Rubriek met aanschafinformaties voor collectioneurs in de bibliotheken van Overijssel, maar uiteraard ook voor iedere belangstellende.
Ga voor bestellingen (bibliotheken) naar Bicat Wise – Titels – Besteladministratie – Kies voor IAI’s – Week 2012-21
IAI’s 2012-10
Leny's levens / Henk Jansen. - [S.l.] : Boekenbent, 2012. - 272 p. – ISBN 9789085709503. - € 19,95
Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleeft Leny Adelaar-Polak uit Bathmen ‘Blok 10’, het beruchte experimentenblok in vernietigingskamp Auschwitz. Zonder familie keert ze berooid, onvruchtbaar en met een gewicht van nog maar 34 kilo terug in haar geboortedorp. Nu is ze 93 en vond ze het tijd worden haar biografie op papier te (laten) zetten. Naar voren komt een krachtige vrouw, die in haar leven veel veerkracht toonde, zich kon aanpassen aan zich wijzigende situaties, waarbij haar humor zeker hielp. De biografie bevat naast de tekst veel foto’s en documenten.
100% Pasen : geloof, bijgeloof en volksgebruiken in Nederland / Ruben A. Koman. - Bedum : Profiel, 2012. - 48 p. + compactdisc. – ISBN 9789052945309. - € 15,-
Boekje over de betekenis van Pasen, maar vooral over paasgebruiken zoals Palmpasen, paasvuren, vlöggeln en paasstaakslepen. De uitgave kwam tot stand in samenwerking met het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed. De cd bevat een concert van zanger Gerald Troost die liederen zingt over het paasverhaal.
Status & Comfort : kacheltegels in Deventer en Zwolle / Ria de Oude-de Wolf en Herman Vrielink. - Zwolle : Stichting Promotie Archeologie i.s.m. Spa-Uitgevers, 2012. - 731 p. met cd-rom. - ISBN
9789089321016. - € 59,50
In ruim 700 pagina’s wordt een uitvoerig en veelzijdig beeld gegeven van de kacheltegels (zo’n 1000 fragmenten) die gevonden zijn in beide steden, in een klooster en in adellijke huizen in de omgeving. Ze worden in hun context gepresenteerd, als statussymbool en als dragers van een morele boodschap; zo zijn er tegels met een protestantse signatuur en met een katholieke. Er is aandacht voor de ambachtelijke vaardigheden die vereist zijn bij de productie, en voor de handel. En verder komt de relatie aan bod met de regio, Nederland en Europa.
Wat Rijssenaren hebben ervaren in de oorlogsjaren 1937 en 1939-1945 : 25 ooggetuigenverslagen / verzameld door Hein Roosink. - [Rijssen] : De kring Werkgroep Rijssen [etc.], 2012. - 240 p. - € 20,-
De samensteller Hein Roosink verzamelde herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog van 25 Rijssenaren, die inmiddels op (ver)gevorderde leeftijd zijn. Het eerste verhaal is het dagboek dat zijn grootvader, Gerrit Jan Rozendom, bijhield over de jaren 1937-1945.
Spoken wonen niet in huizen : dilemma's en uitdagingen bij het management in de volkshuisvesting / Gerrit Theunis. - Dalfsen : D33 Publicaties, 2012. - 183 p. – ISBN 9789490470104. - € 17,95
Dit boek valt eigenlijk buiten de context van deze rubriek. De auteur is weliswaar directeur-bestuurder van Beter Wonen Vechtdal, maar het gaat vooral over zijn ervaringen als manager, nu en in het verleden, over zijn keuzes, zijn opvattingen, zijn angsten, zijn spoken.
(regionale) geschiedenis - politiek - geografie - muziek - boeken - websites - statistiek
woensdag 30 mei 2012
dinsdag 29 mei 2012
Presentatie HisGis Overijssel en digitale Kadastrale atlas Overijssel 1832
Belangrijke nieuwe uitgave en website op het gebied van historische geografie Overijssel.
Twintig jaar lang hebben tientallen vrijwilligers en historische verenigingen onder leiding van het Historisch Centrum Overijssel gewerkt aan het publiceren van Kadastrale atlassen van Overijsselse gemeenten, die de situatie weergeven van landschap en bewoning in 1832 aan de hand van gegevens over percelen en eigenaren.
Deze papieren atlassen, bestaande uit een tekstdeel en een deel met kaarten, worden nu gebundeld gepresenteerd in de digitale Kadastrale Atlas Overijssel 1832. Tijd en plaats: Historisch Centrum Overijssel 8 juni om 14.00 uur.
Tegelijk wordt het Historisch Geografisch Informatiesysteem Overijssel (HisGis) gepresenteerd. Op deze website kun je navigeren door het verleden: hoe zag Overijssel eruit in 1832 en wat zijn de verschillen met het heden?
Kijk hieronder of hier voor het programma van de presentatie op 8 juni. Eén van de sprekers is de bekende em. hoogleraar en auteur Auke van der Woud.
Twintig jaar lang hebben tientallen vrijwilligers en historische verenigingen onder leiding van het Historisch Centrum Overijssel gewerkt aan het publiceren van Kadastrale atlassen van Overijsselse gemeenten, die de situatie weergeven van landschap en bewoning in 1832 aan de hand van gegevens over percelen en eigenaren.
Deze papieren atlassen, bestaande uit een tekstdeel en een deel met kaarten, worden nu gebundeld gepresenteerd in de digitale Kadastrale Atlas Overijssel 1832. Tijd en plaats: Historisch Centrum Overijssel 8 juni om 14.00 uur.
Tegelijk wordt het Historisch Geografisch Informatiesysteem Overijssel (HisGis) gepresenteerd. Op deze website kun je navigeren door het verleden: hoe zag Overijssel eruit in 1832 en wat zijn de verschillen met het heden?
Kijk hieronder of hier voor het programma van de presentatie op 8 juni. Eén van de sprekers is de bekende em. hoogleraar en auteur Auke van der Woud.
maandag 28 mei 2012
Fietsen langs Maas en Loire
En weer terug van vakantie. Onvermijdelijk en dus nauwelijks vermeldenswaardig. Echter, voordat we vertrokken zocht ik op internet naar tips over fietsen langs de Maas in de Franse Ardennen en langs de Loire tussen Orléans en Tours. En ik vond ook nuttige informatie van vakantiegangers die ons voor waren gegaan. Uit dankbaarheid voeg ik hierbij nog wat tips toe.
In de Maasvallei tussen Givet en Charleleville-Mézières ligt een 85 km lang fietspad vlak langs de Maas, de fietsroute Trans-Ardennes. Je kunt de auto ergens langs het traject zetten. Een geschikte plek is te bereiken via Revin - langs de Maas naar Anchamps, dan naar Laifour. 200 meter voor de brug voor Laifour staat een wit bord ‘Petite Commune’, daar rechtsaf naar beneden en je vindt een prima aangelegde parkeerplaats. Je fietst vlak langs de Maas met aan beide zijden rotswanden, mooie villa’s en verstilde dorpjes gelegen in de bocht van de hier sterk meanderende rivier. Grotere plaatsen waar je een terras kunt pakken of iets kunt eten kom je ook tegen. Een ander vertrekpunt is Haybes.
De brede en ondiepe Loire is meer een laagland-rivier. Ook deze rivier is grotendeels per fiets te volgen via de fietsroute La Loire à Velo. De laatste jaren is ten zuiden van de Loire, onder meer in de omgeving van Blois en Amboise, waar de meeste bekende kastelen liggen, een aaneengesloten prima te fietsen fietsroutenetwerk ontstaan, waarbij je langs de talrijke kastelen kunt fietsen. We hebben ze lang niet allemaal van binnen bekeken (kassa!), alleen Chambord en het ‘Kuifje-kasteel’ Cheverny. Chambord is wel heel bijzonder. Wanneer je dit grote witte sprookjeskasteel (eigenlijk een jachtslot) via de slingerende fietspaden op het enorme landgoed benadert zie je het kasteel via doorkijkjes vanuit verschillende gezichtshoeken steeds dichterbij komen.
In de Maasvallei tussen Givet en Charleleville-Mézières ligt een 85 km lang fietspad vlak langs de Maas, de fietsroute Trans-Ardennes. Je kunt de auto ergens langs het traject zetten. Een geschikte plek is te bereiken via Revin - langs de Maas naar Anchamps, dan naar Laifour. 200 meter voor de brug voor Laifour staat een wit bord ‘Petite Commune’, daar rechtsaf naar beneden en je vindt een prima aangelegde parkeerplaats. Je fietst vlak langs de Maas met aan beide zijden rotswanden, mooie villa’s en verstilde dorpjes gelegen in de bocht van de hier sterk meanderende rivier. Grotere plaatsen waar je een terras kunt pakken of iets kunt eten kom je ook tegen. Een ander vertrekpunt is Haybes.
De brede en ondiepe Loire is meer een laagland-rivier. Ook deze rivier is grotendeels per fiets te volgen via de fietsroute La Loire à Velo. De laatste jaren is ten zuiden van de Loire, onder meer in de omgeving van Blois en Amboise, waar de meeste bekende kastelen liggen, een aaneengesloten prima te fietsen fietsroutenetwerk ontstaan, waarbij je langs de talrijke kastelen kunt fietsen. We hebben ze lang niet allemaal van binnen bekeken (kassa!), alleen Chambord en het ‘Kuifje-kasteel’ Cheverny. Chambord is wel heel bijzonder. Wanneer je dit grote witte sprookjeskasteel (eigenlijk een jachtslot) via de slingerende fietspaden op het enorme landgoed benadert zie je het kasteel via doorkijkjes vanuit verschillende gezichtshoeken steeds dichterbij komen.
zaterdag 12 mei 2012
Vakantie
De vakantie valt vroeg dit jaar. Althans voor mij. En dus voor dit weblog. Een paar weken geen internet en sociale media. Van deze communicatiemiddelen had Karel Schönfeld Wichers, de kleurrijke Rijssenaar, nog geen weet toen hij er in 1958 op uit trok met zijn Kueklkaore, een zelfgebouwde camper, om onder meer dezelfde streek te bezoeken waar ik binnenkort hoop te vertoeven. Hij stuurde wel dichtbeschreven ansichtkaarten naar het thuisfront. Hieronder een fragment uit zijn Raejsbreewe oet de kueklkaore in het voor de niet-ingewijde moeilijk leesbare maar o zo fraaie Riessens dialect:
In de Kueklkoare duur Fraankriek (1958)
11 augustus
Hoaswaangns nemt autoobaann. Viej zochn de muejste weage, en dat was non, duur t dal van de Maas, dat zik tusken boargen slingrt,en heel waejneg vekeer ook, da ' j laankzaam jaangn kùent zoondr da 'j n aandr heendrt. En de plaeskes woer'j duurhen komt, zeent nog òoldrwets. En de moarnzunne is muejr as den hooge oet de loch, mer dat weett de leu neet umda ' ze dan nog in berre lignt of binn muurn zeent.
Oarns maakt de Maas ne lusse woer't begin en eàne van, mer viefhondrd meetr van mekoar of zeent. Op disse hooge rugge en binn de lusse ligt plaesken Revin. Oarns in dee lusse was de weg langs de rievier ofeslùtn met n brùtjen woer't "déviation" op stuen, wa' beteeknt "umlaejdege". Toew mo'w in n eersn heel skuuns teengn dee hooge rugge op, en brùtte weezn oons vedan, ook wier noar daeltn,en wier noar huegn duur n smal strùetjen en zoo stael, da'k tr egee't n't zeekr van was of minnen klaenn almachtegn dit nog wa zòl kùnn.
Viej kùmn dr, en warn op dezelde stea as noa n eersn klim. Nog ne keer prebeern, en heel good ach geewn op brùtte, mer viej kùmn wier op dezelde stea. Op de Michelinkàatn stoat plaasn vegroot op met de stroatn van vekeer. Oondrdoems eene van de mùege: " t Lik wa ne grarnmfoonplaate woer ' t de noale geduureg in t zelde gliemken blif dreejn” En nen aandrn: "De leu zùet wa deankn da'w reklaame maakt vuur nen kojbojfilm of n sirkes!" En n doarn: "A'w nog n poar keer doot, konn z'oons wa noar t geknhoes doon, en in t fraans ko'w dan ook nog neet oetduutsn dat't lig an uere brùtte!"
n Besn kaatnkiekr kùm nùes miej met de kaate, en mos pesies kiekn wodùeneg o'w oons beweungn, en 'k ha um ook eweezn woer'w hen monn. Nog eene kùm biej in de kabiene um ook ach te geewn, en n doarn, vuur't e noar t balkunnken gung! "Non doot de dùppe good lùs, aans jaage viej hier in n duustrn nog vuur gek en onwies!" Viej kùmn dr oet, hadn oarns rechs of munn sloan woer't gin brùt hung, en konn vedan langs de rievier.
In Deville leek t bàtr um t Maasdal oet te goan, nen staeln klim. Mer viej hadn dr wille an wo rùsteg oonzn klaenn almachtegn oons met oons heele hoeskomm in de huegte buurn. An baejde kaantn ha'w bos van hooge sparnbueme en toew 't de weald mear liek wùr en de waage van de weg of kon, zatte viej ne doar too, en t was mirregsuur, ook tied vuur n muelken àtn. 't Zòl mer wier n poar blikke groote boonn met wùrsjes wean, rap terechte. "Mer 'k vràtte ze neet wier koold op", reup dr eene, en dat hoown ook neet. Hee begun a hoolt biej mekaandr te zeukn, mer in eene keer reup e: "ne slange "! Allmoale dr hen en'k zea dat't nen vegiftegn was. Toew wòl e dr met op 't footoo, greep ne rap biej t puentjen van n stat en hùel ne zoo wied a't kon van zik of, en zoo mo'k um dr op zetn, en prees um vuur zinne dùrve en rappegaejd, want de baejde aandrn geleuwn t ook. Laatr vetealn ik wa ne keer dat't nen haazlworm ha ewàs dee 't neet vegifteg zeent en ofstamt van n eawrdasnsoort dat de beene neet lengr hef, nog wa de butte dr vuur in de hoed.
Toew wùr binn nen kreenk van at stukke rots n vuerkn anebot, de pannekookspanne met alls dr in, dr op, en toew't woarm was in veern vedeeld, en toew kon n iedr zinne pòssie oet de groote "wonwaangnkomn" opàtn. Dee komn ha'w op ne eardere raejze in Fraankriek kùnn koopm, umda'w aans, noa koffiekùpkes, twee keer vanniejsn vuer an monn beutn. 't Eerste woarme vealdmùelken.
Toew vedan noar Charleville, en doar, met de baejn dee't dat nog neet ear eseen hadn , noar de bloomnklokke, an de aandre kaante van de Maas. Doar hebt ze, skuuns teengn de huegte op n groot roond bloomberre maakt, met de siefrs van de uurn in bloomnkluurn dr op. In de miln dreejt oondrgroons twee asn'met'r an twee wiezrs, van zoowat dree en veer meetr, doar ouwr in de roonte. De menuutn warn an n umtrek ook aneduud , en n grootn wiezr ko'w zeen beweangn toe’w ouwr ne brugge dr hen elop warn en dr biej stuenn.
't Ooldrwetse milnplaejn van de stad is ook t bekiekn weard, en toe'w n plezeereg kafeetjen zagn, ha alleman wa dùs. En duur't'r n voetbalspel was, bleef t neet biej veer glaazn beer. Eene van de muege was dr zoo good in, dat e dee teengn oons dree en nog vaake wun. Mer doarvuur wa'w dr neet, viej monn vedan, en duur mooj laand hen noar Rethel, en toew 38 KM, ouwr nen weg , zoo rech as ne latte, noar Reims, ne zee van huuze. Mer op t plaejn va.n de kateedraale zatte viej de waage eawn stille, um dat woondrwoark te goan bekiekn. Binn dr in wùr nen mis opedreangn met zingn en ùrgl of t zoo oet n heeml kùm , oet ne huegte, vear bouwn t meansleke oet. A' j dan wier dr oet en op de stroate komt, woer ' t autoo's rameantt ouwr de kàjn met skàtrn van t blikspil, is t o'j mooj druemn en z'oe wakr maakt duur oe kàold waatr ouwr t gezichte te goojn.
Bliej da'w de huuznzee oet warn, jagn viej noar Epernay, en doar wo'k nog anzichskaatn koopm. Biej n plezeereg kafeetjen zea'k teengn de aandrn da' ze doar mer vuste zoln goan zitn en besteln "katre roozee". Toew'k wier biej uer kùm, lange gezichn, en op de vroage wo't smaakn, "zuurtjeswaatr!" En ik: "Wat he'j dan ezeg?" "Zoo'j oons vuurzearn:"katre de roaze! "Hadn ze n slim soort liemonaade 'kreengn, mer eawn plezeereg dr umme vedan, heaneg an noar huegr laand en doar stuen heel oold hoog bos op, en umsgeliek zee'j dan ne stea woer'j dr wal n eannken in konn jaangn en dan is dr wa' ne prachtege mooje plaase vuur n oawnd en n nach, en n eannken van de weg of. En ook nog druege tàks,um n vuerkn an te beutn. Mer t ha ereangnd en viej monn t spierietus-stellken gebroekn vuur teman ne wonwaangnkomme vo' koffie. En vuur t bakn van keezepannekookn as oawndmoaltied. As den an eene kaante good is, mu'j ne umme goojn en dr ne plakke keeze op legn, ne nog n zet jen leegr zetn, en dan ko'w àtn.
In de Kueklkoare duur Fraankriek (1958)
11 augustus
Hoaswaangns nemt autoobaann. Viej zochn de muejste weage, en dat was non, duur t dal van de Maas, dat zik tusken boargen slingrt,en heel waejneg vekeer ook, da ' j laankzaam jaangn kùent zoondr da 'j n aandr heendrt. En de plaeskes woer'j duurhen komt, zeent nog òoldrwets. En de moarnzunne is muejr as den hooge oet de loch, mer dat weett de leu neet umda ' ze dan nog in berre lignt of binn muurn zeent.
Oarns maakt de Maas ne lusse woer't begin en eàne van, mer viefhondrd meetr van mekoar of zeent. Op disse hooge rugge en binn de lusse ligt plaesken Revin. Oarns in dee lusse was de weg langs de rievier ofeslùtn met n brùtjen woer't "déviation" op stuen, wa' beteeknt "umlaejdege". Toew mo'w in n eersn heel skuuns teengn dee hooge rugge op, en brùtte weezn oons vedan, ook wier noar daeltn,en wier noar huegn duur n smal strùetjen en zoo stael, da'k tr egee't n't zeekr van was of minnen klaenn almachtegn dit nog wa zòl kùnn.
Viej kùmn dr, en warn op dezelde stea as noa n eersn klim. Nog ne keer prebeern, en heel good ach geewn op brùtte, mer viej kùmn wier op dezelde stea. Op de Michelinkàatn stoat plaasn vegroot op met de stroatn van vekeer. Oondrdoems eene van de mùege: " t Lik wa ne grarnmfoonplaate woer ' t de noale geduureg in t zelde gliemken blif dreejn” En nen aandrn: "De leu zùet wa deankn da'w reklaame maakt vuur nen kojbojfilm of n sirkes!" En n doarn: "A'w nog n poar keer doot, konn z'oons wa noar t geknhoes doon, en in t fraans ko'w dan ook nog neet oetduutsn dat't lig an uere brùtte!"
n Besn kaatnkiekr kùm nùes miej met de kaate, en mos pesies kiekn wodùeneg o'w oons beweungn, en 'k ha um ook eweezn woer'w hen monn. Nog eene kùm biej in de kabiene um ook ach te geewn, en n doarn, vuur't e noar t balkunnken gung! "Non doot de dùppe good lùs, aans jaage viej hier in n duustrn nog vuur gek en onwies!" Viej kùmn dr oet, hadn oarns rechs of munn sloan woer't gin brùt hung, en konn vedan langs de rievier.
In Deville leek t bàtr um t Maasdal oet te goan, nen staeln klim. Mer viej hadn dr wille an wo rùsteg oonzn klaenn almachtegn oons met oons heele hoeskomm in de huegte buurn. An baejde kaantn ha'w bos van hooge sparnbueme en toew 't de weald mear liek wùr en de waage van de weg of kon, zatte viej ne doar too, en t was mirregsuur, ook tied vuur n muelken àtn. 't Zòl mer wier n poar blikke groote boonn met wùrsjes wean, rap terechte. "Mer 'k vràtte ze neet wier koold op", reup dr eene, en dat hoown ook neet. Hee begun a hoolt biej mekaandr te zeukn, mer in eene keer reup e: "ne slange "! Allmoale dr hen en'k zea dat't nen vegiftegn was. Toew wòl e dr met op 't footoo, greep ne rap biej t puentjen van n stat en hùel ne zoo wied a't kon van zik of, en zoo mo'k um dr op zetn, en prees um vuur zinne dùrve en rappegaejd, want de baejde aandrn geleuwn t ook. Laatr vetealn ik wa ne keer dat't nen haazlworm ha ewàs dee 't neet vegifteg zeent en ofstamt van n eawrdasnsoort dat de beene neet lengr hef, nog wa de butte dr vuur in de hoed.
Toew wùr binn nen kreenk van at stukke rots n vuerkn anebot, de pannekookspanne met alls dr in, dr op, en toew't woarm was in veern vedeeld, en toew kon n iedr zinne pòssie oet de groote "wonwaangnkomn" opàtn. Dee komn ha'w op ne eardere raejze in Fraankriek kùnn koopm, umda'w aans, noa koffiekùpkes, twee keer vanniejsn vuer an monn beutn. 't Eerste woarme vealdmùelken.
Toew vedan noar Charleville, en doar, met de baejn dee't dat nog neet ear eseen hadn , noar de bloomnklokke, an de aandre kaante van de Maas. Doar hebt ze, skuuns teengn de huegte op n groot roond bloomberre maakt, met de siefrs van de uurn in bloomnkluurn dr op. In de miln dreejt oondrgroons twee asn'met'r an twee wiezrs, van zoowat dree en veer meetr, doar ouwr in de roonte. De menuutn warn an n umtrek ook aneduud , en n grootn wiezr ko'w zeen beweangn toe’w ouwr ne brugge dr hen elop warn en dr biej stuenn.
't Ooldrwetse milnplaejn van de stad is ook t bekiekn weard, en toe'w n plezeereg kafeetjen zagn, ha alleman wa dùs. En duur't'r n voetbalspel was, bleef t neet biej veer glaazn beer. Eene van de muege was dr zoo good in, dat e dee teengn oons dree en nog vaake wun. Mer doarvuur wa'w dr neet, viej monn vedan, en duur mooj laand hen noar Rethel, en toew 38 KM, ouwr nen weg , zoo rech as ne latte, noar Reims, ne zee van huuze. Mer op t plaejn va.n de kateedraale zatte viej de waage eawn stille, um dat woondrwoark te goan bekiekn. Binn dr in wùr nen mis opedreangn met zingn en ùrgl of t zoo oet n heeml kùm , oet ne huegte, vear bouwn t meansleke oet. A' j dan wier dr oet en op de stroate komt, woer ' t autoo's rameantt ouwr de kàjn met skàtrn van t blikspil, is t o'j mooj druemn en z'oe wakr maakt duur oe kàold waatr ouwr t gezichte te goojn.
Bliej da'w de huuznzee oet warn, jagn viej noar Epernay, en doar wo'k nog anzichskaatn koopm. Biej n plezeereg kafeetjen zea'k teengn de aandrn da' ze doar mer vuste zoln goan zitn en besteln "katre roozee". Toew'k wier biej uer kùm, lange gezichn, en op de vroage wo't smaakn, "zuurtjeswaatr!" En ik: "Wat he'j dan ezeg?" "Zoo'j oons vuurzearn:"katre de roaze! "Hadn ze n slim soort liemonaade 'kreengn, mer eawn plezeereg dr umme vedan, heaneg an noar huegr laand en doar stuen heel oold hoog bos op, en umsgeliek zee'j dan ne stea woer'j dr wal n eannken in konn jaangn en dan is dr wa' ne prachtege mooje plaase vuur n oawnd en n nach, en n eannken van de weg of. En ook nog druege tàks,um n vuerkn an te beutn. Mer t ha ereangnd en viej monn t spierietus-stellken gebroekn vuur teman ne wonwaangnkomme vo' koffie. En vuur t bakn van keezepannekookn as oawndmoaltied. As den an eene kaante good is, mu'j ne umme goojn en dr ne plakke keeze op legn, ne nog n zet jen leegr zetn, en dan ko'w àtn.
Lelijkste, mooiste, leukste, grootste, beste ….
De Twentsche Courant Tubantia meldde het vanmorgen al, hoewel pas maandag op televisie bekend wordt gemaakt dat het winkelcentrum Stokhorst in Enschede de lelijkste plek van Nederland is. Martin Bril schreef al prachtige columns over heel veel mooie en lelijke plekken in Nederland, maar nu weten we officieel welke plek toeristen in Enschede vooral niet moeten vergeten te bezoeken.
Hoe komt zo’n verkiezing tot stand? Eigenlijk net als bij veel van deze mooiste, beste, leukste, grootste verkiezingen, die op internet worden georganiseerd. Door een handvol mensen worden kandidaten genomineerd. Willekeur en subjectiviteit kleven aan de nominaties. Een iets grotere groep bepaalt wie in de finale mogen meespelen. Daarna komt zo’n verkiezing pas echt op gang. In Twente werd de afgelopen week in de (sociale) media opgeroepen om op Stokhorst te stemmen, want welke gemeente/regio wil niet de lelijkste plek van Nederland binnen haar grenzen hebben? De beste campagnevoerder met de grootste achterban wint vervolgens.
Ook ik heb op dit weblog relatief vaak geblogd over dit soort verkiezingen. Uit de weblogstatistiek blijkt dat één van mijn berichten uit 2009 elke zomer weer veel aangeklikt wordt, n.l. die over De mooiste plekken van Salland. Het verschil met veel andere verkiezingen in dit geval is dat De Stentor, die de verkiezing organiseerde, ook uitgebreid beschrijft waarom de plekken genomineerd werden. De verkiezing levert zo veel tips op voor toeristen. Dergelijke verkiezingen zijn dus zinvol wanneer ze interactief zijn en je op de website kunt lezen waarom iets mooi, lelijk, goed, leuk of slecht gevonden wordt.
woensdag 9 mei 2012
Rijssen-Holten wandelgemeente van 2012
Na Tubbergen in 2011 is nu Rijssen-Holten door het tijdschrift Te Voet uitgeroepen tot Wandelgemeente van het Jaar 1912. Behalve Rijssen-Holten, de gemeente waar ook het Wereldtijdpad is aangelegd, waren ook het Friese Ooststellingwerf en het Limburgse Bergen genomineerd. Het wandelpubliek wees Rijssen-Holten met een klein verschil middels een stemming op de website aan als winnaar. Het oordeel van de jury was echter ook van belang. Tijdens een bijeenkomst in het Lösse Hoes op de Holterberg in Holten (?!?!) kwam de jury vandaag tot de conclusie dat het oordeel van de wandelaars juist was.
(Foto: Vincent Jannink - Twentsche Courant Tubantia)
(Foto: Vincent Jannink - Twentsche Courant Tubantia)
Topografische kaart van 1849 (14): Omgeving Zwolle
Een van de meest bijzondere kaarten uit de Overijssel Collectie is de Topografische kaart van Overijssel, 1849, vervaardigd in opdracht van de provincie Overijssel. Door de systematische kartering door het Kadaster en triangulatie van Krayenhoff konden er toen voor het eerst kaarten op grote schaal gemaakt worden, die ook nog nauwkeurig waren. Deze kaart was de eerste kaart van Overijssel, waarop o.m. gedetailleerd grondgebruik en administratieve grenzen werden weergegeven. De kaart is in 32 katernen op linnen geplakt.
Deze kaart, die vrij zeldzaam is, verscheen zo'n tien jaar eerder dan de bekende Topografische Militaire Kaart.
Hieronder twee katernen met het gebied zuid-oostelijk van Zwolle en daaronder een kaartgedeelte in detail.
In dezelfde tijd dat deze kaart tot stand kwam gaf A.J. van der Aa zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden uit (1839-1851) met topografische beschrijvingen. Dit 13-delige woordenboek is tegenwoordig full-text op Google Books te vinden.
Van steden, dorpen en zelfs veel gehuchten, maar ook van rivieren en andere geografische namen is in dit naslagwerk een beschrijving te vinden, die de toenmalige situatie weergeeft. Enkele voorbeelden:
Zwolle
Zuthem (Laag-, Hoog-)
Windesheim
Deze kaart, die vrij zeldzaam is, verscheen zo'n tien jaar eerder dan de bekende Topografische Militaire Kaart.
Hieronder twee katernen met het gebied zuid-oostelijk van Zwolle en daaronder een kaartgedeelte in detail.
In dezelfde tijd dat deze kaart tot stand kwam gaf A.J. van der Aa zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden uit (1839-1851) met topografische beschrijvingen. Dit 13-delige woordenboek is tegenwoordig full-text op Google Books te vinden.
Van steden, dorpen en zelfs veel gehuchten, maar ook van rivieren en andere geografische namen is in dit naslagwerk een beschrijving te vinden, die de toenmalige situatie weergeeft. Enkele voorbeelden:
Zwolle
Zuthem (Laag-, Hoog-)
Windesheim
dinsdag 8 mei 2012
Bekende Overijsselaars van toen (6): Ir. J. Bosma, eerste voorzitter VNO
Aan de gezamenlijke website van HCO, OBD en SAB www.wieiswieinoverijssel.nl worden regelmatig biografieën toegevoegd. In deze rubriek personen die in hun tijd vaak de krant haalden, maar nu (vrijwel) vergeten zijn. Vandaag werkgeversvoorzitter Ir. J. Bosma.
Hij was in de jaren zestig van de vorige eeuw hét gezicht van de Nederlandse werkgevers. Ir. J. (Jan) Bosma werd in 1908 geboren in Soerabaya. Als elektrotechnisch ingenieur zag hij een toekomst voor zich in Indonesië. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. Bosma en zijn gezin werden geïnterneerd. Na de oorlog trad hij in dienst bij de textielfabriek Spanjaard in Borne. Een beetje vreemd voor een ingenieur, maar te verklaren uit het feit dat hij was getrouwd met een telg uit de Spanjaard-familie. Bekend zou hij worden als voorzitter van het Centraal Sociaal Werkgevers Verbond (CSWV) van 1964 tot 1968, dat in 1968 de naam VNO ging voeren. Hiervan was hij van 1968 tot 1969 de eerste voorzitter. Ir. Bosma verscheen in de tweede helft van de jaren zestig vaak op televisie en werd een Bekende Nederlander. Hij viel op bij interviews, die hij ‘onbevangen, uitstekend formulerend en met iets jongensachtigs in het wat verwonderd kijkende gezicht’, tegemoet trad, zoals een journalist het omschreef. Hij was zo vaak te zien in actualiteitenprogramma’s als Achter het Nieuws en Brandpunt, dat werknemers van Spanjaard hun directeur herkenden als ‘die man van de VARA’.
Lees hier een biografische schets over hem.
Hij was in de jaren zestig van de vorige eeuw hét gezicht van de Nederlandse werkgevers. Ir. J. (Jan) Bosma werd in 1908 geboren in Soerabaya. Als elektrotechnisch ingenieur zag hij een toekomst voor zich in Indonesië. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. Bosma en zijn gezin werden geïnterneerd. Na de oorlog trad hij in dienst bij de textielfabriek Spanjaard in Borne. Een beetje vreemd voor een ingenieur, maar te verklaren uit het feit dat hij was getrouwd met een telg uit de Spanjaard-familie. Bekend zou hij worden als voorzitter van het Centraal Sociaal Werkgevers Verbond (CSWV) van 1964 tot 1968, dat in 1968 de naam VNO ging voeren. Hiervan was hij van 1968 tot 1969 de eerste voorzitter. Ir. Bosma verscheen in de tweede helft van de jaren zestig vaak op televisie en werd een Bekende Nederlander. Hij viel op bij interviews, die hij ‘onbevangen, uitstekend formulerend en met iets jongensachtigs in het wat verwonderd kijkende gezicht’, tegemoet trad, zoals een journalist het omschreef. Hij was zo vaak te zien in actualiteitenprogramma’s als Achter het Nieuws en Brandpunt, dat werknemers van Spanjaard hun directeur herkenden als ‘die man van de VARA’.
Lees hier een biografische schets over hem.
Regionale uitgaven 2012-9
Rubriek met aanschafinformaties voor collectioneurs in de bibliotheken van Overijssel, maar uiteraard ook voor iedere belangstellende.
Ga voor bestellingen (bibliotheken) naar Bicat Wise – Titels – Besteladministratie – Kies voor IAI’s – Week 2012-19
IAI’s 2012-9
Van Eversberg tot Eerde : op zoek naar kastelen en landhuizen langs de Regge / Ester Smit, Dinand Webbink ; fotogr.: Willem Wijnen ; [eindred.: Anita Schuurman]. - Nijverdal : Uutgeverieje 'n Boaken, 2012. - 96 p. – Fietsroute. – ISBN 9789076272252. - € 9,50
In dit boek nemen Ester Smit en Dinand Webbink de lezer letterlijk en figuurlijk mee op een tocht door verleden en heden van zeven kastelen en vijf landhuizen langs de Regge. Van elk kasteel of havezate en van elk landhuis wordt de geschiedenis beschreven. Het is geen dorre opsomming van feiten, jaartallen en bewoners, maar het zijn spannende verhalen die het verleden doen herleven. Verder wordt van elke havezate en landhuis nauwkeurig verteld wat er tegenwoordig nog te zien is. Soms is dat een compleet kasteel, met tuinen, lanen en boerderijen, zoals Eerde, soms is dat een romantische ruïne met vervallen maar interessante tuinen, grachten, een vijver en lanen, zoals bij Eversberg. In enkele gevallen is er praktisch niets over, zoals bij de havezaten Rhaan en Den Dam. Maar ook dan wordt er een boeiend beeld geschetst van het kasteel en is het mogelijk je ter plekke een voorstelling te maken van hoe het ooit was. Als bijlage bevat het boek een fietsroute langs alle kastelen en landhuizen door de mooie natuur van de gemeentes Hellendoorn, Twenterand en Ommen.
Kind in oorlogstijd : "ik vond een thuis, ver van huis" / Els van der Heijden-Offermans. - [Rijswijk] : Van der Heijden-Offermans, 2011. - 100 p. – ISBN 9789491324000. - € 17,50
Herinneringen van de schrijfster aan de Tweede Wereldoorlog, toen zij als meisje uit de Randstad op een boerderij bij Weerselo terecht kwam om aan te sterken. Ze zou er zes weken blijven, het werd uiteindelijk een jaar. Ze voelde zich er helemaal thuis. Haar verhaal, omlijst met persoonlijke brieven en foto’s, brengt deze roerige en bijzondere tijd uniek in beeld.
Vassies uut het Oldambt van Beerzerveld / Lammie de Wilde-Knol. – Nieuwleusen : De Meele, 2012. – 80 p. - € 10,-
Lammie de Wilde-Knol (1923-2000) won prijzen met haar liedjes en gedichten bij wedstrijden georganiseerd door onder meer Dagblad Tubantia en de IJsselacademie. Ook verzorgde ze veel voordrachtavonden bij allerlei gelegenheden. Een groot aantal van haar ‘vassies’ zijn in deze uitgave gebundeld.
200 jaar Protestantse kerk in Denekamp : MDCCCX (1810) - MMXI (2011) / samenst. en eindred. S. Wynia, G.F. Lutters en J.D. Hans. - Denekamp : Protestantse Gemeente Denekamp, 2011. - 176 p. - € 25,-
Uitgegeven ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het kerkgebouw van de Protestantse gemeente in Denekamp over het kerkelijk leven in Denekamp, van de overdracht van de oude dorpskerk aan de Rooms Katholieken, de bouw van de "nieuwe" Hervormde Kerk en het kerkelijke Protestantse leven vanaf 1810. Door middel van een "inkijk" in de vergaderingen van kerkenraad en kerkvoorgdij krijgt de lezer een indruk van de problemen waarmee de voorgangers te maken hadden. Ook wordt er aandacht besteed aan orgels en organisten, predikanten en kosters, begraafplaatsen en verenigingsactiviteiten in en rond de kerk.
Memoriesbank : Vechtgenotenhuis / met foto's van Ineke Wunnink ; onder red. van Klari Nanning en Erna Ekkelkamp. - [Ommen] : Stichting Vechtgenoten, 2012. - 86 p. - € 15,-
Het Vechtgenotenhuis is een inloophuis voor kankerpatiënten is een ontmoetingsplek voor patiënten, ex-patiënten en hun naasten. In de zomervakantie 2011 hebben vele mensen meegewerkt aan het maken van een memoriesbank in de tuin van het Vechtgenotenhuis. De bank is gemozaïekt met herinneringen van, en herinneringen aan mensen die ziek zijn of zijn geweest en aan mensen die het niet hebben overleefd. De verhalen, gedachten, dromen en gedichten van de deelnemers aan de bank zijn gebundeld in dit boekje.
Henri Lambooij (1885-1974) kunstschilder & de overige bewoners van het Lambooijhuis te Hengelo Overijssel / Geertruida Maria ter Horst-Lambooij. - Hengelo : Van Marle Grafische Bedrijven, 2010. -
16 p. - € 9,90
Biografie van de Hengelose kunstschilder, tevens decoratie-, toneel- en huisschilder en tekenleraar.
Antieke tegels met Bijbelse beelden / Paul Janse. - Hellendoorn : Oald Heldern de Noaberschop, 2012. - 72 p. - € 9,95
Uit de flaptekst: ‘Erve Hofman is een oude boerderij in Hellendoorn, waarin gedurende enkele eeuwen markevergaderingen werden gehouden. Inmiddels heeft de Stichting Oald Heldern de Noaberschop dit pand ingericht als museumboerderij. In de negentiende eeuw werd deze ruimte waar mens en dier samen verbleven gescheiden. Die scheidingsmuur werd aan de kant van het woonvertrek geheel betegeld. Deze antieke tegels tonen ons diverse voorstellingen van Bijbelse verhalen.’
Ga voor bestellingen (bibliotheken) naar Bicat Wise – Titels – Besteladministratie – Kies voor IAI’s – Week 2012-19
IAI’s 2012-9
Van Eversberg tot Eerde : op zoek naar kastelen en landhuizen langs de Regge / Ester Smit, Dinand Webbink ; fotogr.: Willem Wijnen ; [eindred.: Anita Schuurman]. - Nijverdal : Uutgeverieje 'n Boaken, 2012. - 96 p. – Fietsroute. – ISBN 9789076272252. - € 9,50
In dit boek nemen Ester Smit en Dinand Webbink de lezer letterlijk en figuurlijk mee op een tocht door verleden en heden van zeven kastelen en vijf landhuizen langs de Regge. Van elk kasteel of havezate en van elk landhuis wordt de geschiedenis beschreven. Het is geen dorre opsomming van feiten, jaartallen en bewoners, maar het zijn spannende verhalen die het verleden doen herleven. Verder wordt van elke havezate en landhuis nauwkeurig verteld wat er tegenwoordig nog te zien is. Soms is dat een compleet kasteel, met tuinen, lanen en boerderijen, zoals Eerde, soms is dat een romantische ruïne met vervallen maar interessante tuinen, grachten, een vijver en lanen, zoals bij Eversberg. In enkele gevallen is er praktisch niets over, zoals bij de havezaten Rhaan en Den Dam. Maar ook dan wordt er een boeiend beeld geschetst van het kasteel en is het mogelijk je ter plekke een voorstelling te maken van hoe het ooit was. Als bijlage bevat het boek een fietsroute langs alle kastelen en landhuizen door de mooie natuur van de gemeentes Hellendoorn, Twenterand en Ommen.
Kind in oorlogstijd : "ik vond een thuis, ver van huis" / Els van der Heijden-Offermans. - [Rijswijk] : Van der Heijden-Offermans, 2011. - 100 p. – ISBN 9789491324000. - € 17,50
Herinneringen van de schrijfster aan de Tweede Wereldoorlog, toen zij als meisje uit de Randstad op een boerderij bij Weerselo terecht kwam om aan te sterken. Ze zou er zes weken blijven, het werd uiteindelijk een jaar. Ze voelde zich er helemaal thuis. Haar verhaal, omlijst met persoonlijke brieven en foto’s, brengt deze roerige en bijzondere tijd uniek in beeld.
Vassies uut het Oldambt van Beerzerveld / Lammie de Wilde-Knol. – Nieuwleusen : De Meele, 2012. – 80 p. - € 10,-
Lammie de Wilde-Knol (1923-2000) won prijzen met haar liedjes en gedichten bij wedstrijden georganiseerd door onder meer Dagblad Tubantia en de IJsselacademie. Ook verzorgde ze veel voordrachtavonden bij allerlei gelegenheden. Een groot aantal van haar ‘vassies’ zijn in deze uitgave gebundeld.
200 jaar Protestantse kerk in Denekamp : MDCCCX (1810) - MMXI (2011) / samenst. en eindred. S. Wynia, G.F. Lutters en J.D. Hans. - Denekamp : Protestantse Gemeente Denekamp, 2011. - 176 p. - € 25,-
Uitgegeven ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het kerkgebouw van de Protestantse gemeente in Denekamp over het kerkelijk leven in Denekamp, van de overdracht van de oude dorpskerk aan de Rooms Katholieken, de bouw van de "nieuwe" Hervormde Kerk en het kerkelijke Protestantse leven vanaf 1810. Door middel van een "inkijk" in de vergaderingen van kerkenraad en kerkvoorgdij krijgt de lezer een indruk van de problemen waarmee de voorgangers te maken hadden. Ook wordt er aandacht besteed aan orgels en organisten, predikanten en kosters, begraafplaatsen en verenigingsactiviteiten in en rond de kerk.
Memoriesbank : Vechtgenotenhuis / met foto's van Ineke Wunnink ; onder red. van Klari Nanning en Erna Ekkelkamp. - [Ommen] : Stichting Vechtgenoten, 2012. - 86 p. - € 15,-
Het Vechtgenotenhuis is een inloophuis voor kankerpatiënten is een ontmoetingsplek voor patiënten, ex-patiënten en hun naasten. In de zomervakantie 2011 hebben vele mensen meegewerkt aan het maken van een memoriesbank in de tuin van het Vechtgenotenhuis. De bank is gemozaïekt met herinneringen van, en herinneringen aan mensen die ziek zijn of zijn geweest en aan mensen die het niet hebben overleefd. De verhalen, gedachten, dromen en gedichten van de deelnemers aan de bank zijn gebundeld in dit boekje.
Henri Lambooij (1885-1974) kunstschilder & de overige bewoners van het Lambooijhuis te Hengelo Overijssel / Geertruida Maria ter Horst-Lambooij. - Hengelo : Van Marle Grafische Bedrijven, 2010. -
16 p. - € 9,90
Biografie van de Hengelose kunstschilder, tevens decoratie-, toneel- en huisschilder en tekenleraar.
Antieke tegels met Bijbelse beelden / Paul Janse. - Hellendoorn : Oald Heldern de Noaberschop, 2012. - 72 p. - € 9,95
Uit de flaptekst: ‘Erve Hofman is een oude boerderij in Hellendoorn, waarin gedurende enkele eeuwen markevergaderingen werden gehouden. Inmiddels heeft de Stichting Oald Heldern de Noaberschop dit pand ingericht als museumboerderij. In de negentiende eeuw werd deze ruimte waar mens en dier samen verbleven gescheiden. Die scheidingsmuur werd aan de kant van het woonvertrek geheel betegeld. Deze antieke tegels tonen ons diverse voorstellingen van Bijbelse verhalen.’
zaterdag 5 mei 2012
Bekendste Overijsselaar
Afgelopen week werd door Radio Oost de verkiezing van de Ultieme Overijsselaar georganiseerd. Guus Meeuwis was dit jaar al uitgeroepen tot Ultieme Nederlander en nu mochten luisteraars kandidaten voordragen voor de provinciale titel. Uit 15 kandidaten werd een top 5 gekozen:
1. Willem Wilmink
2. Herman Finkers
3. Helligen Hendrik
4. Marga Bult
5. Bertolf
In 2005 werd de verkiezing Grootste Overijsselaar georganiseerd met een wat ‘officiëler’ karakter – verschillende instellingen waren er bij betrokken. Na enkele voorronden kwam er de volgende top 5 uitrollen, waarbij de bij het grote publiek minder bekende uitvinder van de kunstnier tot winnaar werd gekozen en waarbij de invloed van een supportersvereniging van een voetbalclub groot bleek:
Afbeelding: De kunstnier van Kolff
1. Willem Kolff
2. Epi Drost
3. J.R. Thorbecke
4. Willem Wilmink
5. Herman Finkers
Elke verkiezing zal weer een nieuwe uitslag opleveren. Wordt de verkiezing georganiseerd door een historisch tijdschrift dan zullen personen uit het verleden meer kans krijgen, een radioprogramma levert de hierboven vermelde uitslag op. Nu hebben we dus al de Grootste en de Ultieme Overijsselaar. Hoe zit het met de Bekendste? Internationaal en nationaal. Hoe meet je dat? Het aantal treffers met ‘googelen’, hoe uitgebreid beschreven in Wikipedia (NL en Engels), aantal lemmata in het Biografisch Portaal. Zo zullen er vast nog meer criteria te bedenken zijn. Hier serieus mee aan de slag gaan slokt (te)veel vrije tijd op. Ik mag graag lijstjes maken, maar wil het niet te gek maken, dus heb ik me beperkt tot het aantal treffers in Google. Ik ben uitgegaan van de ruim 500 Overijsselaars die beschreven worden op de website WIEISWIEinOverijssel. Personen die wel in Overijssel geboren zijn, maar er niet zijn opgegroeid (Sweelinck, Johan Jongkind etc.) heb ik buiten beschouwing gelaten.
Op de uitslag valt nogal wat af te dingen. Musici en schrijvers ontlenen aan hun werk (cd’s, boeken) veel treffers op internet en nog levende personen zijn in het voordeel. Dit laatste heb ik opgelost door twee categorieën te maken van overleden en nog levende personen.
Bekendste Overijsselaars van nu
1. Ilse DeLange - zangeres
2. Edwin Evers - discjockey
3. Herman Finkers - cabaretier
4. Jaap Stam - voetballer
5. Daphne Bunskoek – TV presentatrice
6. Jos Lansink - springruiter
7. Joke Damman (Jomanda) - medium
8. Erben Wennemars - schaatser
9. Jan Cremer – schrijver en schilder
10. Ellen van Langen - hardloopster
Bekendste Overijsselaars van nu – Internationaal
1. Ilse DeLange – zangeres
2. Ton Koopman – musicus en dirigent
3. Jaap Stam – voetballer
4. Hans Theessink – (blues)zanger
5. Johanna ter Steege - (actrice)
Bekendste Overijsselaar uit het verleden
1. Herman Brood – popmuzikant
2. J.R. Thorbecke – staatsman
3. R.J. Schimmelpenninck – staatsman
4. Johannes van Vloten – historicus, humanist en publicist
5. Alfons Ariëns – priester
6. Henk van Ulsen – acteur
7. Willem Wilmink – (liedjes)schrijver en dichter
8. Thomas a Kempis – geestelijk schrijver
9. Jacobus van Deventer – kartograaf
10. Etty Hillesum - dagboek- en brievenschrijfster
Bekendste Overijsselaar uit het verleden - Internationaal
1. Thomas a Kempis – geestelijk schrijver
2. Etty Hillesum – dagboek- en brievenschrijfster
3. Jacob(us) van Deventer – kartograaf
4. Gerard ter Borch – schilder
5. Geert Groote – grondlegger Moderne Devotie
Tot de volgende lijst van Overijsselaars …
1. Willem Wilmink
2. Herman Finkers
3. Helligen Hendrik
4. Marga Bult
5. Bertolf
In 2005 werd de verkiezing Grootste Overijsselaar georganiseerd met een wat ‘officiëler’ karakter – verschillende instellingen waren er bij betrokken. Na enkele voorronden kwam er de volgende top 5 uitrollen, waarbij de bij het grote publiek minder bekende uitvinder van de kunstnier tot winnaar werd gekozen en waarbij de invloed van een supportersvereniging van een voetbalclub groot bleek:
Afbeelding: De kunstnier van Kolff
1. Willem Kolff
2. Epi Drost
3. J.R. Thorbecke
4. Willem Wilmink
5. Herman Finkers
Elke verkiezing zal weer een nieuwe uitslag opleveren. Wordt de verkiezing georganiseerd door een historisch tijdschrift dan zullen personen uit het verleden meer kans krijgen, een radioprogramma levert de hierboven vermelde uitslag op. Nu hebben we dus al de Grootste en de Ultieme Overijsselaar. Hoe zit het met de Bekendste? Internationaal en nationaal. Hoe meet je dat? Het aantal treffers met ‘googelen’, hoe uitgebreid beschreven in Wikipedia (NL en Engels), aantal lemmata in het Biografisch Portaal. Zo zullen er vast nog meer criteria te bedenken zijn. Hier serieus mee aan de slag gaan slokt (te)veel vrije tijd op. Ik mag graag lijstjes maken, maar wil het niet te gek maken, dus heb ik me beperkt tot het aantal treffers in Google. Ik ben uitgegaan van de ruim 500 Overijsselaars die beschreven worden op de website WIEISWIEinOverijssel. Personen die wel in Overijssel geboren zijn, maar er niet zijn opgegroeid (Sweelinck, Johan Jongkind etc.) heb ik buiten beschouwing gelaten.
Op de uitslag valt nogal wat af te dingen. Musici en schrijvers ontlenen aan hun werk (cd’s, boeken) veel treffers op internet en nog levende personen zijn in het voordeel. Dit laatste heb ik opgelost door twee categorieën te maken van overleden en nog levende personen.
Bekendste Overijsselaars van nu
1. Ilse DeLange - zangeres
2. Edwin Evers - discjockey
3. Herman Finkers - cabaretier
4. Jaap Stam - voetballer
5. Daphne Bunskoek – TV presentatrice
6. Jos Lansink - springruiter
7. Joke Damman (Jomanda) - medium
8. Erben Wennemars - schaatser
9. Jan Cremer – schrijver en schilder
10. Ellen van Langen - hardloopster
Bekendste Overijsselaars van nu – Internationaal
1. Ilse DeLange – zangeres
2. Ton Koopman – musicus en dirigent
3. Jaap Stam – voetballer
4. Hans Theessink – (blues)zanger
5. Johanna ter Steege - (actrice)
Bekendste Overijsselaar uit het verleden
1. Herman Brood – popmuzikant
2. J.R. Thorbecke – staatsman
3. R.J. Schimmelpenninck – staatsman
4. Johannes van Vloten – historicus, humanist en publicist
5. Alfons Ariëns – priester
6. Henk van Ulsen – acteur
7. Willem Wilmink – (liedjes)schrijver en dichter
8. Thomas a Kempis – geestelijk schrijver
9. Jacobus van Deventer – kartograaf
10. Etty Hillesum - dagboek- en brievenschrijfster
Bekendste Overijsselaar uit het verleden - Internationaal
1. Thomas a Kempis – geestelijk schrijver
2. Etty Hillesum – dagboek- en brievenschrijfster
3. Jacob(us) van Deventer – kartograaf
4. Gerard ter Borch – schilder
5. Geert Groote – grondlegger Moderne Devotie
Tot de volgende lijst van Overijsselaars …
donderdag 3 mei 2012
Overijsselse boeken als streaming e-books beschikbaar voor bibliotheekleden
Het streamen van e-books is vanaf nu mogelijk bij de bibliotheek. Het is te vergelijken met het bekijken van een filmpje op YouTube of het beluisteren van muziek via Spotify. Bibliotheekleden loggen in op de website van de Public Library Online en kunnen vervolgens online boeken lezen.
Bij streaming is het niet nodig om het boek te downloaden en op te slaan op een op een e-reader, smartphone of tablet. Wel is het belangrijk dat het apparaat met internet verbonden is en Flash ondersteunt. De streaming e-books kunnen dus niet op de iPhone of iPad worden gelezen, omdat die geen Flash ondersteunen. Waarschijnlijk zal dit na de zomer wel mogelijk zijn.
Voor de realisatie van streaming e-books maakt de stichting Bibliotheek.nl gebruik van het Engelse platform Public Library Online. Deze website is ontwikkeld door de Britse uitgever Bloomsbury en wordt al gebruikt door bibliotheken in Groot-Brittannië, Duitsland, Denemarken, Canada, Australië en de Verenigde Staten.
Het aanbod streaming e-books omvat ruim 100 titels, waarvan zo’n 40 Engelse titels. En er komen voortdurend nieuwe boeken bij.
Als bibliotheeklid kun je direct inloggen, het aanbod bekijken en beginnen met lezen! Klik op deze link en volg de stappen. Log in met je bibliotheekpas. Je krijgt een beveiligingswaarschuwing te zien, klik op ‘doorgaan’ of ‘verstuur’. Daarna kun je de boekenplankjes bekijken, de boeken aanklikken en beginnen met lezen!
Het onderste boekenplankje bevat tien Overijsselse titels, alle uitgegeven door de IJsselacademie:
- Wielent Harms. Het geheim van de smid; De vervaardiging en bewerking van Staphorster gebruikszilver.
- Suzan Jurgens, Marten Jansen, Henk Frons. Hooibergen in Nederland; Geschiedenis en behoud van een agrarisch cultuurmonument.
- Riek van der Wulp-Heutink. Om het spel en de knikkers; 495 kinderspelen uit de jaren veertig en vijftig.
- Henk Heideveld. Rembrandt in Zwolle; Verkenningen van een kunstenaar.
- Bruno Klappe, Wim Veer. Schokland verlaten; Een reconstructie van de ontvolking in 1859.
- D. Kok. Ter ere van de trouw; Hofmakerij in Staphorst in historisch perspectief.
- Ed.E. Kemperman, A.I. Bierman, M. Barendsen. Thesaurus van Gramsbergen; Een 17de-eeuws medisch handschrift ontsloten.
- Tjirk van der Ziel. Verzet en verlangen; Het platteland in de greep van mkz en stedeling.
- Geraart Westerink. Villa's, veestallen en fabrieken; Leven en werk van architect G.B. Broekema (1866-1946).
- J.L. Schotman. Zij vielen rondom Zwolle; Geallieerde piloten en hun vliegtuigen, 1940-1945.
Frits de Zwerverprijs uitgereikt
Onder de schuilnaam Frits de Zwerver opereerde verzetsstrijder ds. F. Slomp, die in de bezettingstijd predikant was in Heemse-Hardenberg. Hij gaf daar de aanzet voor de oprichting van één van de grootste organisaties voor hulp aan onderduikers en vervolgden in ons land. Het Frits de Zwerverfonds is in 2000 opgericht met het doel de belangstelling voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, speciaal bij jongeren, levend te houden. Daarbij richt het zich op het Overijsselse gedeelte van het samenwerkingsverband Regio IJssel-Vecht.
Jongeren van 14 tot en met 18 jaar konden hun schrijftalent beproeven op het thema Het lege huis. De prijswinnende opstellen werden gekozen uit de 75 die de IJsselacademie dit jaar ontving. De prijswinnaars ontvangen een aardig geldbedrag en de winnende verhalen worden gepubliceerd op de website van de IJsselacademie.
De eerste prijs in de Frits de Zwerverprijsvraag 2012 is toegekend aan Charlotte Polman (15 jaar) uit Ommen, met haar opstel Het lege huis. De tweede prijs ging naar een opstel met dezelfde titel, geschreven door Eline Bruintjes (17 jaar) uit Kampen. De derde prijs is gewonnen door Rachel Sebens (16 jaar) uit Zwolle. Haar opstel kreeg de titel Geluid van liefde.
woensdag 2 mei 2012
Website Stadsbrand Enschede 1862
Op 7 mei is het 150 jaar geleden dat Enschede grotendeels in de as gelegd werd. In artikelen in de Tubantia en elders werd hier deze maand al veel aandacht aan besteed. Nu is er ook een speciale website in het leven geroepen door de beheerders van de website Enschede in Ansichten. Zij ontwierpen de website Stadsbrand Enschede 1862, waarop in het kort en overzichtelijk informatie over deze ramp voor Enschede te vinden is, een ramp die wel zou leiden tot een snelle groei van de textielindustrie.
Op de website van het gemeentearchief zijn fragmenten van getuigenverslagen te vinden. Complete verslagen zijn via email aan te vragen.
Een van de ooggetuigen was Hermanus Gerardus Hartman Jakobusz (1831-1894). In de brochure Feest en Ramp doet hij verslag van hetgeen zich op 7 mei 1962 heeft afgespeeld. Hieronder een fragment:
Het was op den middag van den 7 Mei dat de brand ontdekt werd. De berigten , die wij inwonnen, omtrent de plaats zoowel als de oorzaak van het ontstaan, waren te uiteenloopend , dan dat wij nu reeds met zekerheid een en ander zouden nederschrijven. De eene sprak van eene armoedige woning in de Kalanderstraat, de andere van een klein huisje in de Gulanenstraat , een derde van een schamel verblijf op den weg naar Knalhutte en een vierde noemde zelfs niet eens een woning, huisje of verblijf, maar wees de openbare straat aan, als de plaats waar de brand ontstond. Hier verhaalde men dat de schoorsteen het eerst vlam had gevat, daar zeide men dat het vuur van den haard zich aan den grond had medegedeeld, ginds sprak men van de gloeijende cintels , die de naburige daken had aangestoken, en elders wilde men in het onschuldig vermaak van eenige knapen, om de vroeger gebruikte guirlandes en versieringen te verbranden de oorzaak van het onheil zien. En dit alles werd later weder tegengesproken door de omstandigheid, dat een ongelukkige geboeid naar Almelo werd getransporteerd, als verdacht van misdadig den brand te hebben veroorzaakt. Doch onverschillig wat de oorzaak moge zijn, de uitkomst was zooveel te zekerder: .Enschedé werd in een puinhoop veranderd, en de 7 Mei 1862 is een dag geworden, die in de jaarboeken der stad ten eeuwigen dage eene treurige herinnering zal bewaren.
Ongelukkig genoeg woedde er dien dag een hevige wind , die telkens van rigting veranderde, en den brand zoo spoedig deed toenemen, dat aan geen blusschen of redden te denken viel. Naauwelijks had men een bedreigd punt beveiligd, of onverwachts sloeg de vlam op een ander met vernieuwde kracht naar buiten en vóór men hier den vuurgloed kon beteugelen, werd de hulp weer elders gevraagd, om daar ook te vergeefs te worden aangewend. Ja, zoo hevig en met zulk eene kracht werden de vlammen in de straten voortgejaagd, dat zelfs de brandspuiten, die spoedig in werking waren, niet langer konden bediend worden en de brandweer zich moest verwijderen, wilde zij zelve niet in het vuur omkomen. Wat men de vorige week als eene weldaad had aangemerkt, vermeerderde nu nog het onheil: het schoone weder had de grachten doen uitdroogen, en gebrek aan water ontzenuwde de pogingen tot redding. Wat de vorige week de vreugde had vermeerderd, (een bezoek van Koning Willem III aan Enschede) werkte nu de tot grootere uitgebreidheid der ramp: de guirlandes en het verdroogde groen waren eene begeerlijke en ligt verteerbare prooi voor het vuur en gaven de vlammen een nog hoogeren gloed. Wat de vorige week de gemoederen te meer had opgewekt tot feestelijke stemming, vermeerderde nu de droefheid en den angst; want alom was jammer en ellende op ieders gelaat te lezen, en duizenden dwaalden ontsteld en verslagen rond. Zij zagen het ontzettend schouwspel aan, en vergaten zelfs voor een oogenblik hun eigen leed, om de verpletterende ramp, die allen trof.
Doch loopen wij met onze beschouwingen het verhaal der ramp niet vooruit. Later zullen wij nog stof tot nadenken genoeg vinden.
Naauwelijks was de brand ontdekt of de klok, die zoowel tot zinnebeeld van vreugde als van droefheid wordt gebruikt, werd geluid. Zij, de verkondigster uit den hoogen toren, die weinig dagen te voren den volke had gepredikt, dat Neêrlandsch Koning de veste bezocht, riep de ingezetenen nu om getuige te zijn van een geheel ander tooneel. Een ander monarch, niet zoo edelmoedig en weldadig als Willem III, maar veel meer gevreesd en geducht zwaaide zijnen scepter en bereidde geene feestvreugde, maar ramp en droefheid voor de ontstelde bewoners. Wederom moest de schutterij hare diensten bewijzen, doch nu niet om tot eerewacht of begeleiding van den Vorst te strekken, maar om orde en regel te handhaven, terwijl men den gevreesd en dwingeland zocht te stuiten in zijne vaart. Wederom werd de geheele stad opgeroepen om deelgenoot van een groot schouwspel te zijn, doch nu niet om den koning hare vreugde te betoonen , maar om den despoot, die verwoestend om zich heengreep , te stuiten op zijnen zegetogt. Even als op 1 Mei waren ook op 7 Mei spoedig vele vreemdelingen binnen de nijvere veste bijeen, doch nu niet om werkelooze toeschouwers te zijn, maar om mede de handen uit te steken en te redden, wat uit de klaauwen van den verwoester kon gered worden.
Evenwel, menschelijke krachten vermogten niets tegen het geweld des vuurs , dat door hevige dwarlwinden voortgejaagd, en door de langdurige droogte begunstigd al verder en verder zich verspreidde. De brand nam steeds toe, te meer daar er vooral uit gebrek aan water bijna aan geen blusschen te denken viel, en ofschoon er bij een opkomend onweder een vrij overvloedigen regen viel, had die evenmin eene gunstige uitwerking als de brandspuiten, die door de bedienende manschappen waren verlaten geworden, wilden zij zelve niet in de vlammen omkomen. Hulp aan anderen te bewijzen werd dan ook allengs minder, daar zelfbehoud aller kracht en inspanning vorderde. De brandweer uit de naburige gemeenten mogt al opkomen, ook deze kon weinig of niets uitrigten en alleen de spuit van het bijgelegene Hengelo mogt nog eenige voldoening smaken, doordat zij eene fabriek - de groote katoenspinnerij, die ook reeds door het vuur was aangetast, redde.
Naar alle zijden werden telegrammen en boden afgezonden, en de zware rookkolommen, die men tot op een afstand van drie uren ontwaardde , en die aanvankelijk aan een gewonen veenbrand deden denken, bevestigde de waarheid dier berigten.
De eerste telegram, die ten 3 ure te Deventer ontvangen werd, luidde kortaf: “Enschedé staat aan alle kanten in brand, " en weldra werd ook den heer Commissaris des Konings berigt van bet onheil gegeven met dezelfde korte mededeeling. Deze laatste begaf zich onmiddellijk derwaarts en wat hij bij zijne komst zag, was alleen de bevestiging van de woorden der onderscheidene vlugtelingen : “Enschedé bestaat niet meer."
Des avonds ten 9 ure had het vuur voor een groot gedeelte zijne taak volbragt en was het alleen gemis aan brandstoffen, die den koning der verschrikking zijn verwoestenden arbeid deed eindigen. Er waren geene huizen meer om aan te tasten, bijna geene fabrieken meer om te vernielen, geene openbare gebouwen meer aanwezig om ze te verdelgen.
Op de website van het gemeentearchief zijn fragmenten van getuigenverslagen te vinden. Complete verslagen zijn via email aan te vragen.
Een van de ooggetuigen was Hermanus Gerardus Hartman Jakobusz (1831-1894). In de brochure Feest en Ramp doet hij verslag van hetgeen zich op 7 mei 1962 heeft afgespeeld. Hieronder een fragment:
Het was op den middag van den 7 Mei dat de brand ontdekt werd. De berigten , die wij inwonnen, omtrent de plaats zoowel als de oorzaak van het ontstaan, waren te uiteenloopend , dan dat wij nu reeds met zekerheid een en ander zouden nederschrijven. De eene sprak van eene armoedige woning in de Kalanderstraat, de andere van een klein huisje in de Gulanenstraat , een derde van een schamel verblijf op den weg naar Knalhutte en een vierde noemde zelfs niet eens een woning, huisje of verblijf, maar wees de openbare straat aan, als de plaats waar de brand ontstond. Hier verhaalde men dat de schoorsteen het eerst vlam had gevat, daar zeide men dat het vuur van den haard zich aan den grond had medegedeeld, ginds sprak men van de gloeijende cintels , die de naburige daken had aangestoken, en elders wilde men in het onschuldig vermaak van eenige knapen, om de vroeger gebruikte guirlandes en versieringen te verbranden de oorzaak van het onheil zien. En dit alles werd later weder tegengesproken door de omstandigheid, dat een ongelukkige geboeid naar Almelo werd getransporteerd, als verdacht van misdadig den brand te hebben veroorzaakt. Doch onverschillig wat de oorzaak moge zijn, de uitkomst was zooveel te zekerder: .Enschedé werd in een puinhoop veranderd, en de 7 Mei 1862 is een dag geworden, die in de jaarboeken der stad ten eeuwigen dage eene treurige herinnering zal bewaren.
Ongelukkig genoeg woedde er dien dag een hevige wind , die telkens van rigting veranderde, en den brand zoo spoedig deed toenemen, dat aan geen blusschen of redden te denken viel. Naauwelijks had men een bedreigd punt beveiligd, of onverwachts sloeg de vlam op een ander met vernieuwde kracht naar buiten en vóór men hier den vuurgloed kon beteugelen, werd de hulp weer elders gevraagd, om daar ook te vergeefs te worden aangewend. Ja, zoo hevig en met zulk eene kracht werden de vlammen in de straten voortgejaagd, dat zelfs de brandspuiten, die spoedig in werking waren, niet langer konden bediend worden en de brandweer zich moest verwijderen, wilde zij zelve niet in het vuur omkomen. Wat men de vorige week als eene weldaad had aangemerkt, vermeerderde nu nog het onheil: het schoone weder had de grachten doen uitdroogen, en gebrek aan water ontzenuwde de pogingen tot redding. Wat de vorige week de vreugde had vermeerderd, (een bezoek van Koning Willem III aan Enschede) werkte nu de tot grootere uitgebreidheid der ramp: de guirlandes en het verdroogde groen waren eene begeerlijke en ligt verteerbare prooi voor het vuur en gaven de vlammen een nog hoogeren gloed. Wat de vorige week de gemoederen te meer had opgewekt tot feestelijke stemming, vermeerderde nu de droefheid en den angst; want alom was jammer en ellende op ieders gelaat te lezen, en duizenden dwaalden ontsteld en verslagen rond. Zij zagen het ontzettend schouwspel aan, en vergaten zelfs voor een oogenblik hun eigen leed, om de verpletterende ramp, die allen trof.
Doch loopen wij met onze beschouwingen het verhaal der ramp niet vooruit. Later zullen wij nog stof tot nadenken genoeg vinden.
Naauwelijks was de brand ontdekt of de klok, die zoowel tot zinnebeeld van vreugde als van droefheid wordt gebruikt, werd geluid. Zij, de verkondigster uit den hoogen toren, die weinig dagen te voren den volke had gepredikt, dat Neêrlandsch Koning de veste bezocht, riep de ingezetenen nu om getuige te zijn van een geheel ander tooneel. Een ander monarch, niet zoo edelmoedig en weldadig als Willem III, maar veel meer gevreesd en geducht zwaaide zijnen scepter en bereidde geene feestvreugde, maar ramp en droefheid voor de ontstelde bewoners. Wederom moest de schutterij hare diensten bewijzen, doch nu niet om tot eerewacht of begeleiding van den Vorst te strekken, maar om orde en regel te handhaven, terwijl men den gevreesd en dwingeland zocht te stuiten in zijne vaart. Wederom werd de geheele stad opgeroepen om deelgenoot van een groot schouwspel te zijn, doch nu niet om den koning hare vreugde te betoonen , maar om den despoot, die verwoestend om zich heengreep , te stuiten op zijnen zegetogt. Even als op 1 Mei waren ook op 7 Mei spoedig vele vreemdelingen binnen de nijvere veste bijeen, doch nu niet om werkelooze toeschouwers te zijn, maar om mede de handen uit te steken en te redden, wat uit de klaauwen van den verwoester kon gered worden.
Evenwel, menschelijke krachten vermogten niets tegen het geweld des vuurs , dat door hevige dwarlwinden voortgejaagd, en door de langdurige droogte begunstigd al verder en verder zich verspreidde. De brand nam steeds toe, te meer daar er vooral uit gebrek aan water bijna aan geen blusschen te denken viel, en ofschoon er bij een opkomend onweder een vrij overvloedigen regen viel, had die evenmin eene gunstige uitwerking als de brandspuiten, die door de bedienende manschappen waren verlaten geworden, wilden zij zelve niet in de vlammen omkomen. Hulp aan anderen te bewijzen werd dan ook allengs minder, daar zelfbehoud aller kracht en inspanning vorderde. De brandweer uit de naburige gemeenten mogt al opkomen, ook deze kon weinig of niets uitrigten en alleen de spuit van het bijgelegene Hengelo mogt nog eenige voldoening smaken, doordat zij eene fabriek - de groote katoenspinnerij, die ook reeds door het vuur was aangetast, redde.
Naar alle zijden werden telegrammen en boden afgezonden, en de zware rookkolommen, die men tot op een afstand van drie uren ontwaardde , en die aanvankelijk aan een gewonen veenbrand deden denken, bevestigde de waarheid dier berigten.
De eerste telegram, die ten 3 ure te Deventer ontvangen werd, luidde kortaf: “Enschedé staat aan alle kanten in brand, " en weldra werd ook den heer Commissaris des Konings berigt van bet onheil gegeven met dezelfde korte mededeeling. Deze laatste begaf zich onmiddellijk derwaarts en wat hij bij zijne komst zag, was alleen de bevestiging van de woorden der onderscheidene vlugtelingen : “Enschedé bestaat niet meer."
Des avonds ten 9 ure had het vuur voor een groot gedeelte zijne taak volbragt en was het alleen gemis aan brandstoffen, die den koning der verschrikking zijn verwoestenden arbeid deed eindigen. Er waren geene huizen meer om aan te tasten, bijna geene fabrieken meer om te vernielen, geene openbare gebouwen meer aanwezig om ze te verdelgen.