maandag 31 januari 2011

Overijssels Boek van het Jaar 2010: de genomineerden

Net als 2009 en 2010 organiseren Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB), het Historisch Centrum Overijssel (HCO) en de Overijsselse Bibliotheek Dienst (OBD) gezamenlijk de verkiezing van het Overijssels boek van het jaar.
Doel van de verkiezing van het beste boek van het jaar 2010 is om meer aandacht te vestigen op publicaties met betrekking tot de geschiedenis van Overijssel. Bij de selectie van boeken die in aanmerking komen voor de prijs is onder meer gekeken naar wat het betreffende boek toevoegt aan al bestaande literatuur, maar criteria zijn ook de originaliteit van het onderwerp, de vormgeving, de illustraties etc.

De jury bestaat uit historici en journalisten: Lamberthe de Jong, Jan ten Hove, Gerard Lage Venterink, Marion Groenewoud en Herman van Amelsvoort.

Welk boek wordt uitgeroepen tot Overijssels boek van het jaar en welke auteur(s) de originaliteitsprijs hebben gewonnen wordt op vrijdag 18 maart bekendgemaakt bij het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.

De genomineerden zijn:



Annelies van der Zouwen; [m.m.v. Irma Thoen ; red. Matthijs Dicke]. Menko: de geschiedenis van een Twentse textielfamilie. Stad en Bedrijf Rotterdam [etc.], 2010. 201 pp.
Geschiedenis van de één van de grote textielbedrijven, die in Enschede ruim honderd jaar lang gefloreerd hebben, tot ze vrijwel allemaal in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw ten onder gingen. De Menko’s waren joodse ondernemers, die aanvankelijk niet echt tot de kring van de overwegend hervormde en doopsgezinde fabrikanten behoorden. De geschiedenis van het bedrijf zelf verschilt niet zoveel van die van andere textielbedrijven in Twente. Wat het boek bijzonder maakt is de aandacht die er is voor de verwevenheid van familie en bedrijf. Het familieleven komt uitgebreid aan bod, onder meer hun vele reizen, en ook de invloed die de Menko’s hadden in het maatschappelijk leven.



Herman Broers. Blauw Haar: het mirakel van academiestad Kampen. B&V Media Kampen, 2010. 370 pp.
Democratisering van het onderwijs (de Mammoetwet) en een actieve burgemeester (Van Tuinen) waren er de oorzaak van dat Kampen een studentenstad werd. Naast de al bestaande twee theologische universiteiten, vestigden zich er vanaf begin jaren zeventig diverse hbo-scholen op christelijke grondslag: een kunstacademie, een sociale academie, een expressieacademie en een academie voor journalistiek. Door het concentratiebeleid van minister Deetman vertrok het hbo-onderwijs weer uit Kampen en is er van het aantal van 2.000 studenten uit 1988 nu nog een handjevol over. De auteur, die zelf als student het einde van de periode meemaakte, heeft drie jaar gewerkt aan een reconstructie en heeft de studentencultuur in de provinciestad Kampen in de jaren zeventig en tachtig prachtig ingekleurd met veel persoonlijke verhalen van betrokkenen. Resultaat is een mooi geschreven tijdsdocument.



Aafke Brunt en Jan Haverkate. Tussen twee tijden, Twickel in de negentiende eeuw: het levensverhaal van Carel baron Van Heeckeren 1809-1875. Waanders Zwolle, 2010. 248 pp.
Over J.D.C. (Carel) baron van Heeckeren was nog weinig gepubliceerd, ondanks het feit dat hij het landgoed en kasteel Twickel sterk heeft uitgebreid in een tijd waarin de adel vaak bezittingen moest verkopen om het hoofd boven water te houden. Door zijn (gearrangeerde) huwelijk met zijn tien jaar oudere nicht Cornélie van Wassenaer was hij na haar dood bijzonder vermogend geworden. De baron verbleef meestal in Den Haag, waar hij onder meer de functie van opperstalmeester bekleedde. Hij paste in de ‘oude tijd’, de tijd na 1914 toen in Europa de macht van de adel in ere hersteld werd. De uitvindingen die het leven gemakkelijker maakten in de tweede helft van de 19de eeuw wist hij wel te waarderen – hij reisde graag en vaak per trein naar het buitenland, maar het afbrokkelen van de macht van de adel niet. De auteurs hebben onder meer geput uit dagboeken, brieven en agenda’s. De thematische opzet en de vele nooit eerder gepubliceerde illustraties maken dit boek zeer leesbaar.



Sam de Visser. De man die niet verdwijnen kon : de geschiedenis van Sam Noach en zijn beroemde kloosterlinnen. Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED), 2010. 80 pp.
Enkele Deventenaren raakten vanuit verschillende invalshoeken geïnteresseerd in de figuur van Sam Noach, een legendarische koopman, die in de periode voor de Tweede Wereldoorlog met zijn opvallende advertentiecampagnes en uitgelezen marketingstrategieën bekendheid verwierf onder de naam Man van Deventer en Goedkope Sam. Sam de Visser heeft de geschiedenis van deze flamboyante handelaar in ‘Vlaams kloosterlinnen’ ontrafeld, inclusief het tragische einde in 1942 als gevolg van de jodenvervolging.



Wielent Harms. Het geheim van de smid. De vervaardiging en bewerking van Staphorster gebruikszilver. IJsselacademie Kampen, 2010. 224 pp + dvd
In Het geheim van de smid passeren alle aspecten van het ambacht van de zilversmid de revue. Zo is er aandacht voor de methodieken van het drijven en gieten en voor de innovaties die zich hierbij voordeden. Uitvoerig komt de vervaardiging van het oorijzer aan bod, een zeer karakteristiek onderdeel van de Staphorster dracht, maar ook andere vormen van gebruikszilver; zoals bijbelbeslag, beurzen, schoengespen en sigarettenpijpjes worden beschreven en in beeld gebracht. Op de bijgevoegde dvd is te zien hoe Freddy Drost zijn laatste oorijzer maakt.



Theo Spek, Henk van der Velde, Herman Hannink, Bert Terlouw. Mens en land in het hart van Salland. Uitgeverij Matrijs Utrecht 2010. 416 pp.
Dit boek geeft een overzicht van de bewonings- en landschapsgeschiedenis van het oude kerspel Raalte. Alle ontdekkingen die amateuronderzoekers en wetenschappers in de afgelopen vijftien jaar hebben gedaan, worden voor een breed lezerspubliek ontsloten. Elk buurtschap krijgt daarbij een eigen hoofdstuk, waarin een gedetailleerd beeld wordt geschetst van de opbouw van het landschap en van de middeleeuwse boerderijen en hun bewoners. Dat in het huidige landschap nog verrassend veel sporen van deze oude geschiedenis bewaard zijn gebleven, blijkt uit de vele kaarten, foto's en historische beelden.



Conrad Gietman. Republiek van adel : eer in de Oost-Nederlandse adelscultuur (1555-1702). Van Gruting Utrecht, 2010. 343 pp.
Republiek van adel gaat over adellijke mythes, obsessies met afkomst, hoofse liefde, vrouwelijke lijdzaamheid en rebellie, schakingen, jachtruzies, gekwetste eer, wraak en dood. Het is een studie over normen, waarden en ambities van Oost-Nederlandse edelen in de tweede helft van de zestiende en zeventiende eeuw.



Peter Paul Hattinga Verschure. Een wereld van verschil : een tekenreis door Nederland in het spoor van Andries Schoemaker, Cornelis Pronk en Abraham de Haen. Canaletto/Repro-Holland, 2010. 270 pp.
In de zomer van 1732 trok een Amsterdams gezelschap, bestaande uit de topografisch tekenaars Cornelis Pronk en Abraham de Haen, en hun opdrachtgever Andries Schoemaker met zijn huishoudster Geesje Arens, enkele weken met hun rijtuig door Gelderland, Overijssel, Friesland en Drente. Onderweg maakten de tekenaars meer dan honderd nauwkeurige schetsen van dorpen, kerkjes, buitenplaatsen en landschappen. Beeldend kunstenaar Peter Paul Hattinga Verschure legde hun reis opnieuw af in 2008. Alle plaatsen die door de reizigers in 1732 werden getekend, bracht hij andermaal in beeld met zijn tekenpen. In deze atlas tonen de telkens naast elkaar afgebeelde tekeningen uit de achttiende en eenentwintigste eeuw hoe geschiedenis zijn sporen achterlaat. Naast de reizen door de ruimte van het landschap wordt hier een reis door de tijd in beeld gebracht.



Wim Coster, Ben Siemerink. Darius Dhlomo : voetballer - bokser - muzikant – activist. Arbeiderspers, 2010. 198 pp.
Darius Dhlomo is zowel Zuid-Afrikaan als Tukker, zowel voetballer als bokser en zowel muzikant als politiek activist. Als zwarte jongeman in het Zuid-Afrika van de jaren vijftig maakt hij op harde wijze kennis met het Apartheidsregime. Als Darius de kans krijgt om als profvoetballer in Nederland aan de slag te gaan, proberen de Zuid-Afrikaanse autoriteiten van alles om hem, als criticaster van het regime, tegen te werken. Uiteindelijk beland Darius eind 1958 toch in Nederland, bij Heracles in Almelo, waar zijn landgenoot Steve Mokone al speelt. In de ruim vijftig jaar die volgen zal hij deze regio als zijn thuis gaan beschouwen. Ook vanuit Nederland blijft hij zich uitspreken tegen het Apartheidsregime. Dat leidt ertoe dat Darius uiteindelijk pas in 1992 weer voet op Zuid-Afrikaanse bodem zet. Deze biografie biedt een kijk in het bewogen leven van een bijzondere man, die altijd - of het nu voetbal, boksen, muziek of politiek activisme betrof - voor ogen had 'de mensen blij te maken'.



Henk Slechte. Geschiedenis van Deventer. Walburg Pers Zutphen, 2010. 2 delen. 335, 820 pp.
Meer dan 1250 jaar geleden bouwde de Engelse monnik Lebuïnus - die de Saksen kwam bekeren - een houten kerkje op de plaats waar de IJssel doorwaadbaar was: het huidige Deventer. Honderd jaar later plunderden Vikingen de handelsstad Dorestad en de kooplieden vluchtten naar deze plek, die gunstig lag op de kruising van handelsroutes over land en water. Toen vervolgens Utrecht door Vikingen werd platgebrand, vond ook de bisschop er een veilig heenkomen. In de 14de en 15de eeuw groeide Deventer uit tot een jaarmarkt- en Hanzestad, maar het werd ook de stad van Geert Grote, waar de Moderne Devotie ontstond en zich via kooplieden over de wereld van de Hanze verbreidde. Deventer had bovendien een befaamde Latijnse School, die van groot belang was voor de verspreiding van het humanisme over Nederland. Tot in de 16de eeuw was Deventer de economische hoofdstad van het oosten. Toen de wereldeconomie veranderde, verloor zij haar aanzien aan Amsterdam en andere steden in het westen. Twee eeuwen lang was Deventer een provinciestad vol vergane glorie, maar in de 18de eeuw speelde zij al weer de intellectuele hoofdrol in de Oost-Nederlandse patriottenbeweging. In de 19de eeuw ontwikkelde Deventer zich al vroeg tot liberaal bolwerk. Ondernemende Deventenaren loodsten de stad de industrialisatie binnen, waarna ook het socialisme er een vroege voedingsbodem vond.



Kamper Canon 2010 Frans Walkate Archief ; IJsselacademie Kampen, 2010. 224 pp.
De 50 vensters met onderwerpen en gebeurtenissen uit de geschiedenis van de gemeente Kampen in de canon zijn geschreven door 24 auteurs. De IJssel speelt uiteraard in de geschiedenis van Kampen een belangrijke rol. Verder komen aan bod: gebouwen (van Bovenkerk tot Koornmarktspoort), personen (van Hendrick Avercamp tot Jaap Stam), gebeurtenissen (van De Kamper tuchtzaak tot De brand in Grafhorst), tijdperken uit de Kamper geschiedenis, bedrijvigheid, religie, vervoer etc.

Geen opmerkingen: