Op het onvolprezen http://geschiedenis.vpro.nl/ van de VPRO, NTR en Beeld en Geluid staat een overzicht van de beste uitzendingen op het gebied van geschiedenis bij de publieke omroep. Althans voor zover het gaat om Andere Tijden, OVT, Geschiedenis 24, Radioweblog en de website. Lijstjes van best bekeken programma’s, de keuzes van redacties en anderen. Niet alleen van televisieprogramma’s, ook van radio-uitzendingen, dossiers en artikelenseries zijn lijstjes gemaakt. Heb je iets gemist? Bekijk of beluister het alsnog.
Zelf was ik dit jaar nogal gecharmeerd van Verborgen Verleden, waarin BN’ers op zoek gingen naar hun roots. Staat er niet bij. Is van de NTR en doet dus niet mee in de lijstjes.
(regionale) geschiedenis - politiek - geografie - muziek - boeken - websites - statistiek
woensdag 29 december 2010
donderdag 23 december 2010
Fietsroutes en wandelroutes Overijssel
Niet direct de tijd van het jaar voor dit onderwerp. Hoewel wie van wandelen in de sneeuw houdt en de Sallandse Heuvelrug opzoekt, waant zich momenteel in het buitenland. Gidsen met wandel- en fietsroutes raken altijd nogal snel verouderd en het viel me laatst op dat er dit jaar nogal wat verschenen zijn. Voor de liefhebber hieronder een opsomming van een aantal van dit soort gidsen uit 2010.
Ruth Sneep & Bas van der Post. Alle fietsroutes in de regio Twente : de 25 mooiste fietstochten + compleet overzicht van te downloaden en andere gepubliceerde routes
Buijten & Schipperheijn Recreatief Amsterdam, 2010. 72 pp. + knooppuntenkaart 1:65.0000. ISBN 9789058814029 € 9,50
Wie dit boekje koopt hoeft voorlopig geen fietsroutes meer te kopen, want het bevat alle fietsroutes in de regio Twente. Het boekje bevat onder meer 25 beschrijvingen van fietstochten en is voorzien van een kaart (1:65.000) met daarop ook alle knooppunten van de bekende knooppuntenroutes. Per route wordt historische achtergrondinformatie geboden, verdeeld over vijf tot acht kijkpunten tussen de knooppunten, over het ontstaan van het gebied, de ontwikkeling van dorpen en steden, havezaten enzovoort. Ook musea staan vermeld.
Bovendien staat achterin de gids een overzicht van alle te downloaden en andere gepubliceerde routes.
Marycke Janne Naber & Bas van der Post. Alle fietsroutes in de regio Zwolle: de 25 mooiste fietstochten + compleet overzicht van te downloaden en andere gepubliceerde routes
Buijten & Schipperheijn Recreatief Amsterdam, 2010. 72 pp. + knooppuntenkaart 1:65.0000. ISBN 9789058814029 € 9,50
Voor Alle fietsroutes in de regio Zwolle geldt hetzelfde als vermeld bij Alle fietsroutes in de regio Twente.
Floor Looy. Wereldtijdpad : negen historierijke rondwandelingen in Twente en Salland
Regioboek Barneveld, 2010. 144 pp. ISBN 9789087881238 € 14,50
Het Wereldtijdpad bij Rijssen-Holten is een bedenksel van Floor Looy, die er een Millennium-prijsvraag mee won en subsidies kreeg zijn plan uit te voeren. Negen wandelroutes van in totaal 50 km voeren in de omgeving van de Holterberg langs 2.000 jaarpaaltjes met daarop historische informatie. Om de 25 meter staat een jaarpaal, afgewisseld met informatiepanelen over een bepaald onderwerp of tijdvak. Aan de jaarpalen zijn kubussen bevestigd met wetenswaardigheden uit het betreffende jaar in vier rubrieken: Regionaal (Overijssel), Nederland, Europa, Wereld. De onderwerpen zijn zeer divers. Niet alleen de gebruikelijke geschiedkundige onderwerpen komen aan bod, maar ook allerlei feiten die met het dagelijks leven te maken hebben zoals de introductie van nieuwe gebruiksvoorwerpen.
Hein van Beek ... [et al.]. Verrukkelijk Vechtdal.
Vechtdal Marketing, 2010. 96 pp. ISBN 9789081294638 € 8,75
Geen gids met fiets- en wandelroutes, maar wel een mooi uitgevoerde en handzame gids voor het Vechtdal met veel tips en adressen op het gebied van cultuur (landgoederen, kastelen, monumentale boerderijen), eten en drinken (Vechtdal-producten en waar deze genuttigd kunnen worden), overnachten (hotels, bed & breakfasts), kunst (evenementen, galeries, musea) en uitstapjes (te voet, per fiets en op het water).
Harry Wonink. Twentse Havezaten, een bijzondere tocht langs hun geschiedenis.
BDU boeken Barneveld, 2010. 176 pp. ISBN 9789087881283 € 14,95
Een wandelgids van Harry Wonink, die vele jaren lang in de regionale pers heeft geschreven over natuurgebieden en wandelroutes in Oost-Nederland en diverse boeken publiceerde. In Twentse havezaten beschrijft hij meer dan 40 wandelingen langs de grote en kleinere landhuizen, waarbij hij ook ingaat op de geschiedenis van deze havezaten.
Elias Vermeer. Fietsen op Twickel.
Stichting Twickel Delden, 2010. 35 pp. € 14,95
In Fietsen op Twickel worden tien fietsroutes beschreven, waarvan de meeste over dit grootste landgoed van Nederland in de omgeving van Delden voeren. Enkele routes zijn uitgezet rond andere bezittingen van de Stichting Twickel: bij Lage en Brecklenkamp en bij Dieren, Lochem, Borculo en Zevenaar.
ANWB Wandelgids. Twente, Salland, Achterhoek : 35 wandelingen 5-20 km
ANWB, 2010. 112 pp. Bevat foto’s en kaarten. ISBN 9789018030827 € 12,95
Eén van de bekende ANWB wandelgidsen met 35 natuur- en landschapswandelingen. De wandelingen variëren van 5 tot 20 km. Aangegeven wordt in welke periode de routes het mooist zijn, hoe de begaanbaarheid is, welke bezienswaardigheden en eet- en drinkgelegenheden in de buurt te bezoeken zijn. De bezienswaardigheden en bijzonderheden die men onderweg tegenkomt worden ook beschreven.
Ruth Sneep & Bas van der Post. Alle fietsroutes in de regio Twente : de 25 mooiste fietstochten + compleet overzicht van te downloaden en andere gepubliceerde routes
Buijten & Schipperheijn Recreatief Amsterdam, 2010. 72 pp. + knooppuntenkaart 1:65.0000. ISBN 9789058814029 € 9,50
Wie dit boekje koopt hoeft voorlopig geen fietsroutes meer te kopen, want het bevat alle fietsroutes in de regio Twente. Het boekje bevat onder meer 25 beschrijvingen van fietstochten en is voorzien van een kaart (1:65.000) met daarop ook alle knooppunten van de bekende knooppuntenroutes. Per route wordt historische achtergrondinformatie geboden, verdeeld over vijf tot acht kijkpunten tussen de knooppunten, over het ontstaan van het gebied, de ontwikkeling van dorpen en steden, havezaten enzovoort. Ook musea staan vermeld.
Bovendien staat achterin de gids een overzicht van alle te downloaden en andere gepubliceerde routes.
Marycke Janne Naber & Bas van der Post. Alle fietsroutes in de regio Zwolle: de 25 mooiste fietstochten + compleet overzicht van te downloaden en andere gepubliceerde routes
Buijten & Schipperheijn Recreatief Amsterdam, 2010. 72 pp. + knooppuntenkaart 1:65.0000. ISBN 9789058814029 € 9,50
Voor Alle fietsroutes in de regio Zwolle geldt hetzelfde als vermeld bij Alle fietsroutes in de regio Twente.
Floor Looy. Wereldtijdpad : negen historierijke rondwandelingen in Twente en Salland
Regioboek Barneveld, 2010. 144 pp. ISBN 9789087881238 € 14,50
Het Wereldtijdpad bij Rijssen-Holten is een bedenksel van Floor Looy, die er een Millennium-prijsvraag mee won en subsidies kreeg zijn plan uit te voeren. Negen wandelroutes van in totaal 50 km voeren in de omgeving van de Holterberg langs 2.000 jaarpaaltjes met daarop historische informatie. Om de 25 meter staat een jaarpaal, afgewisseld met informatiepanelen over een bepaald onderwerp of tijdvak. Aan de jaarpalen zijn kubussen bevestigd met wetenswaardigheden uit het betreffende jaar in vier rubrieken: Regionaal (Overijssel), Nederland, Europa, Wereld. De onderwerpen zijn zeer divers. Niet alleen de gebruikelijke geschiedkundige onderwerpen komen aan bod, maar ook allerlei feiten die met het dagelijks leven te maken hebben zoals de introductie van nieuwe gebruiksvoorwerpen.
Hein van Beek ... [et al.]. Verrukkelijk Vechtdal.
Vechtdal Marketing, 2010. 96 pp. ISBN 9789081294638 € 8,75
Geen gids met fiets- en wandelroutes, maar wel een mooi uitgevoerde en handzame gids voor het Vechtdal met veel tips en adressen op het gebied van cultuur (landgoederen, kastelen, monumentale boerderijen), eten en drinken (Vechtdal-producten en waar deze genuttigd kunnen worden), overnachten (hotels, bed & breakfasts), kunst (evenementen, galeries, musea) en uitstapjes (te voet, per fiets en op het water).
Harry Wonink. Twentse Havezaten, een bijzondere tocht langs hun geschiedenis.
BDU boeken Barneveld, 2010. 176 pp. ISBN 9789087881283 € 14,95
Een wandelgids van Harry Wonink, die vele jaren lang in de regionale pers heeft geschreven over natuurgebieden en wandelroutes in Oost-Nederland en diverse boeken publiceerde. In Twentse havezaten beschrijft hij meer dan 40 wandelingen langs de grote en kleinere landhuizen, waarbij hij ook ingaat op de geschiedenis van deze havezaten.
Elias Vermeer. Fietsen op Twickel.
Stichting Twickel Delden, 2010. 35 pp. € 14,95
In Fietsen op Twickel worden tien fietsroutes beschreven, waarvan de meeste over dit grootste landgoed van Nederland in de omgeving van Delden voeren. Enkele routes zijn uitgezet rond andere bezittingen van de Stichting Twickel: bij Lage en Brecklenkamp en bij Dieren, Lochem, Borculo en Zevenaar.
ANWB Wandelgids. Twente, Salland, Achterhoek : 35 wandelingen 5-20 km
ANWB, 2010. 112 pp. Bevat foto’s en kaarten. ISBN 9789018030827 € 12,95
Eén van de bekende ANWB wandelgidsen met 35 natuur- en landschapswandelingen. De wandelingen variëren van 5 tot 20 km. Aangegeven wordt in welke periode de routes het mooist zijn, hoe de begaanbaarheid is, welke bezienswaardigheden en eet- en drinkgelegenheden in de buurt te bezoeken zijn. De bezienswaardigheden en bijzonderheden die men onderweg tegenkomt worden ook beschreven.
dinsdag 21 december 2010
Website met historische kaarten van Overijssel uitgebreid
Het Historisch Centrum Overijssel (HCO) in Zwolle, het museum TwentseWelle in Enschede en Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer (SAB) hebben deze week circa 900 nieuwe topografische kaarten op de website www.overijsselinkaart.nl geplaatst.
Daarmee is het totaal aantal kaarten op deze website met historische kaarten van Overijssel aangegroeid tot een kleine 2.000
Zie voor meer informatie het bericht op de website van de SAB.
In een eerder stadium was ook al een deel van de kaarten uit de Overijssel Collectie van de OBD gescand en op deze website gezet. Dat betrof vooral toeristische kaarten, ontwerpen voor de aanleg van de Twentekanalen en kaarten uit de Atlas van de rivier de IJssel (1840). De website moet in de toekomst een webportal worden waar kaartmateriaal te vinden is van een groot aantal erfgoedinstellingen in Overijssel.
Afbeelding: Nijverdal, de vestigingsplaats van de OBD, en omgeving in 1849, fragment van de Topografische kaart van Overijssel uit dit jaar. De kaart verscheen in vier grote kaartbladen (88x104 cm), schaal 1:50.000, werd getekend in opdracht van de provincie Overijssel en was een voorloper van de bekende Topografische en Militaire kaarten. Het was de eerste topografische kaart van de gehele provincie waarop o.m. gedetailleerd grondgebruik en administratieve grenzen werden weergegeven.
zondag 19 december 2010
donderdag 16 december 2010
Overijssel Collectie in the picture
Vanmorgen een eerste groep leden van historische verenigingen op bezoek gehad. Zoals je ook vaak hoort bij andere instellingen: er is veel moois in huis, alleen men (het publiek) weet het niet. Een goede reden om historische verenigingen uit te nodigen en een presentatie te verzorgen over de Overijssel Collectie met aansluitend een rondleiding. Als men eerlijk is geweest tegen mij, vond men het interessant en is er voor een aantal deelnemers een vervolg in de vorm van bezoek aan de leeszaal, lenen van materialen etc.
Om de levendigheid te bevorderen had ik tijdens de presentatie een quiz (met prijs) ingelast. Deze interventie was van korte duur. Een min of meer bekend persoon uit Overijssel uit het nabije verleden moest worden geraden met behulp van steeds meer aanwijzingen die ik zou geven. Na twee summiere aanwijzingen was het al raak – de prijswinnaar had de te raden figuur persoonlijk gekend. Zo duurde de presentatie een kwartier korter dan gepland.
In januari komt er weer een groep op bezoek. Bent u lid van een historische, genealogische, of andere vereniging en bent u geïnteresseerd, neem contact op, dan wordt er weer een nieuwe bijeenkomst georganiseerd.
Om de levendigheid te bevorderen had ik tijdens de presentatie een quiz (met prijs) ingelast. Deze interventie was van korte duur. Een min of meer bekend persoon uit Overijssel uit het nabije verleden moest worden geraden met behulp van steeds meer aanwijzingen die ik zou geven. Na twee summiere aanwijzingen was het al raak – de prijswinnaar had de te raden figuur persoonlijk gekend. Zo duurde de presentatie een kwartier korter dan gepland.
In januari komt er weer een groep op bezoek. Bent u lid van een historische, genealogische, of andere vereniging en bent u geïnteresseerd, neem contact op, dan wordt er weer een nieuwe bijeenkomst georganiseerd.
zondag 12 december 2010
Darius Dhlomo: voetballer, bokser, muzikant, activist
Ik herinner me Darius Dhlomo al vanaf de tijd dat ik kranten las. Voor die tijd kende ik hem van de voetbalplaatjes. De zwarte Heracles voetballers Dhlomo en Mokone vielen uiteraard op tussen alle witte spelers. In de kolommen van het Hengelosch Dagblad kwam je hem regelmatig tegen, bijvoorbeeld toen hij jeugdwerker was in de Hengelose Es.
Ik heb hem één keer live gezien, tijdens een Mandela-Festival, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan het ANC, in Enschede rond 1990, na de vrijlating van Nelson Mandela. Op het grote podium traden Harry Muskee en Gruppo Sportivo op in een schaars gevulde zaal. Ergens in de foyer (of zo – ik weet het niet meer precies) trad Darius Dhlomo & his Timpany Six op. En daar was bijna al het aanwezige publiek te vinden. Beetje oubollige jazzmuziek (ik kan me het nummer ‘Icecream’ herinneren). Maar ik begrijp precies wat de auteurs met de term ‘rasentertainer’ bedoelen. Het optreden van Darius Dhlomo werkte aanstekelijk, hij wist de toeschouwers, ondanks de anachronistische muziek, op zijn hand te krijgen.
Wim Coster, historicus en auteur van vele boeken, tegenwoordig werkzaam bij het Historisch Centrum Overijssel, raakte gefascineerd door de persoon Dhlomo tijdens het opzetten van een tentoonstelling in 2006 over Overijsselse sporthelden. Hij besloot over deze veelzijdige man een biografie te schrijven en was blij in Ben Siemerink een co-auteur te vinden. Siemerink, toentertijd journalist bij de Twentsche Courant, had Dhlomo begeleid tijdens zijn eerste bezoek na 34 jaar aan Zuid-Afrika. De twee auteurs kregen van de hoofdpersoon uit hun te schrijven boek alle knipsels, foto’s en videobanden, die hij zorgvuldig bewaard had en begonnen aan de reconstructie van zijn leven. Dhlomo was voetballer, bokser, muzikant, anti-apartheidactivist, gemeenteraadslid, jeugdwerker. Hij viel niet alleen op door wat hij allemaal deed, maar vooral ook door hoe hij was. Waar hij kwam bracht hij vrolijkheid – hij was een entertainer pur sang, bovendien charmeur, womanizer. Hij trad vaak in de schijnwerpers en, volgens de auteurs, zelden ongewild.
Darius Dhlomo kwam in 1958 bij Heracles in Almelo voetballen, nadat hij het jaar ervoor in zijn geboorteland tot sportman van het jaar was uitgeroepen. Bij aankomst in Amsterdam, nam de voorzitter van Heracles zijn koffer van hem over, een cultuurshock voor hem. Evenals het spelen met en tegen blanken, hij durfde aanvankelijk geen tackles in te zetten of slidings te maken. Het zien van een ‘neger’ was voor Almeloërs ook een hele gebeurtenis. Een anekdote uit het boek: Een jongetje staat voor Darius in de rij in het postkantoor. Hij draait zich om en roept: ‘Mama, er staat een zwarte man achter ons’. De moeder pakt hem bij de arm en spreekt hem vermanend toe. ‘Mevrouw’, zegt Darius tegen de moeder, uw zoon heeft precies gezegd wat hij zag en in mijn ogen verdient dit geen bestraffende reactie’. De Almeloërs hadden het jaar ervoor trouwens al kennis gemaakt met een andere zwarte man, Dhlomo’s illustere Zuid-Afrikaanse voorganger Steve Mokone. Mokone zou echter al snel Nederland verlaten en uiteindelijk in Amerika terechtkomen. Darius bleef in Twente. Hij kon ook eigenlijk niet terug, zijn kritiek op de apartheid maakte het hem onmogelijk. Toen hij trouwde met een Nederlands meisje werd de deur naar Zuid-Afrika definitief gesloten.
Dhlomo voetbalde bij Heracles, Vitesse, Enschedese Boys (met Abe Lenstra), DHC (Delft) en Tubantia, bokste op hoog niveau, deed de Sociale Academie, werd jeugdwerker, later ook gemeenteraadslid voor de PvdA in Enschede, werd landelijk bekend door voor zwarte Sinterklaas te spelen en was zijn hele leven lang muzikant. Hij heeft diverse jazzorkestjes geleid, waarbij hij optrad als zanger en entertainer.
De auteurs hebben lang aan het boek gewerkt. Dat kan ook niet anders bij zo’n veelzijdig persoon. Er klinkt veel bewondering door in de teksten voor de man die de kunst verstond zijn leven naar zijn hand te zetten, maar ze schuwen niet de schaduwkanten te beschrijven van de persoon die graag in de belangstelling staat. Een beetje egocentrisch is hij wel – een zoon, die hij bij vertrek uit Zuid-Afrika achterliet, heeft niets aan hem gehad, pas in 1992 ontmoetten ze elkaar voor het eerst. En in de loop van de jaren zijn veel verhalen uit het verleden opgepoetst. Toch is Dhlomo er één uit duizenden, die een uniek leven geleid heeft en vooral door zijn optreden veel mensen vermaakt heeft.
Nadat Tom Egbers van Steve Mokone, die enkele jaren in Almelo voetbalde, een mythe maakte middels twee boeken en een film, is een biografie van de Zuid-Afrikaan, die al meer dan 50 jaar in Nederland woont en zich onderhand een Tukker voelt zeer op zijn plaats. En het boek is ook nog zo geschreven, dat je door blijft lezen om te weten hoe het verder gaat.
Fragment uit Netwerk reportage over Darius Dhlomo
Voor de hele Netwerk reportage kijk hier en hier.
Kijk hier voor filmpjes gemaakt tijdens aanbieding biografie en hier voor foto's.
woensdag 8 december 2010
Bibliotheek Deventer wint Digitale Erfgoedprijs 2010
Tijdens de Digitale Erfgoedconferentie in de Doelen te Rotterdam werd gisteren de Digitale Erfgoedprijs uitgereikt aan bibliotheek Deventer voor de game Expeditie Deventer. Expeditie Deventer is een Augmented Reality game.
Het spel kan bijv. gespeeld worden door schoolklassen. Een deel van de klas gaat de stad (Deventer) in en krijgt met behulp van een smartphone en Augmented Reality vragen over het verleden, heden en de toekomst van Deventer. Voor de antwoorden hebben ze hulp nodig van hun teamgenoten die in de bibliotheek zitten en de collectie en internet als hulpmiddelen hebben om de vragen te beantwoorden. Daarna worden de rollen omgedraaid.
Meer weten? Lees wat Mark Deckers er allemaal al over geschreven heeft.
Kiek hier voor de overige genomineerden voor de prijs, die dus gewonnen werd door bibliotheek Deventer.
dinsdag 7 december 2010
Overijsselse thrillers in opkomst
Toen ik jaren geleden nog in een bibliotheek ‘stond’, kwam er elke week een oude man een boek voor zijn vrouw halen en vroeg hij mijn advies: ‘Graag een mooie róóman over liefde, niet over sex’. Op goed geluk haalde ik dan een streekroman uit de kast. ‘Een mooi boek?’, vroeg hij dan steevast. ‘Een mooi boek’, zei ik dan, nog nooit een streekroman gelezen hebbende. Maar je wist dat hij er van overtuigd was dat ik alle boeken uit de bibliotheek gelezen had, dat vertrouwen mocht je niet beschamen.
Kortom, het lezen van romans is niet mijn hobby – heb er het geduld niet voor of zoiets. Alleen in de vakantie Havank, Baantjer, Jacky Lourens en Willy van der Heide, maar dat genre wordt door sommigen niet tot de literatuur gerekend.
Maar toch is het me opgevallen, al heb ik ze zelf niet gelezen, dat er dit jaar kort na elkaar een aantal thrillers zijn verschenen, die zich afspelen in Overijssel en meestal geschreven zijn door auteurs uit onze regio.
Leistra (Gebroeders). Bloed op het palet
Een Zwolse kunstschilder verdwijnt spoorloos; zijn radeloze vrouw zoekt steun bij een oude vriend, misdaadverslaggever van het Zwolsch Nieuwsblad.
Gerard Droste. Kilte in het dal van de Mosbeek
Verwikkelingen op het Twentse platteland in de jaren zestig en zeventig ontaarden in de moord op een boerendochter.
Ben Weber. Bloedbad
Een verwarde tiener richt een bloedbad aan op zijn voormalige middelbare school in Enschede.
Erik Zandink. Weerzien
Edo Maan leeft met zijn dochter Jessica op het Overijsselse platteland. Na het verlies van zijn vrouw dreigt hij door geldgebrek nog meer van zijn leven in te moeten leveren. Om dit te voorkomen zet hij een drastische stap. Alles gaat volgens plan, tot hij contact krijgt met zijn liefde van vroeger. Het wordt een weerzien om nooit te vergeten, maar daarna gaat het mis. Edo raakt betrokken bij moord en heeft alle schijn tegen.
Claus Brockhaus. Het ros van Twente
Als de oude textielbaron Helmich van Delden overlijdt, strijden zijn kinderen om het familiekapitaal, dat volgens het testament moet worden besteed aan het vooruit helpen van de regio. Laura Droste, afkomstig uit een familie van Twentse textielarbeiders, raakt betrokken bij de strijd en haar leven wordt bedreigd. De vraag is door welke partij?
Nog meer thrillerauteurs:
Almar Otten
Hij schreef in 2010 geen thriller maar we mogen de Deventer auteur Almar Otten hier niet onvermeld laten. De afgelopen jaren schreef hij een aantal thrillers die alle in Deventer spelen.
Jacob Vis
Voor de Kamper schrijver en voormalig medewerker van Staatsbosbeheer Jacob Vis geldt hetzelfde. Hij begon laat met schrijven, maar heeft inmiddels een heel oeuvre op zijn naam staan. Zijn thrillers spelen vaak in de IJsseldelta. Zijn passie voor de natuur blijkt uit zijn boeken, ook kiest hij vaak voor actuele thema’s. Deze ingrediënten doen niets af aan de spanning die hij altijd weet op te bouwen.
Kortom, het lezen van romans is niet mijn hobby – heb er het geduld niet voor of zoiets. Alleen in de vakantie Havank, Baantjer, Jacky Lourens en Willy van der Heide, maar dat genre wordt door sommigen niet tot de literatuur gerekend.
Maar toch is het me opgevallen, al heb ik ze zelf niet gelezen, dat er dit jaar kort na elkaar een aantal thrillers zijn verschenen, die zich afspelen in Overijssel en meestal geschreven zijn door auteurs uit onze regio.
Leistra (Gebroeders). Bloed op het palet
Een Zwolse kunstschilder verdwijnt spoorloos; zijn radeloze vrouw zoekt steun bij een oude vriend, misdaadverslaggever van het Zwolsch Nieuwsblad.
Gerard Droste. Kilte in het dal van de Mosbeek
Verwikkelingen op het Twentse platteland in de jaren zestig en zeventig ontaarden in de moord op een boerendochter.
Ben Weber. Bloedbad
Een verwarde tiener richt een bloedbad aan op zijn voormalige middelbare school in Enschede.
Erik Zandink. Weerzien
Edo Maan leeft met zijn dochter Jessica op het Overijsselse platteland. Na het verlies van zijn vrouw dreigt hij door geldgebrek nog meer van zijn leven in te moeten leveren. Om dit te voorkomen zet hij een drastische stap. Alles gaat volgens plan, tot hij contact krijgt met zijn liefde van vroeger. Het wordt een weerzien om nooit te vergeten, maar daarna gaat het mis. Edo raakt betrokken bij moord en heeft alle schijn tegen.
Claus Brockhaus. Het ros van Twente
Als de oude textielbaron Helmich van Delden overlijdt, strijden zijn kinderen om het familiekapitaal, dat volgens het testament moet worden besteed aan het vooruit helpen van de regio. Laura Droste, afkomstig uit een familie van Twentse textielarbeiders, raakt betrokken bij de strijd en haar leven wordt bedreigd. De vraag is door welke partij?
Nog meer thrillerauteurs:
Almar Otten
Hij schreef in 2010 geen thriller maar we mogen de Deventer auteur Almar Otten hier niet onvermeld laten. De afgelopen jaren schreef hij een aantal thrillers die alle in Deventer spelen.
Jacob Vis
Voor de Kamper schrijver en voormalig medewerker van Staatsbosbeheer Jacob Vis geldt hetzelfde. Hij begon laat met schrijven, maar heeft inmiddels een heel oeuvre op zijn naam staan. Zijn thrillers spelen vaak in de IJsseldelta. Zijn passie voor de natuur blijkt uit zijn boeken, ook kiest hij vaak voor actuele thema’s. Deze ingrediënten doen niets af aan de spanning die hij altijd weet op te bouwen.
zondag 5 december 2010
5 kilo 'Geschiedenis van Deventer'
Niet een boek voor op het nachtkastje, de pas verschenen Geschiedenis van Deventer. De twee delen wegen bijna vijf kilo. Bij verschijning al uitgeroepen tot standaardwerk en zo ziet het er ook uit. Het zal bij liefhebbers van de geschiedenis van Deventer de komende decennia een opvallende plaats in de boekenkast innemen.
Auteur Henk Slechte werd bijgestaan door een redactie met deskundigen van binnen en buiten Deventer. Over de opzet van het boek is uiteraard goed nagedacht. Zoals in het voorwoord wordt aangegeven kun je het schrijven van een stadsgeschiedenis op verschillende manieren benaderen: je kiest voor één auteur die een encyclopedisch werk schrijft, je kiest voor een groep specialisten, die allen een hoofdstuk schrijven en waarvan een hoofdredacteur een lopende tekst maakt, of je kiest voor één auteur (bijgestaan door deskundigen) die een analytisch werk maakt. Voor het laatste is in Deventer gekozen.
In de inleiding wordt de opzet als volgt beschreven: ‘Iedere fase van de geschiedenis wordt beschreven vanuit de aan te treffen hoofdkenmerken van die periode of liever nog vanuit één leitmotiv dat zodoende het specifieke karakter van de stad duidelijk aan het licht zou brengen.’ De periodes hoeven niet samen te vallen met de algemeen geldende indeling in perioden van de Nederlandse geschiedenis. Door deze werkwijze is de eigen identiteit van Deventer beter te vergelijken met andere steden.
De geschiedenis van Deventer wordt beschreven in negen periodes/hoofdstukken:
- Missiepost – bisschopszetel – handelsnederzetting – stad: de wording van Deventer, eerst als missiepost en vervolgens, als gevolg van de komst van de Vikingen en de ondergang van Dorestad, als handelscentrum en tijdelijke zetel van de bisschop van Utrecht.
- De Sallandse Driehoek: een van de drie hoofdsteden van Salland: over de bestuurlijke ontwikkeling van Deventer en de positie van Deventer in Overijssel in de middeleeuwen en zijn relaties met de andere steden.
- Hanzestad of jaarmarktstad: in hoeverre heeft de Hanze de geschiedenis van Deventer bepaald. Deventer was niet een erg belangrijke Hanzestad, Deventer blijkt vooral een jaarmarktstad te zijn geweest.
- Stad van Moderne Devotie en Humanisme. Deventer als centrum van geestelijk leven: het ontstaan van de Moderne Devotie en invloed daarvan op het onderwijs hebben het bijzondere geestelijke en intellectuele karakter bevestigd dat Deventer in de middeleeuwen kenmerkte en onderscheidde van andere handelssteden.
- Stad in overgang. Deventer in de 16de eeuw: over de Reformatie en alle kerkelijke en wereldlijke gebeurtenissen en veranderingen die daarmee samenhangen.
- Provinciestad. Deventer in de 17de eeuw: Deventer teerde nog op zijn rijke verleden, maar werd steeds meer een provinciestad, ‘maar niet van de slaperige soort’. Wel bleef Deventer een belangrijke vestingstad.
- Hoop en vernieuwing: in de 18de eeuw kwam een einde aan de regentenoligarchie en speelde Deventer een hoofdrol in de opkomst van de patriotten en waren er vernieuwende initiatieven op het gebied van de nijverheid.
- Industriestad: in de 19de eeuw is Deventer veranderd van een provinciale marktstad in een innovatieve industriestad en van een vestingstad in een open stad met de bijnaam Moskou aan de IJssel.
- Industriestad – dubbelstad – dienstenstad – onderwijsstad: de voltooiing van de industriestad Deventer en de ingrijpende sociale, demografische en ruimtelijke gevolgen daarvan.
Kijk hier voor interviews met de auteur Henk Slechte bij RTVOost, waarin hij de hoogtepunten in de geschiedenis van Deventer noemt:
- de 15de eeuw was het absolute hoogtepunt in de geschiedenis van Deventer. Deventer was een internationaal belangrijke stad, zowel economisch als intellectueel – aan de Latijnse school doceerden vooraanstaande humanistische geleerden uit Duitsland en Nederland.
- in de 18e eeuw speelde Deventer een prominente rol in de ontwikkeling van de ideologie van de patriotten
- in de 19de eeuw was Deventer voorloper in Oost-Nederland in de industrialisatie
woensdag 1 december 2010
Cultuur en bezuinigingen, nu en vijftig jaar geleden
Er schijnen tegenwoordig linkse en rechtse hobby’s te bestaan. Als het echt om hobby’s gaat zouden geen van beiden iets mogen kosten. Wat de één als een hobby beschouwt, is volgens de ander onderdeel van beschaving. Hoe je er ook tegenaan kijkt, opvallend is de willekeur. Sommige gemeenten proberen te redden wat er te redden valt, andere zetten zichzelf op de kaart met draconische bezuinigingen op cultuur. Wie wist van het bestaan van de gemeente Berkelland? Sinds kort is het bekendheidspercentage drastisch omhoog gegaan, sinds de aankondiging van de wethouder dat de Achterhoekse gemeente met 29 kernen en 45.000 inwoners het voortaan maar zonder bibliotheken moet doen. Als je dan persé lid van een bibliotheek wilt zijn kun je toch naar een buurgemeente – of een andere hobby zoeken?
December 1960
In De Mars, maandblad van en voor Overijssel van december 1960 – precies vijftig jaar geleden – wordt de vraag gesteld: ‘Wat offeren gemeenten aan cultuur?’. Klinkt heel anders dan het gepraat over hobby’s. Dat er toen in Deventer 4x zoveel werd uitgegeven aan cultuur dan in Assen, daar was men in Assen niet trots op, zoals de wethouder in Berkelland nú wel trots is op zijn statement. In Assen moest nog een stevige inhaalslag gemaakt worden. In het artikel in de Mars wordt vergeleken hoeveel er per gemeente aan een dertigtal (!) cultuurposten werd uitgegeven. Het woord bezuinigen komt in het hele artikel niet voor. Het waren andere tijden, vast geen betere. Maar het cynisme waarmee men spreekt over de ‘hobby’ van een ander kwam je toen niet tegen.
December 1960
In De Mars, maandblad van en voor Overijssel van december 1960 – precies vijftig jaar geleden – wordt de vraag gesteld: ‘Wat offeren gemeenten aan cultuur?’. Klinkt heel anders dan het gepraat over hobby’s. Dat er toen in Deventer 4x zoveel werd uitgegeven aan cultuur dan in Assen, daar was men in Assen niet trots op, zoals de wethouder in Berkelland nú wel trots is op zijn statement. In Assen moest nog een stevige inhaalslag gemaakt worden. In het artikel in de Mars wordt vergeleken hoeveel er per gemeente aan een dertigtal (!) cultuurposten werd uitgegeven. Het woord bezuinigen komt in het hele artikel niet voor. Het waren andere tijden, vast geen betere. Maar het cynisme waarmee men spreekt over de ‘hobby’ van een ander kwam je toen niet tegen.
dinsdag 30 november 2010
Beste reisverhaal gekozen
Geen Overijssels onderwerp. Maar het past wel bij de rubriek Overijsselaars op reis op dit weblog. En het past bij mijn interesse in reisverhalen. Daar ben ik een liefhebber van. Niet persé van literaire reisverhalen, maar vooral van reisbeschrijvingen, van verhalen over afzien, ploeteren op de fiets, avonturen, exotische plekken en meegenieten met de reiziger, die tijdens de reis vrij van sleur is.
Ter gelegenheid van het verschijnen van De Nederlandse Reisliteratuur in 80 en enige verhalen, geschreven door Jan Blokker jr. werd de verkiezing voor het beste reisverhaal uit de geschiedenis gehouden. Jan Blokker, die honderd dagen in de KB doorbracht om de verhalen voor zijn bundel te selecteren, selecteerde zes verhalen, die genomineerd werden. De verkiezing vond plaats op internet. Vorige week werd de winnaar bekendgemaakt. Met een grote meerderheid van stemmen werd Mijne reis naar Amerika van dominee H. Bavinck uit 1892 tot beste reisverhaal gekozen. Tweede en derde werden respectievelijk Donker Spanje van Bob den Uyl, en Een landingspoging op Newfoundland van W.F. Hermans. De overige genomineerden waren: De kunst van het wandelen van Martin Bril, Reize naar de Middelandsche Zee van N.A. van Rijneveld en Scheepsreis naar Oost- ofwel Portugees-Indië van Jan Huygen van Linschoten.
Blokker schreef over het winnende reisverhaal van Bavinck: ‘Het reisverslag van dominee Bavinck is zeer onbevangen en vol bewondering en verwondering geschreven. Bavinck reisde door de Verenigde Staten in een tijd dat het continent voor Europeanen nog werkelijk 'nieuw' was. Zijn oordeel over de geloofsbeleving van de Amerikanen (een thema dat hem zeer ter harte ging) getuigt van een grote tolerantie. Zijn verslag is van een bijzondere intellectuele grootheid.’
zondag 28 november 2010
Uit de Overijssel-collectie van de OBD (11): Landbouwenquête 1886
In de tweede helft van de 19de eeuw zijn er van overheidswege een aantal enquêtes gehouden, waarvan het onder Arbeidsenquête bekend staande onderzoek (parlementaire enquête op initiatief van de Tweede Kamer) in 1886-1887 naar de toestand in fabrieken en werkplaatsen de bekendste is. Deze enquête werd vanaf 1890 voortgezet door een Staatscommissie, waarbij het onderzoek verbreed werd naar o.a. ook woonomstandigheden. Wat Overijssel betreft zijn hierin verslagen opgenomen over Twente, de IJsselsteden en de veengebieden in Noord-Overijssel.
Een andere belangrijke enquête is de z.g. Landbouwenquête, officieel: Uitkomsten van het onderzoek naar den toestand van de landbouw en Nederland, ingesteld door de Landbouwcommissie, benoemd 18 september 1886. Het in vier delen gepubliceerde verslag van de commissie verscheen in 1890. Opdracht van de commissie was om de toestand van de landbouw in Nederland in kaart te brengen, en vervolgens voorstellen te doen waarmee de regering de ontwikkeling van de landbouw zou kunnen bevorderen.
In drie van de vier delen zijn de verslagen opgenomen van de enquêtes die in een groot aantal gemeenten gehouden zijn. In lang niet alle gemeentes zijn de enquêtes gehouden. De gemeentes die werden uitgekozen waren ‘type-gemeenten’ die symbolisch waren voor gelijksoortige gemeenten. Hoe men tot de indeling in verschillende type-gemeenten is gekomen staat nergens vermeld.
Het onderzoek ter plekke werd uitgevoerd onder leiding van ‘personen die berekend moeten zijn voor hun taak’. Het onderzoek moest overal ‘naar een vasten maatstaf geschieden’, zodat de uitkomsten van het onderzoek vergeleken konden worden. Toch kregen de onderzoekers de vrijheid zaken die zij van belang achtten toe te voegen. Gevolg van de werkwijze, waarbij het onderzoek per gemeente werd uitbesteed aan lokale deskundigen, was wel, dat de kwaliteit van de verslagen per gemeente verschilt. De commissie: ‘Het kan niet anders of de vruchten van den arbeid van meer dan honderd medewerkers uit verschillende standen der maatschappij, moeten groote verschillen vertoonen in opvatting en uitvoering’.
Overijsselse gemeenten komen aan bod in deel 1. Hieronder de gemeenten met tussen haakjes de deskundigen onder wiens leiding het onderzoek plaatsvond:
Losser (Mr. J.H.A.M. Essink)
Raalte (H.N. Osse)
Zalk en Veecaten (S.Dokter)
Dalfsen (H.J. Warnaars)
Ambt-Hardenberg (H.W. Weitkamp)
Staphorst (Mr. W.J. Baron van Dedem van de Rollecate)
In alle gemeenten werden dezelfde vragen gesteld over:
- de algemene toestand van de gemeente
- toestand van de bodem
- hoe is het bezit verdeeld
- de pachtvoorwaarden
- de toestand van de verkeerswegen en de middelen van vervoer
- kredietverstrekking
- verzekeringswezen
- de toestand van de landbouwbedrijven (het belangrijkste onderwerp)
- nadelige gevolgen van belastingen en rechten
- welke bijzondere gewoonten bestaan er in de gemeente
- de welvaart der landbouwers
- de toestand van de (land)arbeiders
Tussen de verslagen door zijn veel statistische overzichten opgenomen. Het vierde deel is geheel gewijd aan de vergelijking tussen de gemeenten.
Deze Landbouwenquête is een rijke bron van allerlei feiten en gegevens over het platteland eind 19de eeuw. Typisch zo’n uitgave om te digitaliseren. Een kwestie van tijd, denk ik, tot Google Books of dbnl dit op zich neemt. Tot die tijd is het complete werk helaas alleen ter inzage (vanwege zeldzaamheid en slechte papierkwaliteit), o.a. bij de OBD.
Historische verenigingen, zoals b.v. die van Losser en Staphorst, hebben de verslagen over hun gemeenten opnieuw uitgegeven.
Een andere belangrijke enquête is de z.g. Landbouwenquête, officieel: Uitkomsten van het onderzoek naar den toestand van de landbouw en Nederland, ingesteld door de Landbouwcommissie, benoemd 18 september 1886. Het in vier delen gepubliceerde verslag van de commissie verscheen in 1890. Opdracht van de commissie was om de toestand van de landbouw in Nederland in kaart te brengen, en vervolgens voorstellen te doen waarmee de regering de ontwikkeling van de landbouw zou kunnen bevorderen.
In drie van de vier delen zijn de verslagen opgenomen van de enquêtes die in een groot aantal gemeenten gehouden zijn. In lang niet alle gemeentes zijn de enquêtes gehouden. De gemeentes die werden uitgekozen waren ‘type-gemeenten’ die symbolisch waren voor gelijksoortige gemeenten. Hoe men tot de indeling in verschillende type-gemeenten is gekomen staat nergens vermeld.
Het onderzoek ter plekke werd uitgevoerd onder leiding van ‘personen die berekend moeten zijn voor hun taak’. Het onderzoek moest overal ‘naar een vasten maatstaf geschieden’, zodat de uitkomsten van het onderzoek vergeleken konden worden. Toch kregen de onderzoekers de vrijheid zaken die zij van belang achtten toe te voegen. Gevolg van de werkwijze, waarbij het onderzoek per gemeente werd uitbesteed aan lokale deskundigen, was wel, dat de kwaliteit van de verslagen per gemeente verschilt. De commissie: ‘Het kan niet anders of de vruchten van den arbeid van meer dan honderd medewerkers uit verschillende standen der maatschappij, moeten groote verschillen vertoonen in opvatting en uitvoering’.
Overijsselse gemeenten komen aan bod in deel 1. Hieronder de gemeenten met tussen haakjes de deskundigen onder wiens leiding het onderzoek plaatsvond:
Losser (Mr. J.H.A.M. Essink)
Raalte (H.N. Osse)
Zalk en Veecaten (S.Dokter)
Dalfsen (H.J. Warnaars)
Ambt-Hardenberg (H.W. Weitkamp)
Staphorst (Mr. W.J. Baron van Dedem van de Rollecate)
In alle gemeenten werden dezelfde vragen gesteld over:
- de algemene toestand van de gemeente
- toestand van de bodem
- hoe is het bezit verdeeld
- de pachtvoorwaarden
- de toestand van de verkeerswegen en de middelen van vervoer
- kredietverstrekking
- verzekeringswezen
- de toestand van de landbouwbedrijven (het belangrijkste onderwerp)
- nadelige gevolgen van belastingen en rechten
- welke bijzondere gewoonten bestaan er in de gemeente
- de welvaart der landbouwers
- de toestand van de (land)arbeiders
Tussen de verslagen door zijn veel statistische overzichten opgenomen. Het vierde deel is geheel gewijd aan de vergelijking tussen de gemeenten.
Deze Landbouwenquête is een rijke bron van allerlei feiten en gegevens over het platteland eind 19de eeuw. Typisch zo’n uitgave om te digitaliseren. Een kwestie van tijd, denk ik, tot Google Books of dbnl dit op zich neemt. Tot die tijd is het complete werk helaas alleen ter inzage (vanwege zeldzaamheid en slechte papierkwaliteit), o.a. bij de OBD.
Historische verenigingen, zoals b.v. die van Losser en Staphorst, hebben de verslagen over hun gemeenten opnieuw uitgegeven.
maandag 22 november 2010
Uitslag fotowedstrijd Wiki Loves Monuments
Eerder berichtte ik al over deze fotowedstrijd, die tot doel had het fotobestand op Wikipedia uit te breiden, en dan speciaal met betrekking tot monumenten. Aan 8.000 monumenten zijn nu foto’s toegevoegd.
235 (amateur)-fotografen stuurden 12.500 foto’s op. Bij de tien beste inzendingen zat geen Overijssels monument of Overijsselse fotograaf.
Hier de winnende foto, een historisch pand met moderne winkelinrichting in de Amsterdamse Vijzelstraat. Kijk hier voor de volgens de jury 10 beste foto’s.
Mijn collega Marcel, erkend hobby fotograaf, stuurde ook foto’s in, zoals onderstaande van het standbeeld van Schaepman in Tubbergen.
235 (amateur)-fotografen stuurden 12.500 foto’s op. Bij de tien beste inzendingen zat geen Overijssels monument of Overijsselse fotograaf.
Hier de winnende foto, een historisch pand met moderne winkelinrichting in de Amsterdamse Vijzelstraat. Kijk hier voor de volgens de jury 10 beste foto’s.
Mijn collega Marcel, erkend hobby fotograaf, stuurde ook foto’s in, zoals onderstaande van het standbeeld van Schaepman in Tubbergen.
zaterdag 20 november 2010
Topografische tekeningen in 'Een wereld van verschil'
Ontstaan topografische tekenkunst
Vanaf 1700 werd het vastleggen en verzamelen van ‘oudheden’ populair. Kastelen, ruïnes en kerken werden getekend en geschilderd en soms in encyclopedische uitgaven bijeengebracht. Bijvoorbeeld in Schatkamer der Nederlandse Oudheden (1711) en Kabinet van Nederlandsche outheden en gezichten (1725). Natuurgetrouw waren de prenten en schilderingen meestal niet; de kunstenaar mocht er van alles bij fantaseren om de afbeelding aantrekkelijker te maken.
Maar er ontwikkelde zich een topografisch genre, waarbij getracht werd een zo juist mogelijke weergave van de werkelijkheid te realiseren. Abraham de Haen en Cornelis Pronk waren beoefenaars van dit genre en Andries Schoemaker, textielkoopman uit Amsterdam was er een groot liefhebber van. Hij verzamelde afbeeldingen en informatie over ‘oudheden’, deed ook zelf onderzoek en financierde opdrachten aan kunstenaars om overal in het land (nog) aanwezige oudheden in beeld te brengen. Zelf ging hij graag mee met de studiereizen, die in de zomer plaatsvonden en waarbij de tekenaars zo veel mogelijk schetsten wat zij onderweg tegenkwamen, om deze schetsen later weer uit te werken. Zo trok het viertal Andries Schoemaker, zijn huishoudster Geesje Arens, en de tekenaars Cornelis Pronk en Abraham de Haen in de zomers van 1729 tot met 1733 door Nederland.
Over de hobbelde bobbelde heyde
Rond 1985 werd door de Zwollenaren A.J. Gevers en A.J. Mensema één van deze reizen gereconstrueerd, n.l. de tocht van het viertal in de zomer van 1732, die voor het grootste deel door Overijssel voerde. De auteurs brachten verspreide informatie en prenten vanuit allerlei archieven en bibliotheken bij elkaar. Hun boek Over de hobbelde bobbelde heyde (citaat van Schoemaker, toen hij de reis over de Drentse heide beschreef) is een chronologische weergave van de tocht midzomer 1732, voorzien van vele prenten van Pronk en De Haen en soms van andere tekenaars.
Het boek inspireerde de Deventer kunstenaar Peter Paul Hattinga Verschure om de reis uit 1732 nog eens te maken. Althans om na 276 jaar alle objecten die toen getekend zijn nog eens te bezoeken en te tekenen.
Een wereld van verschil
Uiteraard bleek na zo lange tijd veel verdwenen of veranderd, hoewel op sommige plaatsen de tijd leek te hebben stilgestaan. Hattinga Verschure verzamelde eerst zo veel mogelijk informatie om daardoor precies de plek te kunnen bepalen waar de tekenaars in 1732 zich bevonden toen zij schetsen maakten van kerken, landhuizen en kastelen, dorps- en stadsgezichten. Hij gebruikte ongeveer dezelfde materialen en technieken bij zijn tekeningen als zijn voorgangers destijds, om zo nog beter de situaties toen en nu te kunnen vergelijken. Bij zijn tekeningen vermeldt hij allerlei bijzonderheden, bijvoorbeeld hoe hij de juiste plek vooraf getraceerd heeft, de reis er naartoe, passanten die hij tijdens zijn werk ontmoet, bijzonderheden over wat op de tekening te zien is etc.
Bij alle tekeningen staan de coördinaten vermeld, zodat je de plek op Google Earth kunt nazoeken.
Het resultaat is een prachtig ‘kijkboek’ met een unieke verzameling 18de eeuwse topografische prenten, alle vergezeld van een tekening uit 2008, voorzien van interessante korte beschrijvingen.
Tentoonstelling
Nog tot en met 9 januari 2011 loopt de tentoonstelling 'Een wereld van verschil', waarin diverse prenten uit het boek in origineel te zien zijn, in het Stedelijk Museum Zwolle.
donderdag 18 november 2010
Holtens Nieuwsblad (1949-2010) gedigitaliseerd
Op de nieuwe website Erfgoed Rijssen Holten is het hele archief van het Holtens Nieuwsblad digitaal beschikbaar. Misschien geen groot nieuws want er staan al zoveel gedigitaliseerde kranten op internet. Maar voor Overijssel is het wel bijzonder. Het Holtens Nieuwsblad is pas (voor zover ik weet) de vierde Overijsselse krant, waarvan het krantenarchief voor iedereen op internet beschikbaar is gekomen. Voorgangers waren de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant (1815-1869), Dagblad van het Oosten (1940-1945) en Deventer Dagblad (1869-1916).
Het Holtens Nieuwsblad is voor het eerst verschenen in 1949 en is dit jaar opgegaan in het huis aan huisblad West Twente. Het complete archief vanaf 1949 is te doorzoeken.
Van de Rijssense equivalent, het Weekblad voor Rijssen, zijn nergens meer de complete jaargangen aanwezig. Er wordt nog gezocht naar ontbrekende nummers zodat deze krant in de toekomst ook kan worden gedigitaliseerd.
Het is niet de enige nieuwigheid op de website Erfgoed Rijssen Holten. Een grote fotodatabase is op de website vinden, die snel uitgebreid wordt. Binnenkort zullen er 10.000 foto’s te zien zijn. Wel moeten nog veel foto’s worden beschreven. Hier worden nog vrijwilligers voor gezocht.
Binnen enkele maanden zullen op de website – een samenwerking tussen Oudheidkamer Hoolt’n, de Oudheidkamer Riessen en de gemeente Rijssen-Holten - de gemeentelijke akten van geboorten, huwelijken en overledenen vanaf het jaar 1811, voor zover openbaar, ook digitaal te vinden zijn en gratis te printen.
Het Holtens Nieuwsblad is voor het eerst verschenen in 1949 en is dit jaar opgegaan in het huis aan huisblad West Twente. Het complete archief vanaf 1949 is te doorzoeken.
Van de Rijssense equivalent, het Weekblad voor Rijssen, zijn nergens meer de complete jaargangen aanwezig. Er wordt nog gezocht naar ontbrekende nummers zodat deze krant in de toekomst ook kan worden gedigitaliseerd.
Het is niet de enige nieuwigheid op de website Erfgoed Rijssen Holten. Een grote fotodatabase is op de website vinden, die snel uitgebreid wordt. Binnenkort zullen er 10.000 foto’s te zien zijn. Wel moeten nog veel foto’s worden beschreven. Hier worden nog vrijwilligers voor gezocht.
Binnen enkele maanden zullen op de website – een samenwerking tussen Oudheidkamer Hoolt’n, de Oudheidkamer Riessen en de gemeente Rijssen-Holten - de gemeentelijke akten van geboorten, huwelijken en overledenen vanaf het jaar 1811, voor zover openbaar, ook digitaal te vinden zijn en gratis te printen.
dinsdag 16 november 2010
Van Bloemendaal tot Pekela: inkomens in Overijssel onder landelijk gemiddelde
Zoals de Tubantia vanmorgen meldde wonen de rijkste Overijsselaren in de Hof van Twente en de armste in Enschede. Tussen de totaal 431 gemeenten staat Enschede op de 420ste plaats, eenzaam tussen Oost-Groningse, Zuid-Limburgse en Noord-Friese gemeenten. De hekkesluiter is Pekela, gevolgd door Stadskanaal en Kerkrade.
De welstand in de Hof van Twente is relatief, want deze rijkste gemeente van Overijssel staat landelijk pas op een 183ste plaats. De top drie vormt geen verrassing: Bloemendaal, Wassenaar en Blaricum. Het gemiddelde inkomen per persoon ligt hier 65% boven het landelijke gemiddelde inkomen per persoon (24,6 duizend euro).
Het gemiddeld inkomen per persoon moet je qua bedrag niet te letterlijk nemen. Om het te bepalen wordt een ingewikkelde berekening uitgevoerd die op de website van CBS wordt uitgelegd. Rekening houdend met allerlei factoren worden huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gaat om de onderlinge verschillen, niet om het precieze bedrag.
De Overijsselse lijst – achtereenvolgens de positie op de landelijke ranglijst, de gemeente, het percentage boven/onder het landelijk gemiddelde.
183. Hof van Twente (2,4)
184. Wierden (2,4)
185. Dinkelland (2,3)
198. Borne (1,6)
214. Dalfsen (0,8)
233. Ommen (-0,2)
251. Tubbergen (-0,7)
275. Haaksbergen (-1,9)
282. Olst/Wijhe (-2,2)
293. Staphorst (-2,7)
295. Raalte (-2,8)
296. Zwolle (-2,9)
305. Zwartewaterland (-3,1)
312. Rijssen/Holten (-3,6)
331. Hellendoorn (-4,7)
336. Oldenzaal (-5,1)
343. Losser (-5,5)
350. Deventer (-6,0)
352. Steenwijkerland (-6,1)
372. Hengelo (-7,6)
374. Kampen (-7,6)
382. Hardenberg (-8,4)
388. Twenterand (-8,9)
411. Almelo (-12,1)
420. Enschede (-13,6)
zondag 14 november 2010
Digitale Atlas van Overijssel
Op de nieuwe website van de provincie Overijssel Atlas van Overijssel wordt een groot aantal themakaarten bijeengebracht. Het gaat dan om onderwerpen op beleidsterreinen als bodem, cultuur, economie, milieu, natuur en platteland, ruimte en wonen, toerisme, veiligheid en water.
Je kunt zoeken op gemeente, plaats, postcode en straat. Daarna kies je één of meerdere thema’s, waarvan dan een kaart verschijnt. De transparantie van de onderliggende topografische kaart kun je regelen. Je kunt ook kiezen voor luchtfoto’s als basis i.p.v. een kaart. Klik vervolgens op legenda om de betekenis van de kleuren en symbolen te bekijken. Wanneer je voldoende inzoomt komt ook Streetview te voorschijn waarmee de 360°-panorama-foto's op straatniveau tevoorschijn komen.
Afbeelding: kaart van het gebied rond de OBD (midden foto Van Alphenstraat) gecombineerd met een kaart uit 1900
Kaarten die in het kader van dit blog interessant zijn:
• onder Cultuur/cultuurhistorie: de gemeentelijke en rijksmonumenten. Door op de symbolen te klikken verschijnt er een foto met informatie.
• Behalve voor het huidige kaartbeeld kun je ook kiezen voor een kaart van 1900 of van 1950. Ook hier weer kun je de transparantie regelen, zodat je de oude en nieuwe situatie kunt vergelijken
Het (uitgebreider) vergelijken van historische kaarten uit verschillende periodes kan ook met behulp van de website Historiekaart en (uitgebreidere) informatie over monumenten is ook te vinden op de Cultuurhistorische atlas van Overijssel. Het handige van de Atlas van Overijssel is dat allerlei kaarten bijeengebracht zijn en dat je heel snel veel informatie kunt vinden over een bepaald gebied.
Aanvulling: t.g.v. de lancering van de website is er een prijsvraag georganiseerd met mooie prijzen.
Je kunt zoeken op gemeente, plaats, postcode en straat. Daarna kies je één of meerdere thema’s, waarvan dan een kaart verschijnt. De transparantie van de onderliggende topografische kaart kun je regelen. Je kunt ook kiezen voor luchtfoto’s als basis i.p.v. een kaart. Klik vervolgens op legenda om de betekenis van de kleuren en symbolen te bekijken. Wanneer je voldoende inzoomt komt ook Streetview te voorschijn waarmee de 360°-panorama-foto's op straatniveau tevoorschijn komen.
Afbeelding: kaart van het gebied rond de OBD (midden foto Van Alphenstraat) gecombineerd met een kaart uit 1900
Kaarten die in het kader van dit blog interessant zijn:
• onder Cultuur/cultuurhistorie: de gemeentelijke en rijksmonumenten. Door op de symbolen te klikken verschijnt er een foto met informatie.
• Behalve voor het huidige kaartbeeld kun je ook kiezen voor een kaart van 1900 of van 1950. Ook hier weer kun je de transparantie regelen, zodat je de oude en nieuwe situatie kunt vergelijken
Het (uitgebreider) vergelijken van historische kaarten uit verschillende periodes kan ook met behulp van de website Historiekaart en (uitgebreidere) informatie over monumenten is ook te vinden op de Cultuurhistorische atlas van Overijssel. Het handige van de Atlas van Overijssel is dat allerlei kaarten bijeengebracht zijn en dat je heel snel veel informatie kunt vinden over een bepaald gebied.
Aanvulling: t.g.v. de lancering van de website is er een prijsvraag georganiseerd met mooie prijzen.
zaterdag 13 november 2010
Boekenfestijn in Zwolle: miljoen boeken te koop
De Centrale Boekhandel in IJsselstein is een groothandel die partijen boeken opkoopt. Bijvoorbeeld restpartijen, niet verkochte voorraden uit winkels, boeken met een ‘vlekje’ etc.
12x per jaar wordt de hele magazijnvoorraad naar een grote hal in (West)-Nederland of Vlaanderen versleept, alwaar een vierdaags Boekenfestijn plaatsvindt. Vanaf nu gaat de frequentie van deze festijnen omhoog naar 25x per jaar, waarbij ook de periferie van Nederland bezocht wordt. Voor het eerst komt men in Overijssel: op 25 t/m 28 november in de IJsselhallen in Zwolle.
Volgens de organisatoren kunnen de bezoekers (gratis toegang) uitkijken naar:
• meer dan een miljoen boeken (let wel: niet een miljoen titels)
• enorme kortingen tot wel 90 % - b.v. ‘topliteratuur’ vanaf € 4,95 en kinder-, reis- en kookboeken vanaf 2 euro
• het grootste aanbod bestaat uit romans & literatuur (ook engelstalig)
• er zijn ook multimedia en hobbyartikelen te koop, dit keer in Zwolle ook Sinterlaas- en kerstartikelen
Openingstijden: donderdag/vrijdag/zaterdag van 10.00 tot 21.00 uur, zondag van 10.00 tot 18.00 uur
woensdag 10 november 2010
'De Textielbaronnen' van Bastiaan Willink. De fabrikantenfamilies, rem of motor?
De geschiedenis van de textielindustrie in Twente en de Achterhoek heeft al een vracht aan publicaties opgeleverd. De (selectieve) literatuurlijst in De Textielbaronnen van Bastiaan Willink bevat al zo’n 300 titels. Veel van de tot nu toe verschenen boeken en artikelen beslaan deelgebieden: periodes, arbeidsomstandigheden en sociale strijd, economische beschouwingen, fabrikantenbuitenplaatsen, biografieën, bedrijven afzonderlijk etc. Natuurlijk zijn er ook (pogingen tot) overzichtswerken, die de geschiedenis van de textielindustrie in al haar facetten behandelen. Het proefschrift De Twentsche katoennijverheid van J.A.P.G. Boot gold jarenlang als hét standaardwerk. Een echte opvolger is er nooit gekomen, al is er veel moois verschenen – het betrof toch meestal deelgebieden.
Bastiaan Willink probeert de geschiedenis van het eerste samenhangende industriegebied van Nederland wel in brede zin te beschrijven, maar die beschrijving is kort en weinig diepgravend. Het boek gaat voornamelijk over één facet, het familisme. Een zeer groot deel van de textielfabrieken waren familiebedrijven. Willink, historicus, stamt zelf uit een belangrijk Winterswijks fabrikantengeslacht. Vooral sinds Van Schelven’s Onderneming en familisme over Van Heek & Co., is de gangbare mening dat het familisme, kort door de bocht gezegd het prevaleren van het familiebelang boven het algemeen bedrijfsbelang, een belangrijke oorzaak is geweest voor de ondergang van de textielindustrie in pakweg de periode 1960-1980. Het valt Willink op dat het familiebedrijf ook in onze tijd nog floreert (kijk maar eens naar de Quote 500) en hij wil wel eens onderzocht hebben hoe dat nu precies zat met het Twents-Achterhoekse familisme. De uitdaging die Willink is aangegaan betreft het beschrijven van de opkomst, bloei en neergang van de textiel vanuit de invalshoek van de ontwikkeling van een familienetwerk. De Textielbaronnen vormt de neerslag van dit onderzoek, waarin de auteur de rol van het familisme als remmende factor nuanceert. In zijn inleiding noemt hij twee hoofdmotieven voor de publicatie van zijn boek. In de eerste plaats streeft hij naar gedeeltelijke rehabilitatie van het Twentse familiebedrijf. Daarnaast wil hij ‘de belangrijkste figuren die de opbouw van het hedendaagse Twente mogelijk hebben gemaakt weer de eer geven die hen toekomt’. Daarbij doelt hij uiteraard op de fabrikanten.
In het boek wordt in het kort het ontstaan en de opkomst van de textielnijverheid eerst in breed perspectief geschetst, maar kijkt Willink daarna in het bijzonder naar de families die een rol speelden. Doopsgezinde fabrikeurs hebben de textielnijverheid in de 18e en 19e eeuw op poten gezet. De doopsgezinden waren uitgesloten van overheidsfuncties en hadden geen politieke invloed. Zij richtten al hun aandacht op de handel en bedrijvigheid. Later zou voor Joodse fabrikanten hetzelfde gelden. Willink beschrijft de op- en neergang van de aanzienlijke families vanaf de 18de eeuw. Hij legt ook uit waarom bijvoorbeeld Enschede uitgroeide tot de belangrijkste textielstad en door welke factoren de textiel in de Achterhoek (Winterswijk) minder tot bloei kwam. Maar hij gaat vooral in op de familienetwerken, de heersende opvattingen, gewoontes en lifestyle binnen deze groep.
Het boek bevat een historisch overzicht van de 500 belangrijkste fabrikanten van 48 bekende Twents-Gelderse fabrikantenfamilies, een overzicht dat nog nooit eerder zo gepubliceerd is.
Hij kruipt als het ware in de huid van de fabrikanten en laat hun kant van het verhaal zien tegenover de aantijgingen die hen vaak ten deel zijn gevallen, vooral op het gebied van beloning en werkomstandigheden van de arbeiders. Overigens geeft de auteur toe dat er periodes zijn geweest – in de tijd dat de grote fabrikantenvilla’s verrezen – waarin een meer sociale houding niet had misstaan en ook financieel mogelijk zou zijn geweest. Maar dan wijst hij ook op de verschillen tussen de bedrijven. Sommige bedrijven floreerden, terwijl andere in dezelfde periode failliet gingen. Hij vindt de verguizing van de textielbaronnen niet terecht. Velen zullen het met hem oneens zijn. Toch doorbreekt hij met zijn boek taboes en zet hij vraagtekens bij opvattingen die algemeen gedeeld worden. Daarmee is De Textielbaronnen een aanwinst binnen de nooit aflatende stroom publicaties over de textiel in Twente en de Achterhoek.
Bastiaan Willink probeert de geschiedenis van het eerste samenhangende industriegebied van Nederland wel in brede zin te beschrijven, maar die beschrijving is kort en weinig diepgravend. Het boek gaat voornamelijk over één facet, het familisme. Een zeer groot deel van de textielfabrieken waren familiebedrijven. Willink, historicus, stamt zelf uit een belangrijk Winterswijks fabrikantengeslacht. Vooral sinds Van Schelven’s Onderneming en familisme over Van Heek & Co., is de gangbare mening dat het familisme, kort door de bocht gezegd het prevaleren van het familiebelang boven het algemeen bedrijfsbelang, een belangrijke oorzaak is geweest voor de ondergang van de textielindustrie in pakweg de periode 1960-1980. Het valt Willink op dat het familiebedrijf ook in onze tijd nog floreert (kijk maar eens naar de Quote 500) en hij wil wel eens onderzocht hebben hoe dat nu precies zat met het Twents-Achterhoekse familisme. De uitdaging die Willink is aangegaan betreft het beschrijven van de opkomst, bloei en neergang van de textiel vanuit de invalshoek van de ontwikkeling van een familienetwerk. De Textielbaronnen vormt de neerslag van dit onderzoek, waarin de auteur de rol van het familisme als remmende factor nuanceert. In zijn inleiding noemt hij twee hoofdmotieven voor de publicatie van zijn boek. In de eerste plaats streeft hij naar gedeeltelijke rehabilitatie van het Twentse familiebedrijf. Daarnaast wil hij ‘de belangrijkste figuren die de opbouw van het hedendaagse Twente mogelijk hebben gemaakt weer de eer geven die hen toekomt’. Daarbij doelt hij uiteraard op de fabrikanten.
In het boek wordt in het kort het ontstaan en de opkomst van de textielnijverheid eerst in breed perspectief geschetst, maar kijkt Willink daarna in het bijzonder naar de families die een rol speelden. Doopsgezinde fabrikeurs hebben de textielnijverheid in de 18e en 19e eeuw op poten gezet. De doopsgezinden waren uitgesloten van overheidsfuncties en hadden geen politieke invloed. Zij richtten al hun aandacht op de handel en bedrijvigheid. Later zou voor Joodse fabrikanten hetzelfde gelden. Willink beschrijft de op- en neergang van de aanzienlijke families vanaf de 18de eeuw. Hij legt ook uit waarom bijvoorbeeld Enschede uitgroeide tot de belangrijkste textielstad en door welke factoren de textiel in de Achterhoek (Winterswijk) minder tot bloei kwam. Maar hij gaat vooral in op de familienetwerken, de heersende opvattingen, gewoontes en lifestyle binnen deze groep.
Het boek bevat een historisch overzicht van de 500 belangrijkste fabrikanten van 48 bekende Twents-Gelderse fabrikantenfamilies, een overzicht dat nog nooit eerder zo gepubliceerd is.
Hij kruipt als het ware in de huid van de fabrikanten en laat hun kant van het verhaal zien tegenover de aantijgingen die hen vaak ten deel zijn gevallen, vooral op het gebied van beloning en werkomstandigheden van de arbeiders. Overigens geeft de auteur toe dat er periodes zijn geweest – in de tijd dat de grote fabrikantenvilla’s verrezen – waarin een meer sociale houding niet had misstaan en ook financieel mogelijk zou zijn geweest. Maar dan wijst hij ook op de verschillen tussen de bedrijven. Sommige bedrijven floreerden, terwijl andere in dezelfde periode failliet gingen. Hij vindt de verguizing van de textielbaronnen niet terecht. Velen zullen het met hem oneens zijn. Toch doorbreekt hij met zijn boek taboes en zet hij vraagtekens bij opvattingen die algemeen gedeeld worden. Daarmee is De Textielbaronnen een aanwinst binnen de nooit aflatende stroom publicaties over de textiel in Twente en de Achterhoek.
zaterdag 6 november 2010
Website www.wieiswieinoverijssel.nl wordt uitgebreid
Mede door een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds kan de website www.wieiswieinoverijssel.nl – ondertitel Van Harm Agteresch tot Salomon Zwartz - worden uitgebreid. Op de website staan biografieën van personen die van betekenis zijn geweest voor of in Overijssel, b.v. op een bepaald gebied, in een bepaalde streek of plaats etc. De website is een initiatief van het Historisch Centrum Overijssel, de Overijsselse Bibliotheek Dienst en Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek in Deventer. Ik zit zelf in de redactie samen met collega’s van HCO en SAB.
Laatst toegevoegd: K.D. (Karel) Schönfeld Wicher, dialectonderzoeker en reiziger
Het streven is om tijdens de Boekenweek 2011 (16-26 maart), waarvan het thema ‘Geschreven portretten’ is de aanvulling gereed te hebben. Dan zullen een honderdtal biografieën zijn toegevoegd. Deze worden geschreven door journalisten en andere deskundigen op een bepaald gebied. Het gaat dan om originele nieuw geschreven biografieën van bekende Overijsselaren. De redactie denkt met de toevoeging van deze honderd personen in ieder geval ernstige gaten in de lijst van BO’ers te hebben gedicht. Natuurlijk houden we ons daarna aanbevolen voor aanvullingen en zullen we ook zelf op zoek gaan naar nieuwe biografieën.
Tot nu toe worden op www.wieiswieinoverijssel.nl al zo’n 350 personen beschreven. In enkele tientallen gevallen betreft het doorverwijzingen naar bestaande biografieën zoals die te vinden zijn in het Biografisch Portaal van Nederland – want we hoeven geen dubbel werk te doen. In een aantal gevallen hebben we toestemming gekregen van auteurs van elders gepubliceerde biografieën of necrologieën, bijvoorbeeld in jaarboeken of tijdschriften, na een eventuele bewerking op de website te plaatsen. Hierbij een oproep aan historische verenigingen om al gepubliceerde of nog te schrijven biografieën van plaats- of streekgenoten beschikbaar te stellen voor de website.
Om welke personen gaat het bijvoorbeeld? Hieronder een lijstje van onlangs toegevoegde biografieën: de kunstschilders Paul Bodifée, Jan Broeze, Henk Lamm en Ben Akkerman, H.M. Bruna (schrijver), A.J. Brusse (fotograaf), Wolter ten Cate (fabrikeur), B.A.A. Engelbertink (politicus), Han Hollander (sportjournalist), Marti ten Kate (hardloper), Aebele Kluwer (uitgever), Jo van Marle (voetbalbestuurder), J.P. Nagelhout (collectioneur), Erben Wennemars, Hans Alma (publicist), Anna Morian (dichteres), Gerard Veldscholten (wielrenner), Gulia Palthe (weldoenster), Femmy Groen (schaatskampioene), Karel Schönfeld Wichers (reiziger).
Laatst toegevoegd: K.D. (Karel) Schönfeld Wicher, dialectonderzoeker en reiziger
Het streven is om tijdens de Boekenweek 2011 (16-26 maart), waarvan het thema ‘Geschreven portretten’ is de aanvulling gereed te hebben. Dan zullen een honderdtal biografieën zijn toegevoegd. Deze worden geschreven door journalisten en andere deskundigen op een bepaald gebied. Het gaat dan om originele nieuw geschreven biografieën van bekende Overijsselaren. De redactie denkt met de toevoeging van deze honderd personen in ieder geval ernstige gaten in de lijst van BO’ers te hebben gedicht. Natuurlijk houden we ons daarna aanbevolen voor aanvullingen en zullen we ook zelf op zoek gaan naar nieuwe biografieën.
Tot nu toe worden op www.wieiswieinoverijssel.nl al zo’n 350 personen beschreven. In enkele tientallen gevallen betreft het doorverwijzingen naar bestaande biografieën zoals die te vinden zijn in het Biografisch Portaal van Nederland – want we hoeven geen dubbel werk te doen. In een aantal gevallen hebben we toestemming gekregen van auteurs van elders gepubliceerde biografieën of necrologieën, bijvoorbeeld in jaarboeken of tijdschriften, na een eventuele bewerking op de website te plaatsen. Hierbij een oproep aan historische verenigingen om al gepubliceerde of nog te schrijven biografieën van plaats- of streekgenoten beschikbaar te stellen voor de website.
Om welke personen gaat het bijvoorbeeld? Hieronder een lijstje van onlangs toegevoegde biografieën: de kunstschilders Paul Bodifée, Jan Broeze, Henk Lamm en Ben Akkerman, H.M. Bruna (schrijver), A.J. Brusse (fotograaf), Wolter ten Cate (fabrikeur), B.A.A. Engelbertink (politicus), Han Hollander (sportjournalist), Marti ten Kate (hardloper), Aebele Kluwer (uitgever), Jo van Marle (voetbalbestuurder), J.P. Nagelhout (collectioneur), Erben Wennemars, Hans Alma (publicist), Anna Morian (dichteres), Gerard Veldscholten (wielrenner), Gulia Palthe (weldoenster), Femmy Groen (schaatskampioene), Karel Schönfeld Wichers (reiziger).
donderdag 4 november 2010
Maandblad De Kampioen van de ANWB in Google Books
De Kampioen van de ANWB is het eerste Nederlandstalige blad dat door Google digitaal toegankelijk is gemaakt. Aanleiding was het 125-jarig bestaan van de ANWB. Het maandblad staat nu vanaf het eerste nummer in 1884 tot en met jaargang 2007 online op Google Books.
Zou je gaan bladeren in de jaargangen van dit ‘grootste maandblad van Nederland’, dan kun je de geschiedenis volgen van de recreatie, de mobiliteit en het toerisme. Ook veel nieuws over de ANWB zelf uiteraard. Even zoeken en je vind het artikel (oktober 1946) waarin wordt bekend gemaakt dat iedereen vanaf dat moment voor 10 gulden per jaar lid kan worden van de Wegenwacht, en dat de ‘gele rijders’ op hun motoren met zijspan nu het gehele land bestrijken. Wel rijden ze vaste routes volgens een bepaald (opvraagbaar) schema. Een meldkamer was er natuurlijk nog niet, je moest net zolang wachten tot er één voorbijkwam.
Afbeelding: zomaar een treffer, zoekend op Enschede (juli 1963)
Voor degenen onder ons met enige hang naar nostalgie een mogelijkheid om in vroeger tijden rond te dwalen. Wie op zoek is naar feiten, de eerste dit of dat, doet ook verrassende ontdekkingen. Ook vind je veel informatie over plaatsen of plekken. Zoek b.v. op Giethoorn en je ziet hoe het toerisme zich daar door de jaren heen ontwikkelde of lees hoe Ommen toeristisch op de kaart werd gezet door de kampeerkampen van de ANWB in de jaren vijftig.
Zou je gaan bladeren in de jaargangen van dit ‘grootste maandblad van Nederland’, dan kun je de geschiedenis volgen van de recreatie, de mobiliteit en het toerisme. Ook veel nieuws over de ANWB zelf uiteraard. Even zoeken en je vind het artikel (oktober 1946) waarin wordt bekend gemaakt dat iedereen vanaf dat moment voor 10 gulden per jaar lid kan worden van de Wegenwacht, en dat de ‘gele rijders’ op hun motoren met zijspan nu het gehele land bestrijken. Wel rijden ze vaste routes volgens een bepaald (opvraagbaar) schema. Een meldkamer was er natuurlijk nog niet, je moest net zolang wachten tot er één voorbijkwam.
Afbeelding: zomaar een treffer, zoekend op Enschede (juli 1963)
Voor degenen onder ons met enige hang naar nostalgie een mogelijkheid om in vroeger tijden rond te dwalen. Wie op zoek is naar feiten, de eerste dit of dat, doet ook verrassende ontdekkingen. Ook vind je veel informatie over plaatsen of plekken. Zoek b.v. op Giethoorn en je ziet hoe het toerisme zich daar door de jaren heen ontwikkelde of lees hoe Ommen toeristisch op de kaart werd gezet door de kampeerkampen van de ANWB in de jaren vijftig.
maandag 1 november 2010
Muziek uit het oosten (32): Duo Come Back - Anton op den bok
Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.
Toen ik ooit op een verjaardag 5 verschillende flessen whisky kreeg ben ik de etiketten gaan sparen. Dit is de derde uitvoering van Anton op den bok, de Oost-Nederlandse traditional, die ik op YouTube heb gezet. Het verzamelen is begonnen. Na Hans Theessink en Boh Foi Toch, nu Duo Come Back met een uitvoering (uit 1980), die van de drie het meest doet denken aan de bruiloften en andere feesten in Oost-Twente waar dit lied vaak gezongen wordt.
Toen ik ooit op een verjaardag 5 verschillende flessen whisky kreeg ben ik de etiketten gaan sparen. Dit is de derde uitvoering van Anton op den bok, de Oost-Nederlandse traditional, die ik op YouTube heb gezet. Het verzamelen is begonnen. Na Hans Theessink en Boh Foi Toch, nu Duo Come Back met een uitvoering (uit 1980), die van de drie het meest doet denken aan de bruiloften en andere feesten in Oost-Twente waar dit lied vaak gezongen wordt.
zondag 31 oktober 2010
Woord van het jaar 2010
Nu het vandaag een uur eerder donker is, nadert voor je gevoel het einde van het jaar snel. Tijd weer voor allerlei lijstjes. Zoals dat van Woord van het Jaar. In een column op de website van het Genootschap Onze Taal worden al een aantal kandidaat woorden genoemd: Bavariameisje, aswolk, Damschreeuwer, zeilmeisje, pedopriester. De meeste woorden horen bij een hype en hoor je al bijna niet meer. Wat dat betreft kun je wel Woord van de Maand verkiezingen organiseren. De kabinetsformatie en de algemene beschouwingen leverden al weer nieuwe woorden op: gedoogsteun/gedoogakkoord, linkse hobby’s/linkse kerk, piketpaaltjes. Onze Taal zit sinds 2008 niet meer in de organisatie van de verkiezing van het woord van het jaar omdat in dat jaar ‘swaffelen’ als winnaar uit de bus kwam. Geen Stijl had haar aanhangers opgeroepen op dit woord te stemmen, zodat je niet meer van een eerlijke verkiezing kon spreken.
De verkiezing van 2010 is in handen van Van Dale. Wie wil stemmen kan dat hier doen.
In 2009 koos Van Dale voor ‘ontvrienden’ (m.b.t. sociale media), gevolgd door Mexicaanse griep en hypotheekleed. Onze Taal maakte van ‘twitteren’ het woord van het jaar.
Kijk op Wikipedia voor de jaren voor 2009.
Ook voor de grootste taalergernis van het jaar wordt een verkiezing georganiseerd en wel op de website Het irritantste woord. Zie ook het Irritaal weblog van Ben van Balen.
Dan is er ook nog de Vaagtaal-verkiezing. De uitslag is net bekend. 'Ik heb zoiets van' wordt gezien als de vaagste uitdrukking van het jaar. Dit is overigens vooral de keuze van mannen. Vrouwen vinden 'met alle respect' nogal vaag.
Het mooiste Twentse dialectwoord
Een paar jaar geleden werden een enquete gehouden onder 1100 Twentenaren over het mooiste dialectwoord. De uitslag:
1. goodgoan - het ga je goed
2. onmeunig - ontzaglijk, erg
3. kuierdroad - telefoon
4. heanig an - rustig, kalm
5. rechtervoort – tegenwoordig
Meest irritante dialectwoord
Volgens mij is dat nooit onderzocht. Ik heb er wel een kandidaat voor. Weliswaar geen woord maar een slogan. Je ziet ze gelukkig bijna niet meer, maar zo’n 10-20 jaar geleden zag je op Twentse huisdeuren vaak de sticker ‘Twente leu- leuke leu’. Irritant vond ik dat, om zoiets over jezelf te beweren….
woensdag 27 oktober 2010
Tien eeuwen topstukken van SAB in Historisch Museum Deventer
Wie van boeken houdt en in Deventer woont of er toevallig moet zijn, moet van de gelegenheid gebruik maken even langs het Historisch Museum te gaan. De jarige Athenaeumbibliotheek heeft er een expositie ingericht onder de titel Tien Eeuwen Topstukken.
De SAB noemt de tentoonstelling zelf het hoogtepunt van haar 450-jarig jubileum dat dit jaar met tal van activiteiten werd gevierd.
Te zien zijn prachtige middeleeuwse handschriften, veelal met bladgoud en kleurrijke illuminaties versierd. Naast de vijftiende-eeuwse boekenpracht worden ook zeer zeldzame stukken uit de twaalfde en dertiende eeuw getoond. Via incunabelen uit het begin van de boekdrukkunst, maakt de bezoeker een reis langs indrukwekkende atlassen, imposante Bijbels, kleurrijke botanische werken en curieuze Provo-pamfletten naar meer moderne bijzondere uitgaven.
Kijk verder op de website van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek.
Kijk hier voor de bezoektijden van de expositie die tot 16 januari 2011 in het Historisch Museum te bezichtigen is.
De SAB noemt de tentoonstelling zelf het hoogtepunt van haar 450-jarig jubileum dat dit jaar met tal van activiteiten werd gevierd.
Te zien zijn prachtige middeleeuwse handschriften, veelal met bladgoud en kleurrijke illuminaties versierd. Naast de vijftiende-eeuwse boekenpracht worden ook zeer zeldzame stukken uit de twaalfde en dertiende eeuw getoond. Via incunabelen uit het begin van de boekdrukkunst, maakt de bezoeker een reis langs indrukwekkende atlassen, imposante Bijbels, kleurrijke botanische werken en curieuze Provo-pamfletten naar meer moderne bijzondere uitgaven.
Kijk verder op de website van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek.
Kijk hier voor de bezoektijden van de expositie die tot 16 januari 2011 in het Historisch Museum te bezichtigen is.
zaterdag 23 oktober 2010
Libris Geschiedenis Prijs gaat naar David van Reybrouck voor Congo
Zojuist werd Libris Geschiedenis Prijs voor het beste historische boek van het afgelopen jaar uitgereikt aan David van Reybrouck voor zijn boek Congo.
David Van Reybrouck maakte grote indruk met de breedte van het onderwerp, dat hij beschrijft in een rijke, bijna barokke stijl. Het boek is een originele combinatie van persoonlijke betrokkenheid en journalistieke distantie, die archiefmateriaal, interviews en persoonlijke observaties vermengt, aldus de jury.
De Libris Geschiedenis Prijs bekroont historische boeken die een algemeen publiek aanspreken. De belangrijkste criteria zijn dat het boek een oorspronkelijk onderwerp heeft, prettig leesbaar is geschreven en op gedegen historisch onderzoek stoelt. Aan de Libris Geschiedenis Prijs is een bedrag van € 20.000 verbonden.
Kijk hier voor de longlist en de shortlist, waaruit David van Reybrouck als winnaar werd verkozen.
De prijs werd drie keer eerder uitgereikt. Kijk hieronder voor de longlists en de winnaars.
Winnaar 2009
Longlist 2009
Winnaar 2009
Winnaar 2008
Longlist 2008
Winnaar 2008
Winnaar 2007
Longlist 2007
Winnaar 2007
In 2007 werd de prijs voor het beste geschiedenisboek nog uitgereikt onder de naam Historisch Nieuwsblad/Volkskrant prijs.
David Van Reybrouck maakte grote indruk met de breedte van het onderwerp, dat hij beschrijft in een rijke, bijna barokke stijl. Het boek is een originele combinatie van persoonlijke betrokkenheid en journalistieke distantie, die archiefmateriaal, interviews en persoonlijke observaties vermengt, aldus de jury.
De Libris Geschiedenis Prijs bekroont historische boeken die een algemeen publiek aanspreken. De belangrijkste criteria zijn dat het boek een oorspronkelijk onderwerp heeft, prettig leesbaar is geschreven en op gedegen historisch onderzoek stoelt. Aan de Libris Geschiedenis Prijs is een bedrag van € 20.000 verbonden.
Kijk hier voor de longlist en de shortlist, waaruit David van Reybrouck als winnaar werd verkozen.
De prijs werd drie keer eerder uitgereikt. Kijk hieronder voor de longlists en de winnaars.
Winnaar 2009
Longlist 2009
Winnaar 2009
Winnaar 2008
Longlist 2008
Winnaar 2008
Winnaar 2007
Longlist 2007
Winnaar 2007
In 2007 werd de prijs voor het beste geschiedenisboek nog uitgereikt onder de naam Historisch Nieuwsblad/Volkskrant prijs.
Erfgoed Design Award Overijssel 2010 naar ontwerp voor spel
Deze week werd voor de tweede keer de Erfgoed Design Award Overijssel toegekend. In 2008 won Judith Zeeman met dit ontwerp.
Ook deze keer was er voor de winnaar 5.000 euro weggelegd en voor de winnaar van de publieksprijs 1.000 euro. In juni bepaalde de jury welke vijf ontwerpen doorgingen naar de finale. De ontwerpers kregen 1.000 euro om een prototype van hun ontwerp te maken. De prototypes werden tentoongesteld in TwentseWelle, waarbij bezoekers hun voorkeur mochten aangeven. Tenslotte koos de jury dus afgelopen week de winnaar.
Aan Jasper Hilkhuijsen werd de Erfgoed Design Award uitgereikt voor zijn het ontwerp van een spel met de titel Rijksmonumentenjacht.
Motivatie van de jury:
Het Rijksmonumentenspel is een bijzondere inzending met een duidelijk educatief karakter. “Het toont een sterk marketing concept met de mogelijkheid voor vele verbindingen met o.a. musea en scholen in Overijssel. Dit ontwerp vraagt om een eigen weblog of website, waar je het spel ook digitaal online tegen anderen zou kunnen spelen (er wordt als voorbeeld een link gelegd naar de Kolonisten van Katan). De laagdrempeligheid van het voorstel is charmant, het is ook thuis uit te voeren en zelfs te printen; een sympathieke gedachte”, aldus het juryrapport.
Het spel Rijksmonumentenjacht laat spelers kennis maken met een groot aantal (bekende en minder bekende) rijksmonumenten in Overijssel. De spelers proberen antwoord te vinden op interessante en spraakmakende vragen. Uit elke gemeente in Overijssel is een rijksmonument geselecteerd. Groot of klein, bekend of onbekend, gebouw of niet; de variëteit is groot.
Kijk hier voor een uitgebreide beschrijving van het spel.
De publieksprijs ging naar het melkservies met Staphorster stipwerk van Nynke Boelens.
Kijk hier voor meer informatie over het ontwerp.
Ook deze keer was er voor de winnaar 5.000 euro weggelegd en voor de winnaar van de publieksprijs 1.000 euro. In juni bepaalde de jury welke vijf ontwerpen doorgingen naar de finale. De ontwerpers kregen 1.000 euro om een prototype van hun ontwerp te maken. De prototypes werden tentoongesteld in TwentseWelle, waarbij bezoekers hun voorkeur mochten aangeven. Tenslotte koos de jury dus afgelopen week de winnaar.
Aan Jasper Hilkhuijsen werd de Erfgoed Design Award uitgereikt voor zijn het ontwerp van een spel met de titel Rijksmonumentenjacht.
Motivatie van de jury:
Het Rijksmonumentenspel is een bijzondere inzending met een duidelijk educatief karakter. “Het toont een sterk marketing concept met de mogelijkheid voor vele verbindingen met o.a. musea en scholen in Overijssel. Dit ontwerp vraagt om een eigen weblog of website, waar je het spel ook digitaal online tegen anderen zou kunnen spelen (er wordt als voorbeeld een link gelegd naar de Kolonisten van Katan). De laagdrempeligheid van het voorstel is charmant, het is ook thuis uit te voeren en zelfs te printen; een sympathieke gedachte”, aldus het juryrapport.
Het spel Rijksmonumentenjacht laat spelers kennis maken met een groot aantal (bekende en minder bekende) rijksmonumenten in Overijssel. De spelers proberen antwoord te vinden op interessante en spraakmakende vragen. Uit elke gemeente in Overijssel is een rijksmonument geselecteerd. Groot of klein, bekend of onbekend, gebouw of niet; de variëteit is groot.
Kijk hier voor een uitgebreide beschrijving van het spel.
De publieksprijs ging naar het melkservies met Staphorster stipwerk van Nynke Boelens.
Kijk hier voor meer informatie over het ontwerp.
donderdag 21 oktober 2010
Nu toegang tot Literom voor Overijsselse bibliotheekleden
Het behoorde jarenlang tot het minder populaire werk voor bibliotheekmedewerkers. Soms werd het netjes verdeeld: als we allemaal een gedeelte doen dan zijn we weer bij. Ik heb het over het invoegen van aanvullingen voor de mappen Literaire Documentatie. Uittreksels, recensies, interviews en auteursportretten moesten per rubriek alfabetisch in de mappen worden ingevoegd. De honderdduizenden A4-tjes aan informatie zijn nu digitaal beschikbaar gekomen voor bibliotheekleden in Overijssel. Wat er ooit aan recensies is verschenen over je favoriete boeken, welke interviews er in kranten of tijdschriften zijn gepubliceerd over een schrijver, dit alles is nu voor iedereen in te zien, althans wanneer je lid bent van de bibliotheek.
Hoe gaat het in zijn werk? Ga naar de website van je bibliotheek en ga naar de catalogus of ga naar de aquabrowser van de Overijsselse bibliotheken . Zoek b.v. op de Overijsselse schrijver Aar van de Werfhost (toets in: Werfhorst). In het rechtermenu verschijnt nu o.a.: Literom. Klik dit aan en er verschijnen boekbesprekingen en interviews.
Wil je weten hoe een bepaald boek in de pers ontvangen werd, het is allemaal te vinden in Literom. Het verschijnen van Ik Jan Cremer bijvoorbeeld leverde een hausse aan artikelen in kranten en tijdschriften op, zoals het hierboven afgebeelde fragment van een artikel in Panorama.
Hoe gaat het in zijn werk? Ga naar de website van je bibliotheek en ga naar de catalogus of ga naar de aquabrowser van de Overijsselse bibliotheken . Zoek b.v. op de Overijsselse schrijver Aar van de Werfhost (toets in: Werfhorst). In het rechtermenu verschijnt nu o.a.: Literom. Klik dit aan en er verschijnen boekbesprekingen en interviews.
Wil je weten hoe een bepaald boek in de pers ontvangen werd, het is allemaal te vinden in Literom. Het verschijnen van Ik Jan Cremer bijvoorbeeld leverde een hausse aan artikelen in kranten en tijdschriften op, zoals het hierboven afgebeelde fragment van een artikel in Panorama.
zaterdag 16 oktober 2010
Der Deutsche Weg, anti-nazistisch weekblad van voor de oorlog, en het vervolg
Een aantal jaren geleden, tijdens het maken van een database van kranten die ooit in Overijssel waren verschenen, kwam ik Der Deutsche Weg tegen, een in Oldenzaal uitgegeven anti-nazistisch blad van voor de Tweede Wereldoorlog. Ik raakte geïnteresseerd in de achtergrond van het weekblad, dat Duitstalig was maar toch in Nederland werd uitgegeven. Die achtergrond was inderdaad zo bijzonder dat over de krant, die slechts twee- tot drieduizend abonnees had, al heel wat geschreven bleek te zijn.
Het verhaal in het kort: Joseph Steinhage, die vanuit Rheine werkte voor katholieke weekbladen, o.a. voor de Deutsche Post, een katholiek blad voor Duitsers die in Nederland woonden, vluchtte in 1934 met zijn gezin naar Oldenzaal. De gelijkschakeling van de pers in Duitsland wilde hij niet meemaken. In hetzelfde jaar was de Jezuïet Friedrich Muckermann de grens over gevlucht. Muckermann was bekend in Duitsland, in woord en geschrift bracht hij zijn anti-nazi standpunten naar buiten. De nazi’s gaven hem op een gegeven moment het stempel ‘Staatvijand no. 1’. Steinhage en Muckermann ontmoetten elkaar in het klooster bij Glanerbrug en besloten de Deutsche Post om te vormen tot een nieuw tijdschrift: Der Deutsche Weg. Het weekblad vond in de loop der jaren een weg naar zo’n 3000 Duitstalige katholieken in 42 landen. Door de Duitsers werd een en ander met argusogen gevolgd. Spionnen verschenen in Oldenzaal, de Gestapo bemoeide zich ermee – een goede vriend bleek achteraf voor deze geheime dienst gewerkt te hebben, kortom de situatie was te vergelijken met die van het Gallische dorpje van Asterix en Obelix ten tijde van de Romeinen. De krant met de kleine oplage was de Duitsers een doorn in het oog. Waarom? Muckermann had veel invloed in katholiek Nederland, ook bij het grote persburo Katholieke Wereldpost, dat er voor zorgde dat katholieke dagbladen werden voorzien van anti-nazistische artikelen. De Duitsers drongen er voortdurend bij de Nederlandse regering op aan het blad te verbieden. Uiteindelijk werd een constructie bedacht, waarbij de Oldenzaalse pastoor Frans Stokman, die ook zeer actief was bij de hulp aan vluchtelingen uit Duitsland, chef-redacteur werd en de namen van Steinhage en Muckermann uit de krant verdwenen. Er was echter niets veranderd: beide gevluchte Duitsers bleven de artikelen aanleveren, Stokman was het uithangbord naar buiten.
Links pastoor Stokman, rechts Joseph Steinhage
Bovenstaande is een lange inleiding op een boekje dat dit jaar verscheen onder de titel Verzet door het woord : getuigenis van Hans Steinhage over de lotgevallen van zijn familie rond de Tweede Wereldoorlog, opgetekend door Hans van Harten.
Hans Steinhage is de zoon van Joseph Steinhage, de uigever van Der Deutsche Weg. Vorig jaar, op 91-jarige leeftijd, vertelde hij zijn levensverhaal aan Hans van Harten. Daarvoor was hij altijd spaarzaam geweest in het naar buiten brengen van zijn herinneringen.
In dit boek wordt duidelijk hoe het de familie Steinhage vergaan is vanaf 10 mei 1940, toen de Duitsers ’s ochtends al heel vroeg door Oldenzaal trokken. De familie verzeilde in een diaspora. Joseph Steinhage moest hals over kop vluchten, dook 5 jaar onder in Amsterdam. De oudste dochter werd naar het vrouwenkamp Ravensbrück en de oudste zoon Hans naar Sachsenhausen afgevoerd. Een andere zoon wist te vluchten uit de Wehrmachtdienst (de familie was Duits) en dook onder. De moeder bleef achter in Oldenzaal met de jongste kinderen, werd een tijdje gevangen gezet en daarna nog regelmatig ondervraagd. Allen overleefden de oorlog, uiteraard met veel littekens. Vijf jaar lang wist men van elkaar niet waar men verbleef of nog in leven was.
De levensgeschiedenis van Hans Steinhage is in korte alinea’s op eenvoudige wijze opgeschreven, maar daardoor niet minder indrukwekkend om te lezen. Vooral de herinneringen aan het concentratiekamp, het enorme geluk dat je moet hebben om dit kamp te overleven, de dodenmars aan het eind van de oorlog, die voor velen nog fataal werd, grijpen de lezer aan. We lezen ook hoe het Hans Steinhage na de oorlog vergaan is. Het boekje bevat verder nog hoofdstukken over en van personen die een rol gespeeld hebben rond Der Deutsche Weg en in de periode tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het verhaal in het kort: Joseph Steinhage, die vanuit Rheine werkte voor katholieke weekbladen, o.a. voor de Deutsche Post, een katholiek blad voor Duitsers die in Nederland woonden, vluchtte in 1934 met zijn gezin naar Oldenzaal. De gelijkschakeling van de pers in Duitsland wilde hij niet meemaken. In hetzelfde jaar was de Jezuïet Friedrich Muckermann de grens over gevlucht. Muckermann was bekend in Duitsland, in woord en geschrift bracht hij zijn anti-nazi standpunten naar buiten. De nazi’s gaven hem op een gegeven moment het stempel ‘Staatvijand no. 1’. Steinhage en Muckermann ontmoetten elkaar in het klooster bij Glanerbrug en besloten de Deutsche Post om te vormen tot een nieuw tijdschrift: Der Deutsche Weg. Het weekblad vond in de loop der jaren een weg naar zo’n 3000 Duitstalige katholieken in 42 landen. Door de Duitsers werd een en ander met argusogen gevolgd. Spionnen verschenen in Oldenzaal, de Gestapo bemoeide zich ermee – een goede vriend bleek achteraf voor deze geheime dienst gewerkt te hebben, kortom de situatie was te vergelijken met die van het Gallische dorpje van Asterix en Obelix ten tijde van de Romeinen. De krant met de kleine oplage was de Duitsers een doorn in het oog. Waarom? Muckermann had veel invloed in katholiek Nederland, ook bij het grote persburo Katholieke Wereldpost, dat er voor zorgde dat katholieke dagbladen werden voorzien van anti-nazistische artikelen. De Duitsers drongen er voortdurend bij de Nederlandse regering op aan het blad te verbieden. Uiteindelijk werd een constructie bedacht, waarbij de Oldenzaalse pastoor Frans Stokman, die ook zeer actief was bij de hulp aan vluchtelingen uit Duitsland, chef-redacteur werd en de namen van Steinhage en Muckermann uit de krant verdwenen. Er was echter niets veranderd: beide gevluchte Duitsers bleven de artikelen aanleveren, Stokman was het uithangbord naar buiten.
Links pastoor Stokman, rechts Joseph Steinhage
Bovenstaande is een lange inleiding op een boekje dat dit jaar verscheen onder de titel Verzet door het woord : getuigenis van Hans Steinhage over de lotgevallen van zijn familie rond de Tweede Wereldoorlog, opgetekend door Hans van Harten.
Hans Steinhage is de zoon van Joseph Steinhage, de uigever van Der Deutsche Weg. Vorig jaar, op 91-jarige leeftijd, vertelde hij zijn levensverhaal aan Hans van Harten. Daarvoor was hij altijd spaarzaam geweest in het naar buiten brengen van zijn herinneringen.
In dit boek wordt duidelijk hoe het de familie Steinhage vergaan is vanaf 10 mei 1940, toen de Duitsers ’s ochtends al heel vroeg door Oldenzaal trokken. De familie verzeilde in een diaspora. Joseph Steinhage moest hals over kop vluchten, dook 5 jaar onder in Amsterdam. De oudste dochter werd naar het vrouwenkamp Ravensbrück en de oudste zoon Hans naar Sachsenhausen afgevoerd. Een andere zoon wist te vluchten uit de Wehrmachtdienst (de familie was Duits) en dook onder. De moeder bleef achter in Oldenzaal met de jongste kinderen, werd een tijdje gevangen gezet en daarna nog regelmatig ondervraagd. Allen overleefden de oorlog, uiteraard met veel littekens. Vijf jaar lang wist men van elkaar niet waar men verbleef of nog in leven was.
De levensgeschiedenis van Hans Steinhage is in korte alinea’s op eenvoudige wijze opgeschreven, maar daardoor niet minder indrukwekkend om te lezen. Vooral de herinneringen aan het concentratiekamp, het enorme geluk dat je moet hebben om dit kamp te overleven, de dodenmars aan het eind van de oorlog, die voor velen nog fataal werd, grijpen de lezer aan. We lezen ook hoe het Hans Steinhage na de oorlog vergaan is. Het boekje bevat verder nog hoofdstukken over en van personen die een rol gespeeld hebben rond Der Deutsche Weg en in de periode tijdens de Tweede Wereldoorlog.