dinsdag 5 januari 2010

De winter van 1963 in Twente

Met de huidige weersomstandigheden worden door de iets ouderen onder ons herinneringen opgehaald aan voorbije strenge winters. En degenen die echt iets ouder zijn komen dan al snel terecht bij de Winter van 1963.


Foto: luchtfoto van een toertocht van 130 kilometer voor auto's over het bevroren IJsselmeer, hier bij Stavoren, 20 februari 1963 (Bron: ANP Historisch Archief, fotograaf: Gé van der Werff)

Bij zo’n onderwerp kun je zien hoe snel het is gegaan met de digitalisering de laatste jaren. Over de winter van 1963 is van alles op internet te vinden: informatie in tekst, foto’s, film etc.
Meteorologische informatie van het KNMI of de winter van 63 van dag tot dag – een uitgebreid dossier van Andere Tijden, foto’s op Google afbeeldingen etc. etc.

Onderstaand artikel werd geschreven door de bekende publicist Adriaan Buter in Jaarboek Twente 1964, dus met de herinnering aan de winter van 63 nog vers in het geheugen.


De befaamde barre winter van ‘90 is door die van '63 glansrijk verslagen. Toch zullen wij er niet zulke sterke verhalen over blijven vertellen als onze grootouders deden, want in een welvaartsstaat is winterkou wel lastig, maar niet zo'n ramp als het vroeger voor een groot deel van de bevolking betekend moet hebben. Niettemin...
Al voor de Kerst had het twee keer gevroren. De ijsbaan van Glanerbrug, die begin december nog droog stond, werd op het laatste nippertje volgespoten, waardoor het in januari mogelijk werd wedstrijden om het scholierenkampioenschap te organiseren door een speciaal in het leven geroepen Schoolschaatscommissie. Er werd al voorzichtig over een Elfstedentocht gesproken; er lag al ijs op de kanalen en over het IJsselmeer zochten schepen moeizaam hun weg tussen de schotsen door. Doch half december leek het weer nergens op: regen, storm en natte sneeuw. Dat het een koude en in Twente zelfs witte Kerst zou worden, konden we zeker niet verwachten. Maar inderdaad: op 20 december sloeg de vorst voor de derde keer toe en met Kerstmis vroor het dertien graden. Buiten de stad hield de kou nog een flinke sneeuwlaag vast.
Direct na de feestdagen viel er opnieuw een dik pak sneeuw. Op de 28ste werd er geskied op de Lemelerberg, sinds 1947 het Nederlandse wintersportcentrum. In januari zou men ook in Twente, op de Herikerberg, de latten kunnen onderbinden. Aan sneeuw heeft het deze winter niet ontbroken. Op de dertigste december liep overal in het land het verkeer vast. De treinen uit het westen kwamen te laat binnen en de busdiensten tussen Almelo en Ootmarsum moesten gestaakt worden. Particuliere auto's waren daar in de sneeuwduinen blijven steken. Intussen vroor het knap door. In het oude jaar waren bijna alle Overijsselse schaatstitels verreden. Met een felle oostenwind werd steeds nieuwe sneeuw aangevoerd. Op Nieuwjaarsdag waren dorpjes als Lattrop, St. Isidorushoeve, Glane en Haarle volkomen geïsoleerd. De komende weken hadden de busondernemingen de grootste moeite om het vervoer gaande te houden. Het pendelvervoer voor de industrie bleef met horten en stoten op gang. Veel arbeiders zorgden op eigen gelegenheid, dat ze op hun werk konden verschijnen, hoe dan ook, vaak te laat, maar slechts weinigen verkozen de gemakkelijkste weg van thuis te blijven.



Hoewel door de vorstperiodes, die aan de sneeuw voorafgegaan waren, veel vogels naar het zuiden waren getrokken, begonnen toch vooral de watervogels het benauwd te krijgen. Ze concentreerden zich daar waar nog open water was, maar juist die plekken waren voor de vogelbeschermers vaak moeilijk te bereiken. De natuurvrienden hebben overigens deze winter prachtige staaltjes van dierenliefde getoond.
Begin januari nam Koning Winter een vrije zaterdag, voorafgegaan door gladde wegen, maar zondag de vijfde vroor het al weer. De vier grote Twentse steden besloten een kolentoeslag te geven aan de ondersteunden. De decemberkou had in Enschede het jaarlijks gasverbruik al met 7.8 pct doen stijgen, vergeleken bij 1961. Daarentegen daalde het waterverbruik omdat veel kranen afgesloten of bevroren waren. De bejaardenwoningen op her Twekkelerveld zaten zonder water. Tweemaal per dag konden de mensen met een emmertje bij een brandkraan water halen.
De markt had weinig meer te betekenen, ook de centrumwinkeliers klaagden over slechte zaken. Alleen zout, kolen en dekens werden goed verkocht, de kolen weliswaar met grote vertragingen in de aflevering. Zelfs aan zout kwam gebrek, niet door een tekort in de Twentse bodem of een te geringe produktie, maar door de transportmoeilijkheden. De steeds opnieuw vallende sneeuw deed de vraag naar zout voortdurend aanhouden. Veel winkeliers voerden een eigen distributiesysteem voor dit artikel in.



De derde week van januari ging in met een Siberische koude. Toch hielden de mannen van de gemeentelijke sportdienst de randen van de zwembassins het Diekman te Enschede tweemaal per dag en tweemaal per nacht ijsvrij.
Op 18 januari won Reinier Paping uit Ommen de zwaarste Elfstedentocht uit de geschiedenis. Later hield hij lezingen over zijn ervaringen, welke bijeenkomst in Almelo het karakter van een huldiging aannam. Intussen werd de Grote Kerk te Enschede wegens de koude gesloten. De vorst zag zelfs kans een telefoonkabel te beschadigen, waardoor de hele sector Oldenzaal tijdelijk uitgeschakeld werd.
Soms leek het, of het eind van de winter in zicht was. Op de 26ste lichte dooi, gevolgd door sneeuw, maar op de 31ste vroor het weer knap. Omstreeks 9 februari herhaalde zich dit spelletje.
Wilde ganzen uit de toendra's van het hoge noorden, sinds 1956 niet in Twente waargenomen, vertoonden zich begin februari op de Usseler-es, waar ze twee keer per dag door de Dierenbescherming gevoerd werden. Open water was nog slechts op enkele plekjes te vinden; sinds 29 december was er geen schip meer de haven van Enschede binnengelopen. De schepen die er lagen, zaten vast in een ijsvloer van een halve meter dikte. Intussen had het barre weer een gunstige invloed op het lezen. De Centrale Plattelandsbibliotheek Overijssel noteerde in januari 116.988 uitleningen, tegen 88.501 in dezelfde maand van het voorgaande jaar. Aangekondigde depressies bleven uit, we hadden een abonnement op kou en vorst, al won de zon nu elke dag aan kracht.
Begin maart was de meeste sneeuw weggesmolten. Op de derde bereikte Twente een middagtemperatuur van 9 graden, maar 's nachts kwam het kwik ver onder de tien. Diezelfde dag werd in Tubbergen nog een autorodeo op het ijs verreden, maar het einde was nu toch in zicht. Er verschenen bordjes "opdooi", op de zevende togen de bouwvakkers weer aan het werk en op de zeventiende ging na maandenlange rust weer overal de voetbal rollen.
De dooi was zeer geleidelijk, zodat bijvoorbeeld in Hengelo, waar men grote wateroverlast vreesde, deze uitbleef. Toch was in de Schipbeek een ploeg genie-soldaten nodig om het kruiende ijs te laten springen. Geen overstromingen dus, maar vele tienduizenden guldens schade aan wegen en dijken, waterleidingen, ontzette muren, visstand, produktie- en omzetverlies en in de huishoudportemonnaies.
In oude kranten heb ik het allemaal weer eens nagesnuffeld. Want terwijl ik dit schreef onder de barre juli-zon, waren u en ik die barre winter van '63 al bijna weer vergeten. . .

Geen opmerkingen: