Ontstaan topografische tekenkunstVanaf 1700 werd het vastleggen en verzamelen van ‘oudheden’ populair. Kastelen, ruïnes en kerken werden getekend en geschilderd en soms in encyclopedische uitgaven bijeengebracht. Bijvoorbeeld in
Schatkamer der Nederlandse Oudheden (1711) en
Kabinet van Nederlandsche outheden en gezichten (1725). Natuurgetrouw waren de prenten en schilderingen meestal niet; de kunstenaar mocht er van alles bij fantaseren om de afbeelding aantrekkelijker te maken.
Maar er ontwikkelde zich een topografisch genre, waarbij getracht werd een zo juist mogelijke weergave van de werkelijkheid te realiseren.
Abraham de Haen en
Cornelis Pronk waren beoefenaars van dit genre en
Andries Schoemaker, textielkoopman uit Amsterdam was er een groot liefhebber van. Hij verzamelde afbeeldingen en informatie over ‘oudheden’, deed ook zelf onderzoek en financierde opdrachten aan kunstenaars om overal in het land (nog) aanwezige oudheden in beeld te brengen. Zelf ging hij graag mee met de studiereizen, die in de zomer plaatsvonden en waarbij de tekenaars zo veel mogelijk schetsten wat zij onderweg tegenkwamen, om deze schetsen later weer uit te werken. Zo trok het viertal Andries Schoemaker, zijn huishoudster Geesje Arens, en de tekenaars Cornelis Pronk en Abraham de Haen in de zomers van 1729 tot met 1733 door Nederland.
Over de hobbelde bobbelde heydeRond 1985 werd door de Zwollenaren A.J. Gevers en A.J. Mensema één van deze reizen gereconstrueerd, n.l. de tocht van het viertal in de zomer van 1732, die voor het grootste deel door Overijssel voerde. De auteurs brachten verspreide informatie en prenten vanuit allerlei archieven en bibliotheken bij elkaar. Hun boek
Over de hobbelde bobbelde heyde (citaat van Schoemaker, toen hij de reis over de Drentse heide beschreef) is een chronologische weergave van de tocht midzomer 1732, voorzien van vele prenten van Pronk en De Haen en soms van andere tekenaars.
Het boek inspireerde de Deventer kunstenaar
Peter Paul Hattinga Verschure om de reis uit 1732 nog eens te maken. Althans om na 276 jaar alle objecten die toen getekend zijn nog eens te bezoeken en te tekenen.
Een wereld van verschilUiteraard bleek na zo lange tijd veel verdwenen of veranderd, hoewel op sommige plaatsen de tijd leek te hebben stilgestaan. Hattinga Verschure verzamelde eerst zo veel mogelijk informatie om daardoor precies de plek te kunnen bepalen waar de tekenaars in 1732 zich bevonden toen zij schetsen maakten van kerken, landhuizen en kastelen, dorps- en stadsgezichten. Hij gebruikte ongeveer dezelfde materialen en technieken bij zijn tekeningen als zijn voorgangers destijds, om zo nog beter de situaties toen en nu te kunnen vergelijken. Bij zijn tekeningen vermeldt hij allerlei bijzonderheden, bijvoorbeeld hoe hij de juiste plek vooraf getraceerd heeft, de reis er naartoe, passanten die hij tijdens zijn werk ontmoet, bijzonderheden over wat op de tekening te zien is etc.
Bij alle tekeningen staan de coördinaten vermeld, zodat je de plek op Google Earth kunt nazoeken.
Het resultaat is een prachtig ‘kijkboek’ met een unieke verzameling 18de eeuwse topografische prenten, alle vergezeld van een tekening uit 2008, voorzien van interessante korte beschrijvingen.
TentoonstellingNog tot en met 9 januari 2011 loopt de tentoonstelling 'Een wereld van verschil', waarin diverse prenten uit het boek in origineel te zien zijn, in het
Stedelijk Museum Zwolle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten