In 1915 verscheen (‘niet in den handel’) van de hand van D.W. van Wulfften Palthe
Reis naar Oost-Azië, een verslag van een reis rond de halve wereld (India, Birma, Indië, China, Japan, Rusland) in 1913-1914 op basis van brieven en dagboekaantekeningen.
Wat vooraf gingAl vanaf de vijftiende eeuw waren de Palthe’s rentmeester, dominee, jurist of burgemeester in Oldenzaal, Ootmarsum, Denekamp en Bentheim. Drie broers (Willem, Arnold, Richard) van Wulfften Palthe – de toevoeging ‘van Wulfften’ ontstond in 1816 - waren de eersten die in 1873 een fabriek begonnen. Ondanks bedenkingen van hun vader kregen ze toestemming enig familiekapitaal aan te wenden om de Almelosche Ververij en Chemische Wasserij Gebr. Palthe te stichten. Dat familiekapitaal was overigens vergaard door dominee Johannes Palthe (1767-1854) die met het geld van een rijke (anti-roomse) tante uit Amsterdam grote stukken grond opkocht in Noordoost Twente, om de roomse pachters bij het einde van de pachtovereenkomst te vervangen door protestanten. Althans zo gaat het verhaal. Hij was een grondspeculant avant la lettre en maakte van de ‘aanzienlijke’ familie ook een gefortuneerde familie.
Foto: De negen kinderen van A.A.W. van Wulfften Palthe en Henriëtte Stork in 1870 met tussen haken hun leeftijd, v.l.n.r. Jan (21), Alide (11), Arnold (19), Willem, de auteur van Reis naar Oost-Azië (21), Karel (16), Richard (14) en op de voorgrond Fré (9), Jet (13) en Anna (17).
Arnold, Willem en Richard zouden enkele jaren later de Palthe Ververij en Chemische Wasserij beginnen.
De reis naar Oost-AziëDe auteur van ‘Reis naar Oost-Azië’, (Derk) Willem van Wulfften Palthe, maakte de reis op het moment dat hij na veertig jaar directeur te zijn geweest van Gebr. Palthe een stapje terug zou doen. Hij had zijn hele leven al uitgekeken naar deze ‘Grand Tour’. Tot Rangoon (Birma) werd hij vergezeld door het echtpaar Frederik en Ada Stork (familie van de Palthe’s) en hun zoon Dick, die terugkeerden van Europees verlof naar Rangoon, zijn aanstaande schoondochter Joke Willink uit Winterswijk en zijn broer en mede-firmant Richard. Zoon Wim reisde hen tegemoet vanuit Rangoon, waar hij stage had gelopen, en ontmoette het reisgezelschap, waaronder dus zijn verloofde, in Bombay.
Foto: het reisgezelschap met zittend zonder hoed de auteur van Reis naar oost-Azië.
Na een lange toeristische reis door India, scheidden de wegen zich in Rangoon. Broer Richard en Joke keerden via Ceylon huiswaarts. Willem en zijn zoon Wim, die zijn vader bij terugkomst zou gaan opvolgen als directeur van de Twentsche Bontweverij in Hengelo, reisden door naar Indonesië, waar ze veel werkbezoeken aflegden. Daarna werd het aangename met het nuttige afgewisseld in China en Japan, waar bezienswaardigheden werden bezocht maar ook fabrieken, op zoek naar nieuwe procedés en technieken. Na acht maanden keerden ze via de Transsiberische spoorlijn huiswaarts.
Het verslag van de reis is zeer lezenswaardig. Na bijna honderd jaar sta je er versteld van hoe onbezorgd men in die tijd op reis kon gaan – tenminste als je over veel geld beschikte. Op de boot waren de maaltijden voortreffelijk en werd van alles gedaan (kaartwedstrijden, spelletjes, optredens) om de passagiers te vermaken. Overal was personeel voor. In Bombay ging men bij reisorganisatie
Cook langs om de wensen voor de reis naar Rangoon kenbaar te maken. Cook verstuurde 120 brieven en telegrammen voor reserveringen en ontfermde zich over de 40 stuks bagage. Alles verliep geheel naar wens. Er reisde een agent van Cook mee, die altijd op afstand bleef en die men vrijwel niet zag, maar die er voor zorgde dat na een inspanning verversingen klaar stonden.
Tijdens het tweede deel van de reis vanaf Rangoon werd tijdens het lange verblijf in Indië veelvuldig gedineerd bij allerlei bekenden – het was al voldoende wanneer men gezamenlijke kennissen had.
Overal worden exotische spullen ruim ingekocht en bij vezendkantoren afgeleverd, zodat het thuisfront een constante stroom aan goederen ontving. Verbazing is er bij de twee reizigers in Japan, waar men aan de kleding nauwelijks kan zien ‘welk publiek men voor zich heeft’.
Foto: Auteur Willem vWP (midden) op bezoek bij zijn dochter Elsje in Semarang, reisgenoot en zoon Wim zit naast de bestuurder.
Na het reisverslag te hebben gelezen vond ik in onze collectie het boek
Gebr. Palthe Almelo, 1873-1913, in 2000 in zeer beperkte oplage uitgegeven door D.W. van Wulfften Palthe, de kleinzoon en naamgenoot van de auteur van het reisverhaal.
In dit boek komt de reis uitgebreid ter sprake, maar ook wordt het leven van een invloedrijke familie van binnen uit beschreven - in tijden van voorspoed tot de Eerste Wereldoorlog (waarin vele imposante huizen werden gebouwd – b.v.
het huis op de Sprengenberg) en in tijden van tegenslag. De kleinzoon gaat ook in op de bewering dat de fabrikanten zich verrijkten ‘over de ruggen van de arbeiders’. De Palthe’s waren al rijk vanwege hun grootgrondbezit, bovendien vervulden zij tal van commissariaten bij andere bedrijven, investeerden succesvol in de plantages in Indië en hadden zij overal aandelen. Tot slot een typerend citaat uit het boek: ‘Derk Willem was ook lid van de raad van Commissarissen van de Staatsspoorwegen en uit hoofde van deze functie had hij niet alleen het recht van vrij reizen, maar tevens dat van vrije passage langs de spoorbaan, vanaf zijn tuin tot station Hengelo. De stationschef gaf niet eerder het sein tot vertrek van de trein als hij meneer Palthe nog in de verte zag aankomen’.
Reisverslagen van de van Wulfften Palthe’s:Reis naar het Oosten (1878)/ door A.A.W. van Wulfften Palthe (1816-1900)
Reis naar Oost-Azië (1915)/ door D.W. van Wulfften Palthe (1849-1941)
Reisbeschrijving van Noord-Amerika (1926)/ door A.A.W. van Wulfften Palthe (1851-1929)
Reis naar het Oosten is alleen aanwezig bij SAB Deventer, Reis naar Oost-Azië alleen bij de OBD, Reisbeschrijving van Noord-Amerika is nergens in Overijssel aanwezig.