Hoewel ik zelf geen avontuurlijk reiziger ben – even eruit en vooral rust is genoeg voor mij – ben ik altijd al een groot liefhebber geweest van het lezen van reisverhalen. Dat blijkt wel uit de wat gezochte rubriek op dit blog: ‘Overijsselaars op reis’.
Op de reizigers die ik tot nu toe beschreven heb zijn altijd één of meerdere karakteristieken van toepassing: ze zoeken de
ultieme uitdaging, ze hebben
passie voor het reizen, jagen een
droom na, ze willen
andere culturen leren kennen of een
lang gekoesterde wens in vervulling laten gaan, ze willen genieten van de
vrijheid, ze aanvaarden een geweldig
afzien, of ze
breken met hun leven tot dan toe. Vaste elementen in vrijwel alle beschrijvingen zijn: tegenslag en euforie, jezelf tegenkomen, terugkijken op wat geweest is, bespiegelingen over het heden en de toekomst.
Johannes Elzinga,
volgens eigen zeggen een echte Fries, maar toch ‘Overijsselaar’ omdat hij al lange tijd in Deventer woont, is een ander soort reiziger. Een klein beetje van bovengenoemde geldt ook wel voor hem, maar je hebt niet het gevoel dat hij het ‘grote avontuur’ zoekt. Samen met zijn echtgenote Frieda heeft hij de hele wereld al afgereisd. Als jong-VUT’er besloot hij net als Bertus Aafjes in 1936 een voetreis naar Rome te maken, maar dan in vier etappes. De eerste etappe van 50 dagen van Maastricht tot de Vogezen liep het echtpaar in 2007. In het boek
Te voet op weg naar de Eeuwige Stad wordt verslag gedaan van die eerste etappe. Natuurlijk moet je goed getraind zijn, maar de dagelijks af te leggen afstanden zijn niet overdreven lang en meestal is het overnachtingadres (Chambre d'Hôte, jeugdherberg, hotel of B&B) al van te voren geboekt. Per dagetappe geeft Johannes Elzinga een vrij nauwkeurige beschrijving van de route - je zou de route bijvoorbeeld aan de hand van het verslag via Google Earth kunnen volgen - en worden indrukken betreffende het landschap, steden en dorpen en de mensen die men ontmoet weergegeven, waarbij de auteur zijn eigen mening niet onder stoelen of banken steekt. De gastvrouwen en -heren worden allemaal onderworpen aan een kritische blik, evenals de kamers die men huurt en het ontbijt de volgende morgen. Bovendien wordt van elke maaltijd vermeld welke ingrediënten deze bevat.
In de boeken van de eerder in deze rubriek aan bod gekomen reizigers zit veel meer passie, spanning, zelfreflectie, avontuur etc. De auteur geeft echter zelf aan dat zijn boek eigenlijk een informatief verslag is en dat hij geen literaire pretenties heeft. Hij laat van de reacties op dit debuut afhangen of hij door zal gaan met het te boek stellen van zijn vele reisdagboeken. Ik zou hem positief willen adviseren, want in tegenstelling tot de reisboeken die ik eerder las voor deze rubriek – prachtig om te lezen, maar voor mij totaal onhaalbaar om na te volgen, kreeg ik nu het gevoel: dit zou ik (mits goed getraind) ook kunnen gaan doen na mijn pensionering (VUT zit er voor onze generatie helaas niet meer in). Dat is een positieve kant aan het boek. Bovendien etaleert Johannes Elzinga een goede en prettig leesbare schrijfstijl. Wanneer hij op dezelfde wijze volhardt in het nauwkeurig beschrijven van landschap en mensen, doorspekt met zijn eigen mening, zal ik ook zijn volgende boeken lezen. Ik raad hem aan om dan de genuttigde menu’s, prijzen, en de logeeradressen met het geleverde comfort (opvallende uitzonderingen daargelaten) achter in het boek in een tabel weer te geven.
2 opmerkingen:
Dankzij jouw blog ben ik op al veel opmerkelijke boeken gestuit! Johannes is uit een ver verleden een oudcollega van me. Ik werkte korte tijd in de bedrijfsbieb. Leuk om hem hier op je blog weer tegen te komen.
Dank voor je reactie. Leuk om te horen over de hernieuwde kennismaking.
Een reactie posten