De Mars was een Overijssels maandblad dat tussen 1953 en 1981 verscheen en waaraan bijna alle bekende journalisten/publicisten uit die tijd meewerkten. De Mars bevatte artikelen over regionale onderwerpen op cultureel, maatschappelijk, economisch en toeristisch terrein. De vaak lange(re) artikelen geven een goed tijdsbeeld. In deze rubriek vermeld ik per jaargang een aantal artikelen over onderwerpen of gebeurtenissen uit dit jaar. Dit keer jaargang 1958.
Thema’s of onderwerpen, in 1958 vaak ‘vraagstukken’ genoemd lijken soms op thema’s uit onze tijd, toch is de insteek vaak heel anders. Zo kent men het vraagstuk van het forensisme – het werken buiten de eigen woonplaats – en het vraagstuk van de migranten. Voor de goede orde, bij migranten ging het niet om immigranten, maar om ‘westerlingen’, die in Overijssel kwamen wonen omdat ze er werk en (vooral) een woning konden vinden. Afstand tot het werk en migranten zijn ook nu thema’s, al gaat het nu om heel andere zaken.
Forensisme
De steden trekken forenzen aan uit de dorpen in de provincie, waarbij de reistijd flink kan oplopen. Als nadelen worden genoemd:
- de vele extra uren reistijd en het feit dat men tussen de middag niet thuis kan eten verstoort het gezinsleven
- het reizen in kleine en grotere groepen kan vooral voor de meisjes zedenbedervend zijn
Deze problemen kunnen worden opgelost door te verhuizen naar de stad of door het werk naar de mensen te brengen. De auteur van het artikel wil de dorpsbewoners hun mooie woonplek echter niet afnemen en in de tweede oplossing ziet hij ook bezwaren. Het stichten van een fabriek in een dorp zorgt voor te grote gebondenheid en beperkte beroepskeuze.
Migratie
De Randstad loopt te vol. Stel dat er in 1980 al 14 miljoen Nederlanders zijn, dan zal de aanwas vooral buiten de Randstad moeten gaan wonen. De politiek zint op maatregelen die een volksverhuizing op gang moeten brengen. Voorlopig echter vertrekken er nog steeds meer Twentenaren naar het westen, dat om arbeidskrachten schreeuwt en dus beter betaalt, dan andersom. Uitgebreid komen westerlingen aan het woord om te vertellen over hun ervaringen in Overijssel. Zo interviewt Adriaan Buter Amsterdamse huisvrouwen die een in hun ogen prachtige duplexwoning in de Eternit-wijk in Goor bewonen. De nadelen zijn er wel degelijk en sommigen kunnen niet wennen aan de geslotenheid van de Tukker (‘een Amsterdammer heeft het hart op de tong, de Tukker bijt liever het puntje van zijn tong af, alvorens zijn mening te geven’). Ook de saaiheid, het gebrek aan winkels, de lagere lonen zijn geen pluspunten. Maar daar staat een mooie woning en de mooie natuur in de omgeving tegenover.
Foto: Thiemsbrug in Hengelo
Wederopbouw
De wederopbouw is voltooid, al zullen er nog vele nieuwe wijken uit de grond worden gestampt. In een speciaal nummer aandacht voor de wederopbouw in Hengelo en de feestweek Hengelo Herrezen.
Cultuur
In deze jaargang ook weer veel aandacht voor de culturele sector (schilderkunst, muziekleven). Ook het behoud van monumentaal erfgoed (die term werd toen nog niet gebruikt) is een belangrijk thema. Een speciaal nummer is gewijd aan verdwenen molens.
De Mars organiseerde een gedichtenwedstrijd voor jonge dichters en ontving 75 inzendingen. De eerste prijs was voor Katinka Terhorst uit Deventer. Over haar is weinig te vinden. Wel heeft onderstaand winnend gedicht indruk gemaakt. Het googelen levert aardig wat treffers op.
De tweede prijs was voor de 20-jarige Harry ter Balkt uit Enschede. Hebben we later nog iets van hem gehoord? Jazeker. Twaalf jaar later publiceerde hij zijn eerste bundel onder het pseudoniem Habakuk II de Balker en later zou hij als H.H. ter Balkt de P.C. Hooftprijs winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten