overijssel inspireren tot het maken van een gedicht. Het is de bedoeling dat de gedichten vervolgens worden voorgedragen bij officiële gebeurtenissen in de provincie zoals huldigingen, manifestaties en openingen. Ook krijgen de gedichten een plek op de provinciale website. Aan het einde van Geerds’ dichterschap worden alle gedichten in een bundel verzameld.
Lees hier een interview met Koos Geerds.
Geen dag zonder gedicht bevat 365 gedichten, voor elke dag van het jaar één, en werd samengesteld door Gees Bartels-Martens, Janneke Jansen-Willems, Jan Kristen en Harry Morshuis. Van collega Gees Bartels weet ik dat zij al jaren bezig is om zo mogelijk alles in kaart te brengen wat er aan poëzie in Overijssel gepubliceerd is. Zij publiceerde in 2000
Dit is wat ik heb gevonden: de poëzie van Overijssel
Samen met de drie andere samenstellers heeft zij een ongetwijfeld moeilijke keuze moeten maken uit het grote aanbod. De keuze van de gedichten is niet een ‘best of’, maar een ‘staalkaart van de poëzie uit Overijssel – van bekende werken van grote meesters tot gedichten van jonge auteurs en van dichters die tot nu toe alleen in beperkte kring bekend zijn, omdat ze schrijven in een van de varianten van het Nedersaksich die de provincie rijk is’.
Het handzame boekwerk bevat vele prachtige foto’s van Erwin Zijlstra en de vormgeving van Frank de Wit is zodanig dat de foto’s met de gedichten vervlochten zijn.
De tweede activiteit tijdens Gedichtendag 2009 betrof de benoeming van Koos Geerds tot provinciedichter van Overijssel. De officiële titel luidt overigens Dichter bij Overijssel. Gedeputeerde Dick Buursink, bedenker van de nieuwe functie van Koos Geerds, reikte de titel uit en introduceerde de dichter als volgt: “Hij woont in Overijssel, is een zestigjarige neerlandicus, die al negen dichtbundels schreef. Bovendien heeft hij een adviesbureau, is coach en supervisor. Dus een mensenmens".
De provinciedichter schrijft minimaal zes gedichten per jaar over de provincie Overijssel. Deze gedichten kunnen bijvoorbeeld actueel nieuws in de provincie op ludieke wijze, of juist kritisch of op vervreemdende wijze belichten. Ook opvallende aspecten van het leven in de provincie kunnen de Dichter bij Overijssel inspireren tot het maken van een gedicht. Het is de bedoeling dat de gedichten vervolgens worden voorgedragen bij officiële gebeurtenissen in de provincie zoals huldigingen, manifestaties en openingen. Ook krijgen de gedichten een plek op de provinciale website. Aan het einde van Geerds’ dichterschap worden alle gedichten in een bundel verzameld.
Lees hier een interview met Koos Geerds.
donderdag 5 februari 2009
Monumentaal werk: Monumenten in de gemeente Hardenberg
Meer dan 2 kilo weegt Monumenten in de gemeente Hardenberg. De gemeenteambtenaren Arnoud Pullen en Wim Wolbink, beiden werkzaam bin het gemeentearchief van Hardenberg, hebben alle 180 panden die op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst staan in kaart gebracht. Behalve de teksten namen zij ook de fotografie voor hun rekening.
Monumenten in de gemeente Hardenberg beschrijft de geschiedenis van boerderijen, huizen, villa’s en andersoortige gebouwen en de geschiedenis van de bewoning, inclusief de huidige eigenaren. Bij elk monument worden in een kader de stijlkenmerken en architectonische elementen genoemd. Overigens kwamen de auteurs tot de conclusie dat sommige monumenten onterecht op de lijst stonden en andere panden er wel op zouden moeten staan.
Het 511 pagina’s dikke boek is prachtig uitgevoerd en de teksten worden afgewisseld met vele oude en recente foto’s. Het boek werd genomineerd voor de verkiezing van het Beste Overijsselse boek 2008.
dinsdag 3 februari 2009
Watwaswaar.nl
Afbeelding: Delden en Twickel in 1892
Er was forse kritiek op het grootschalige project watwaswaar.nl nog geen half jaar geleden. De pretenties vanuit het grote samenwerkingsverband (Kadaster, CBS, diverse archieven etc.) werden volgens sommigen niet waargemaakt. Watwaswaar.nl is opgericht om te fungeren als dé website over de geschiedenis van de woonomgeving. Van elk plekje in Nederland moeten historische kaarten, (lucht)foto’s en schriftelijke bronnen weergegeven kunnen worden.
De basis van de website zou onder meer gevormd worden door de topografische en militaire kaarten van het Kadaster, die tussen 1832 en 1995 vervaardigd zijn. Deze kaarten waren al wel te bekijken op historiekaart.nl maar nog niet allemaal op watwaswaar.nl Al deze kaarten zijn nu toegevoegd, waardoor de website er flink op vooruit is gegaan. Zozeer zelfs dat de website is genomineerd voor de ICT Innovatieprijs 2008 van de Vereniging voor Geschiedenis en Informatica (VGI), die op 11 december zou worden uitgereikt, maar waarvan de bekendmaking van de winnaar is uitgesteld.
Het juryrapport omschrijft WatWasWaar.nl als intuïtief in het gebruik en noemt dit een grote prestatie, omdat WebGIS-interfaces voor soortgelijke projecten vaak gebruiksonvriendelijk zijn. Dat WatWasWaar historisch materiaal toont afkomstig uit meer dan dertig verschillende erfgoedinstellingen die op één plek en via één interface doorzoekbaar is, is volgens de jury een bijzonder sterk punt.
Gebruik van watwaswaar.nl: om tijd te sparen is het handig om eerst even te kijken bij ‘Over de site’ en vervolgens bij ‘Werking’ om uit te vinden hoe de navigatie werkt.
Ik heb uiteraard even gekeken wat ik kon vinden over de plek waar ik woon. Dit is de oogst:
- eigenaren, ligging en grondgebruik van de percelen in 1832
- gegevens uit de volkstelling 1899
- historische kaarten, waaronder kadasterkaarten, topografische en militaire kaarten (TMK’s) ook genoemd Bonnebladen en Topografische kaarten 1:25.000 uit 1811-1832, 1830-1850, 1848, 1850-1864, 1891, 1898, 1912, 1925, 1935, 1955, 1965, 1976, 1988, 1995. Kortom een kaartliefhebber als ik kan zijn hart ophalen.
maandag 2 februari 2009
Jaar van de tradities
Pakjesavond Sinterklaas is de niet-verrrassende koploper in de top 100 van Nederlandse tradities. Het eten van kroketten staat niet in de top 100, een broodje pom (?) eten wel. Weer zo’n onzin-lijstje waar je mee dood gegooid wordt de laatste tijd? Het is maar hoe je er tegenaan kijkt maar de top 100 van Nederlandse tradities (samengesteld na raadpleging van deskundigen en ‘het brede publiek’) is onderdeel van een groot en serieus opgezet Jaar van de Tradities. De motor achter dit alles is het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. In 2006 organiseerden zij het ‘Jaar van het circus’. Dat viel niet zo op. De lat ligt deze keer hoog: in 2009 moeten minimaal 1000 activiteiten plaatsvinden, moet 150 keer de radio of tv gehaald worden en moeten er 2.000 berichten in kranten en tijdschriften verschijnen.
Tot tradities, ook wel immaterieel erfgoed genoemd, behoren niet alleen het foekepotten in Goor of het ringsteken in Zeeland. Het gaat om een scala aan dagelijkse gewoonten die van generatie op generatie worden doorgegeven. Dit jaar wordt aandacht gegeven aan landelijke, regionale en locale tradities maar ook aan de tradities van immigranten.
Zoveel mogelijk van de 5000 organisaties die zich bezig houden met aspecten van volkscultuur moeten betrokken worden bij het Jaar van de Tradities. De bedoeling is dat op de website binnenkort alles te vinden is over activiteiten, over deelnemers, en over regionale en locale tradities.
Wat het laatste betreft: Overijssel is nog een witte vlek op de website, tot nu toe zijn alleen de jaarlijkse traditionele evenementen in Borne beschreven.
Voor 2009 is door de organisatoren het volgende gepland:
- een groot aantal activiteiten (zie website)
- een boek met een uitgebreide beschrijving van de honderd belangrijkste tradities
- een website waarop alle in dit jaar opgedane kennis en ook een beschrijving van de specifiek regionale en lokale gewoonten en gebruiken terug te vinden is
- uitbrengen van lesbrieven voor het onderwijs
- reizende tentoonstellingen voor musea, bibliotheken, gemeentehuizen, buurtcentra en verzorgingstehuizen
- met uitgeverij Waanders zal het Nederlands Centrum voor Volkscultuur een 30-delige reeks Het alledaags leven, de geschiedenis van de tradities en trends in Nederland uitgeven.