zondag 31 oktober 2010

Woord van het jaar 2010



Nu het vandaag een uur eerder donker is, nadert voor je gevoel het einde van het jaar snel. Tijd weer voor allerlei lijstjes. Zoals dat van Woord van het Jaar. In een column op de website van het Genootschap Onze Taal worden al een aantal kandidaat woorden genoemd: Bavariameisje, aswolk, Damschreeuwer, zeilmeisje, pedopriester. De meeste woorden horen bij een hype en hoor je al bijna niet meer. Wat dat betreft kun je wel Woord van de Maand verkiezingen organiseren. De kabinetsformatie en de algemene beschouwingen leverden al weer nieuwe woorden op: gedoogsteun/gedoogakkoord, linkse hobby’s/linkse kerk, piketpaaltjes. Onze Taal zit sinds 2008 niet meer in de organisatie van de verkiezing van het woord van het jaar omdat in dat jaar ‘swaffelen’ als winnaar uit de bus kwam. Geen Stijl had haar aanhangers opgeroepen op dit woord te stemmen, zodat je niet meer van een eerlijke verkiezing kon spreken.
De verkiezing van 2010 is in handen van Van Dale. Wie wil stemmen kan dat hier doen.

In 2009 koos Van Dale voor ‘ontvrienden’ (m.b.t. sociale media), gevolgd door Mexicaanse griep en hypotheekleed. Onze Taal maakte van ‘twitteren’ het woord van het jaar.
Kijk op Wikipedia voor de jaren voor 2009.

Ook voor de grootste taalergernis van het jaar wordt een verkiezing georganiseerd en wel op de website Het irritantste woord. Zie ook het Irritaal weblog van Ben van Balen.

Dan is er ook nog de Vaagtaal-verkiezing. De uitslag is net bekend. 'Ik heb zoiets van' wordt gezien als de vaagste uitdrukking van het jaar. Dit is overigens vooral de keuze van mannen. Vrouwen vinden 'met alle respect' nogal vaag.



Het mooiste Twentse dialectwoord
Een paar jaar geleden werden een enquete gehouden onder 1100 Twentenaren over het mooiste dialectwoord. De uitslag:
1. goodgoan - het ga je goed
2. onmeunig - ontzaglijk, erg
3. kuierdroad - telefoon
4. heanig an - rustig, kalm
5. rechtervoort – tegenwoordig

Meest irritante dialectwoord
Volgens mij is dat nooit onderzocht. Ik heb er wel een kandidaat voor. Weliswaar geen woord maar een slogan. Je ziet ze gelukkig bijna niet meer, maar zo’n 10-20 jaar geleden zag je op Twentse huisdeuren vaak de sticker ‘Twente leu- leuke leu’. Irritant vond ik dat, om zoiets over jezelf te beweren….

woensdag 27 oktober 2010

Tien eeuwen topstukken van SAB in Historisch Museum Deventer

Wie van boeken houdt en in Deventer woont of er toevallig moet zijn, moet van de gelegenheid gebruik maken even langs het Historisch Museum te gaan. De jarige Athenaeumbibliotheek heeft er een expositie ingericht onder de titel Tien Eeuwen Topstukken.



De SAB noemt de tentoonstelling zelf het hoogtepunt van haar 450-jarig jubileum dat dit jaar met tal van activiteiten werd gevierd.

Te zien zijn prachtige middeleeuwse handschriften, veelal met bladgoud en kleurrijke illuminaties versierd. Naast de vijftiende-eeuwse boekenpracht worden ook zeer zeldzame stukken uit de twaalfde en dertiende eeuw getoond. Via incunabelen uit het begin van de boekdrukkunst, maakt de bezoeker een reis langs indrukwekkende atlassen, imposante Bijbels, kleurrijke botanische werken en curieuze Provo-pamfletten naar meer moderne bijzondere uitgaven.

Kijk verder op de website van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek.

Kijk hier voor de bezoektijden van de expositie die tot 16 januari 2011 in het Historisch Museum te bezichtigen is.

zaterdag 23 oktober 2010

Libris Geschiedenis Prijs gaat naar David van Reybrouck voor Congo

Zojuist werd Libris Geschiedenis Prijs voor het beste historische boek van het afgelopen jaar uitgereikt aan David van Reybrouck voor zijn boek Congo.



David Van Reybrouck maakte grote indruk met de breedte van het onderwerp, dat hij beschrijft in een rijke, bijna barokke stijl. Het boek is een originele combinatie van persoonlijke betrokkenheid en journalistieke distantie, die archiefmateriaal, interviews en persoonlijke observaties vermengt, aldus de jury.

De Libris Geschiedenis Prijs bekroont historische boeken die een algemeen publiek aanspreken. De belangrijkste criteria zijn dat het boek een oorspronkelijk onderwerp heeft, prettig leesbaar is geschreven en op gedegen historisch onderzoek stoelt. Aan de Libris Geschiedenis Prijs is een bedrag van € 20.000 verbonden.

Kijk hier voor de longlist en de shortlist, waaruit David van Reybrouck als winnaar werd verkozen.

De prijs werd drie keer eerder uitgereikt. Kijk hieronder voor de longlists en de winnaars.


Winnaar 2009

Longlist 2009
Winnaar 2009


Winnaar 2008

Longlist 2008
Winnaar 2008


Winnaar 2007

Longlist 2007
Winnaar 2007
In 2007 werd de prijs voor het beste geschiedenisboek nog uitgereikt onder de naam Historisch Nieuwsblad/Volkskrant prijs.

Erfgoed Design Award Overijssel 2010 naar ontwerp voor spel

Deze week werd voor de tweede keer de Erfgoed Design Award Overijssel toegekend. In 2008 won Judith Zeeman met dit ontwerp.
Ook deze keer was er voor de winnaar 5.000 euro weggelegd en voor de winnaar van de publieksprijs 1.000 euro. In juni bepaalde de jury welke vijf ontwerpen doorgingen naar de finale. De ontwerpers kregen 1.000 euro om een prototype van hun ontwerp te maken. De prototypes werden tentoongesteld in TwentseWelle, waarbij bezoekers hun voorkeur mochten aangeven. Tenslotte koos de jury dus afgelopen week de winnaar.

Aan Jasper Hilkhuijsen werd de Erfgoed Design Award uitgereikt voor zijn het ontwerp van een spel met de titel Rijksmonumentenjacht.



Motivatie van de jury:
Het Rijksmonumentenspel is een bijzondere inzending met een duidelijk educatief karakter. “Het toont een sterk marketing concept met de mogelijkheid voor vele verbindingen met o.a. musea en scholen in Overijssel. Dit ontwerp vraagt om een eigen weblog of website, waar je het spel ook digitaal online tegen anderen zou kunnen spelen (er wordt als voorbeeld een link gelegd naar de Kolonisten van Katan). De laagdrempeligheid van het voorstel is charmant, het is ook thuis uit te voeren en zelfs te printen; een sympathieke gedachte”, aldus het juryrapport.

Het spel Rijksmonumentenjacht laat spelers kennis maken met een groot aantal (bekende en minder bekende) rijksmonumenten in Overijssel. De spelers proberen antwoord te vinden op interessante en spraakmakende vragen. Uit elke gemeente in Overijssel is een rijksmonument geselecteerd. Groot of klein, bekend of onbekend, gebouw of niet; de variëteit is groot.
Kijk hier voor een uitgebreide beschrijving van het spel.

De publieksprijs ging naar het melkservies met Staphorster stipwerk van Nynke Boelens.



Kijk hier voor meer informatie over het ontwerp.

donderdag 21 oktober 2010

Nu toegang tot Literom voor Overijsselse bibliotheekleden

Het behoorde jarenlang tot het minder populaire werk voor bibliotheekmedewerkers. Soms werd het netjes verdeeld: als we allemaal een gedeelte doen dan zijn we weer bij. Ik heb het over het invoegen van aanvullingen voor de mappen Literaire Documentatie. Uittreksels, recensies, interviews en auteursportretten moesten per rubriek alfabetisch in de mappen worden ingevoegd. De honderdduizenden A4-tjes aan informatie zijn nu digitaal beschikbaar gekomen voor bibliotheekleden in Overijssel. Wat er ooit aan recensies is verschenen over je favoriete boeken, welke interviews er in kranten of tijdschriften zijn gepubliceerd over een schrijver, dit alles is nu voor iedereen in te zien, althans wanneer je lid bent van de bibliotheek.

Hoe gaat het in zijn werk? Ga naar de website van je bibliotheek en ga naar de catalogus of ga naar de aquabrowser van de Overijsselse bibliotheken . Zoek b.v. op de Overijsselse schrijver Aar van de Werfhost (toets in: Werfhorst). In het rechtermenu verschijnt nu o.a.: Literom. Klik dit aan en er verschijnen boekbesprekingen en interviews.



Wil je weten hoe een bepaald boek in de pers ontvangen werd, het is allemaal te vinden in Literom. Het verschijnen van Ik Jan Cremer bijvoorbeeld leverde een hausse aan artikelen in kranten en tijdschriften op, zoals het hierboven afgebeelde fragment van een artikel in Panorama.

zaterdag 16 oktober 2010

Der Deutsche Weg, anti-nazistisch weekblad van voor de oorlog, en het vervolg

Een aantal jaren geleden, tijdens het maken van een database van kranten die ooit in Overijssel waren verschenen, kwam ik Der Deutsche Weg tegen, een in Oldenzaal uitgegeven anti-nazistisch blad van voor de Tweede Wereldoorlog. Ik raakte geïnteresseerd in de achtergrond van het weekblad, dat Duitstalig was maar toch in Nederland werd uitgegeven. Die achtergrond was inderdaad zo bijzonder dat over de krant, die slechts twee- tot drieduizend abonnees had, al heel wat geschreven bleek te zijn.




Het verhaal in het kort: Joseph Steinhage, die vanuit Rheine werkte voor katholieke weekbladen, o.a. voor de Deutsche Post, een katholiek blad voor Duitsers die in Nederland woonden, vluchtte in 1934 met zijn gezin naar Oldenzaal. De gelijkschakeling van de pers in Duitsland wilde hij niet meemaken. In hetzelfde jaar was de Jezuïet Friedrich Muckermann de grens over gevlucht. Muckermann was bekend in Duitsland, in woord en geschrift bracht hij zijn anti-nazi standpunten naar buiten. De nazi’s gaven hem op een gegeven moment het stempel ‘Staatvijand no. 1’. Steinhage en Muckermann ontmoetten elkaar in het klooster bij Glanerbrug en besloten de Deutsche Post om te vormen tot een nieuw tijdschrift: Der Deutsche Weg. Het weekblad vond in de loop der jaren een weg naar zo’n 3000 Duitstalige katholieken in 42 landen. Door de Duitsers werd een en ander met argusogen gevolgd. Spionnen verschenen in Oldenzaal, de Gestapo bemoeide zich ermee – een goede vriend bleek achteraf voor deze geheime dienst gewerkt te hebben, kortom de situatie was te vergelijken met die van het Gallische dorpje van Asterix en Obelix ten tijde van de Romeinen. De krant met de kleine oplage was de Duitsers een doorn in het oog. Waarom? Muckermann had veel invloed in katholiek Nederland, ook bij het grote persburo Katholieke Wereldpost, dat er voor zorgde dat katholieke dagbladen werden voorzien van anti-nazistische artikelen. De Duitsers drongen er voortdurend bij de Nederlandse regering op aan het blad te verbieden. Uiteindelijk werd een constructie bedacht, waarbij de Oldenzaalse pastoor Frans Stokman, die ook zeer actief was bij de hulp aan vluchtelingen uit Duitsland, chef-redacteur werd en de namen van Steinhage en Muckermann uit de krant verdwenen. Er was echter niets veranderd: beide gevluchte Duitsers bleven de artikelen aanleveren, Stokman was het uithangbord naar buiten.


Links pastoor Stokman, rechts Joseph Steinhage

Bovenstaande is een lange inleiding op een boekje dat dit jaar verscheen onder de titel Verzet door het woord : getuigenis van Hans Steinhage over de lotgevallen van zijn familie rond de Tweede Wereldoorlog, opgetekend door Hans van Harten.




Hans Steinhage is de zoon van Joseph Steinhage, de uigever van Der Deutsche Weg. Vorig jaar, op 91-jarige leeftijd, vertelde hij zijn levensverhaal aan Hans van Harten. Daarvoor was hij altijd spaarzaam geweest in het naar buiten brengen van zijn herinneringen.
In dit boek wordt duidelijk hoe het de familie Steinhage vergaan is vanaf 10 mei 1940, toen de Duitsers ’s ochtends al heel vroeg door Oldenzaal trokken. De familie verzeilde in een diaspora. Joseph Steinhage moest hals over kop vluchten, dook 5 jaar onder in Amsterdam. De oudste dochter werd naar het vrouwenkamp Ravensbrück en de oudste zoon Hans naar Sachsenhausen afgevoerd. Een andere zoon wist te vluchten uit de Wehrmachtdienst (de familie was Duits) en dook onder. De moeder bleef achter in Oldenzaal met de jongste kinderen, werd een tijdje gevangen gezet en daarna nog regelmatig ondervraagd. Allen overleefden de oorlog, uiteraard met veel littekens. Vijf jaar lang wist men van elkaar niet waar men verbleef of nog in leven was.

De levensgeschiedenis van Hans Steinhage is in korte alinea’s op eenvoudige wijze opgeschreven, maar daardoor niet minder indrukwekkend om te lezen. Vooral de herinneringen aan het concentratiekamp, het enorme geluk dat je moet hebben om dit kamp te overleven, de dodenmars aan het eind van de oorlog, die voor velen nog fataal werd, grijpen de lezer aan. We lezen ook hoe het Hans Steinhage na de oorlog vergaan is. Het boekje bevat verder nog hoofdstukken over en van personen die een rol gespeeld hebben rond Der Deutsche Weg en in de periode tijdens de Tweede Wereldoorlog.

woensdag 13 oktober 2010

Muziek uit het oosten (31): Boh Foi Toch - Antoon met de bok

Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.


Een Twentse traditional in een Boh Foi Toch-jasje. Hoewel Twents, dit volksliedje schijnt bekend te zijn van Nieuweschans tot Winterswijk.
Al eerder heb ik de traditionele Twentse versie van Hans Theesink op YouTube gezet. Ik kreeg toen de vraag hoe de tekst precies luidde. Bij deze één van de varianten.

Antoon met den bok
Den wol eens rieden learen
tön hatte nog gin peerd
how kon hee dat now learen
Ton nam zien Moo nen siegebok
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den wol eens rieden learen
Tön hatte nog gin zadel
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo n’n boeskoolblad
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den wol eens rieden learen
Tön hatte nog gin leidsel
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo nen kouseband
Kousenband in den hand
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den zol eens rieden learen
Tön hatte nog gin snor
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo ‘n vusken grös
Vusken grös onder ’n nös
Kousenband in den hand
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den wol eens rieden learen
Ton hatte nog geen helm
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo ne pispot
Pispot op zien kop
Vusken grös onder ’n nös
Kousenband in den hand
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den wol eens rieden learen
Tön hatte nog gin spoor’n
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo ne wostepin
Wostepin van achter d'r in
Pispot op zien kop
Vusken grös onder ’n nös
Kousenband in den hand
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den zol eens rieden learen
Tön hatte nog gin sabel
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo n’n boonenstok
Boon’stok onder’n rok
Wostepin van achter d'r in
Pispot op zien kop
Vusken grös onder ’n nös
Kousenband in den hand
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Antoon op den bok
Den zol eens rieden learen
Tön hatte nog gin board
How kon hee dat now learen
Tön nam zien Moo n’n koffietoeten
Koffietoeten oonder ’n snoet ’n
Boon’stok onder’n rok
Wostepin van achter d'r in
Pispot op zien kop
Vusken grös onder ’n nös
Kousenband in den hand
Boeskoolblad onder 't gat
Siegebok Antoon der op
Is dat dan geen schöne reierei (2 keer )

Zoek de verschillen: WieWasWie en Stamboom Nederland

Via mijn RSS-reader komen de laatste weken onophoudelijk berichten binnen over twee nieuwe websites die binnenkort het zoeken naar voorouders en het werken aan een stamboom moeten vergemakkelijken. Het gaat om WieWasWie en Stamboom Nederland. Voor zover ik – staande aan de zijlijn – het allemaal kan volgen hebben de websites de volgende achtergronden en doelstellingen:



WieWasWie wordt een website waar de bezoeker het gezamenlijk bezit van (archief)instellingen aan digitale collecties, die voor genealogen interessant zijn, kan doorzoeken. Het wordt een nieuwe portal voor historische persoonsinformatie van archiefdiensten. Denk hierbij aan gedigitaliseerde doop- trouw- en begraafboeken, burgerlijke stand, bevolkingsregisters, memories van successie, notariële archieven, lidmatenboeken van kerken etc. Anderzijds kan vanaf de websites van de deelnemende instellingen ook gemakkelijk in de te ontwikkelen landelijke database gezocht worden. Het wordt vrijwilligers van de instellingen gemakkelijk gemaakt om allerlei data toe te voegen. Voor het publiek uiteraard een grote verbetering, al is nog niet bekend voor welke gegevens (en hoeveel) betaald moet worden. Het grootste deel van de in aanmerking komende instellingen heeft zich inmiddels aangesloten en de contracten voor ontwerp en bouw van de website zijn getekend. De potentiële gebruiker moet wachten tot halverwege volgend jaar, wanneer een eerste versie zal worden opgeleverd.



Stamboom Nederland is een initiatief van het Centraal Bureau voor de Genealogie. Hier zijn het de (aangemelde) gebruikers die hun stambomen aanleveren, zodat de resultaten van jarenlang onderzoek niet verloren gaan en ze voor iedereen te doorzoeken zijn. Althans wanneer je daar toestemming voor geeft. Je kunt ook bestanden uploaden en deze afschermen. Ook leden van historische of genealogische verenigingen of families kunnen gezamenlijk als team gegevens invoeren. Bestaande bestanden kunnen gemakkelijk via Gedcom in de database geïmporteerd worden. Lees hier hoe een en ander praktisch in zijn werk gaat.

De ontwikkeling van beide websites wordt gefinancierd met subsidies. Vandaar ook de eis van de geldschieters (de overheid) om samen te werken en in de toekomst het doorzoeken van elkaars bestanden mogelijk te maken. Hoe de samenwerking vorm gaat krijgen is nog niet helemaal duidelijk. Je zou zeggen zeggen had er niet van begin af aan…. Maar goed, ik sta aan de zijlijn en ken niet de voorgeschiedenis. Maar ook de deskundigen zijn het niet eens. Er wordt stevig over gediscussieerd, zodat de stroom RSS-berichten nog wel even door zal gaan.

vrijdag 8 oktober 2010

Nationale Automatiek in Enschede



Wie bedenkt zoiets. Kom je een museum binnen, zie je een automatiek, denk je ‘ha, lekker, kroketten!’ Zitten er z.g. oer-Nederlandse voorwerpen achter de klepjes die voor 1 of 2 euro uit de muur getrokken kunnen worden. Met een kaartje erbij met informatie over het voorwerp. En een verwijzing naar een website op internet waar een filmpje op staat en nog meer informatie over het voorwerp, en die informatie mag je zelf ook nog aanvullen.

De Nationale Automatiek reist door het land, te beginnen in Enschede tot 2 januari 2011 bij TwentseWelle.

Op elke plek waar de automatiek geplaatst wordt, worden typische streekvoorwerpen toegevoegd. Drie van deze streekvoorwerpen, waarvoor een prijsvraag werd uitgeschreven, en die door een jury zijn gekozen uit de inzendingen, worden blijvend aan de collectie toegevoegd. De Twentse prijswinnaars kozen als symbolen voor typisch Twentse voorwerpen: de Grolsch beugelfles (uiteraard), het zoutvaatje en een zakje popcorn als symbool voor de maïsteelt, die in 1953 voor het eerst in Nederland in Twente werd ingevoerd.

Dus wie voor rond Sinterklaas en kerst op zoek is naar betaalbare surprises en in de buurt van Enschede woont: ga naar TwentseWelle, de toegang tot de automatiek in het Museumcafé is gratis.

Op deze website worden alle voorwerpen getoond.


De beugel(fles), het Twents/Achterhoekse voorwerp bij uitstek.

donderdag 7 oktober 2010

Historypin: historische afbeeldingen in Google Streetview



Hoe het is en hoe het was. Een populair thema voor fotoboeken van dorpen en steden. Ook websites als Amersfoort op de kaart en Haerlem.nu (er zijn er vast nog veel meer) spelen hier op in.

Historypin combineert Google Maps en Streetview met historische foto’s. De combinatie met Streetview maakt dat je de huidige situatie kunt vergelijken met hoe het vroeger was. Aangezien Streetview vrijwel heel Nederland dekt en het erg gemakkelijk is historische foto’s toe te voegen, zou dit een prachtige website kunnen worden. Dat toevoegen van foto’s moet dan wel gebeuren, dat moeten we afwachten. Zelf heb ik alvast één foto aangeleverd, de eerste foto van Borne op Historypin – wie volgt?

(Voor wie Streetview nog niet kent: het gele mannetje links op de kaart naar de plek van bestemming schuiven)


Hierboven: Het Marktplein in Borne in 1924

Hieronder: hetzelfde plein (Dorsetplein) anno 2010

dinsdag 5 oktober 2010

Tussen twee tijden: Baron van Heeckeren en Twickel in de 19e eeuw



Ter gelegenheid van de 200ste geboortedag van Jacob Derk Carel baron van Heeckeren van Wassenaer verscheen Tussen twee tijden: Twickel in de negentiende eeuw. Het levensverhaal van Carel baron van Heeckeren is geschreven door Aafke Brunt, archivaris van het huisarchief Twickel en de journalist Jan Haverkate. Beiden schreven samen eerder Twickel, bewoond en bewaard. Aafke Brunt heeft meerdere publicaties over Twickel op haar naam staan.

De baron paste in de ‘oude tijd’, bij de restauratie van na 1914, waarbij na het verdwijnen van Napoleon van het politieke toneel, de macht van de adel in Europa in ere hersteld werd. Hij was conservatief, autoritair en zijn familie was tijdens de Franse tijd oranjegezind gebleven, hetgeen hen onder het koningschap van Willem I, II en III geen windeieren legde.
Hij stierf in een tijd, waarin zich, als in geen andere tijd, veranderingen en razendsnelle ontwikkelingen voordeden op elk gebied: communicatie, mobiliteit, techniek, industrialisatie en verschuiving van de macht. De uitvindingen die het leven gemakkelijker maakten wist hij wel te waarderen, het afbrokkelen van de macht van de adel niet.

Zijn nicht Marie Cornélie gravin van Wassenaer was de enige erfgename van Twickel (en vele goederen elders in het land). Zij werd geboren met een lichte bochel, zoals het oneerbiedig heet, en worstelde met een zwakke gezondheid. Met haar stiefmoeder en tante Sofie van Heeckeren verbleef ze vele jaren in kuuroorden, onder meer in Zuid-Frankrijk. De broer van haar stiefmoeder, tevens vader van Carel baron van Heeckeren, zag in Cornélie een goede partij voor zijn zoon, vooral vanuit financiële belangen. Toen Carel in 1829 zijn nicht een aanzoek deed, werd dit door Cornélie met grote reserves ontvangen. ‘De mensen zullen om je lachen’, schreef ze hem. Ook omdat Carel nog eens negen jaar jonger was dan zij, zou men hem valse motieven toedichten, zo dacht zij. Zij liet zich door haar stiefoom (tevens voogd) en stiefmoeder toch overhalen tot een huwelijk. Uit allerlei stukken (brieven, dagboeken, agenda’s etc.) waarover de auteurs de beschikking hadden, bleek het met die valse motieven nogal mee te vallen – het was Carel niet persé om de erfenis te doen. Maar een ‘normaal’ huwelijk werd het niet.


Afbeelding: Marie Cornélie van Wassenaer

De baron, door zijn echtgenote als ‘Twickel’ aangeduid, was heel vaak uithuizig. Hij verbleef meestal in zijn Huis te Dieren of in zijn huis aan het Lange Voorhout in Den Haag, waar hij functies bekleedde aan het hof (opperstalmeester) en lid was van de Eerste Kamer. Ook was hij opvallend vaak op reis, vooral toen de spoorwegen het reizen gemakkelijker maakten. Hij verbleef dan met zijn vrouw, maar ook vaak alleen of met vrienden in Parijs of reisde af naar een kuuroord ergens in West-Europa. Kuuroorden waren in die tijd in trek bij de betere standen, kuren werd gezien als hét middel tegen kwalen. Zowel Cornélie, die in 1850 overleed, als zijn tweede vrouw – die veertien jaar jonger was dan de baron - ergerden zich aan zijn voortdurende afwezigheid.

Carel baron van Heeckeren heeft Twickel tot het grootste landgoed van Nederland gemaakt. Hij vergrootte het kasteel en liet het restaureren en hij breidde, geholpen door de markeverdeling, maar ook door aankoop van veel landerijen en woeste grond, het grondgebied aanzienlijk uit. En dat in een tijd dat veel adel bezittingen moest verkopen om het hoofd boven water te houden. Maar baron Carel was op zeker moment de op één na hoogst aangeslagene voor de belasting in Nederland, dus kapitaal bezat hij wel.

Carel baron van Heeckeren heeft Twickel gemaakt tot wat het nu is, maar verbleef er relatief weinig. Een opmerkelijke signalering in het boek is, dat de adel in Twente nauwelijks ‘socialiseerde’ met de nieuwe rijke klasse van industriëlen. Er was een duidelijk standsverschil. Het netwerk van de baron lag in Den Haag, waar het rond de Lange Voorhout wemelde van de (hof)adel.

Het boek is het resultaat van uitputtend en nauwgezet onderzoek. De toegankelijke schrijfstijl, de thematisch geordende hoofdstukken en de vele nooit eerder gepubliceerde illustraties maken het boek zeer leesbaar. Je leert gaandeweg een man kennen, die goede en slechte kanten had, en die we tegenwoordig een ondemocratische potentaat zouden noemen. Maar dat is niet terecht, want de baron was ook een kind van zijn tijd en de standenmaatschappij werd door velen als normaal en wenselijk beschouwd. Al was hij voor zijn tijd ook wel conservatief te noemen, zijn afkomst maakte hem tot wat hij was.

vrijdag 1 oktober 2010

Brief aan mezelf







1 oktober 2010

Beste Toon,

Je zult verbaasd zijn deze brief van mij te ontvangen en dat ook nog eens op je eigen blog. We kennen elkaar al ons hele leven en ik ben dan ook zeer verheugd dat ik je als eerste mag feliciteren met dit bijzondere jubileum: 40 jaar in de branche.

Veertig jaar met je poten in de bibliotheekklei staan en opkomen voor de belangen van Transisalania is niet mis. Collega's die Transisalania een vermaledijd woord vinden, waren stomverbaasd dat Google bij een verkeerde schrijfwijze een "bedoelde u dit" suggestie geeft naar de juiste spelling. En dat allemaal dank zij jou, Toon!

Wat jou bijzonder zal innemen bij zo'n 40-jarig jubileum is dat de datum van de vrije dag al is vastgesteld. Je hoeft niet "in principe" vrij te vragen omdat je altijd een slag om de arm houdt voor als het wel of niet gaat regenen of dat je wel of niet gaat klussen aan de schutting of straten aan de oprit. Je zoons daarentegen weten wel invulling te geven aan je vrije dag. "In principe" gaan zij altijd voor.

Toon, ga zo door en geniet van deze vrije dag.

Een knipoog aan mezelf.

Toon