De Rusluie waren Vriezenveense handelslieden, die regelmatig per karos (huifkar) met o.a. linnen naar St. Petersburg trokken. Eind achttiende eeuw begon men zich daar te vestigen en ontstond er een Vriezenveense kolonie in St. Petersburg met een eigen kerk.
Het verhaal van de Rusluie inspireerde de afgelopen tientallen jaren verschillende personen om de route die destijds werd gevolgd naar St. Petersburg nogmaals af te leggen.
Tenminste drie keer werd het verslag van de reis gepubliceerd. Hieronder het verslag van een reis in 1966.
Met de huifkar tussederusse (1966)
De Utrechtse studentenvereniging Unitas zocht in 1966 een opvallende stunt om haar lustrum luister bij te zetten. Enige studenten hadden begin dat jaar een bezoek gebracht aan Vriezenveen, alwaar ze de heer J.Hosmar, conservator van de Oudheidkamer, gesproken hadden. Hosmar liet hen een huifkar (karos) van de Rusluie zien en ook het authentieke reisdagboek van Jacobus Kruys, die als 14-jarige in 1826 de tocht Vriezenveen-St. Petersburg meemaakte. Bij die gelegenheid heeft één van de studenten zich laten ontvallen dat het misschien wel een uitdaging zou zijn die tocht nog eens over te doen. Prompt staat er een vijf-koloms artikel in de regionale krant ‘Studenten per huifkar naar Rusland’ – Hosmar had goede contacten met de pers. Vijf studenten, van wie er één uit Overijssel (Blokzijl) kwam, zijn voor het blok gezet, maar accepteren en beginnen aan langdurige en moeilijke voorbereidingen. Wel is er direct veel belangstelling vanuit de media. Op het spoor gezet door het Utrechts Nieuwsblad tonen de GPD-bladen (o.a. Zwolsche Courant en Tubantia) belangstelling voor de reisverhalen van de studenten, maar ook omroepen willen de reis gaan volgen. Een huifkar wordt op de kop getikt via Lammertink van de Kopren Smorre in Markelo.
Dan volgt in het boek een vermakelijke beschrijving van de pogingen om toestemming te verkrijgen van de Russische autoriteiten, een verhaal over van kastje naar de muur en over onmogelijke eisen en voorwaarden die gesteld worden. Eigenlijk mag er alleen maar per auto, trein of vliegtuig gereisd worden, zeker niet met paarden. Dan komt iemand op het idee de paarden te vervangen door een tractor, een Russische Brustrac nog wel. Moskou vraagt via een telegram nadere uitleg, maar de heren zijn dan al op weg.
De stoet bestaat uit vijf studenten, een tractor van Wit-Russische makelij (snelheid 18 km/uur), een huifkar zonder vering en met houten wielen met ijzer beslagen, een witte fiets die meteen achterop de huifkar gebonden wordt omdat op de Duitse wegen niet gefietst mag worden, en een VW-busje voor de bagage, dat al in Braunschweig een wiel verliest en als miskoop van de maand (typisch jaren 60) naar de lokale sloop gebracht wordt.
Na het bijwonen van een boerenbruiloft in Markelo, begeven de studenten zich naar Vriezenveen, alwaar men van officiële zijde uitgezwaaid wordt. Aan de tocht zitten n.l. ook nog wat serieuze kanten (al doet de beschrijving van de belevenissen anders vermoeden): men zal in St. Petersburg officieel door de burgemeester ontvangen worden en in Moskou zal een cultureel programma afgewerkt worden ter versterking van de culturele banden tussen de USSR en Nederland.
Student Slavische talen Frans Suasso (spreekt ook redelijk Russisch) verzorgt de verslagen voor de VARA-radio en Toni Ladan schrijft de stukken voor de kranten, die een jaar later als basis dienen voor het boek.
De tocht van 40 dagen naar St. Petersburg wordt gekenmerkt door een aantal telkens terugkerende zaken:
• pech: overal langs de route worden smeden, automonteurs en andere toevallige voorbijgangers ingeschakeld om reparaties te verrichten aan de wielen van de huifkar en aan de tractor
• drank: de gastvrijheid in de Oostbloklanden blijkt groots en altijd en overal moest bij de enorme hoeveelheden aardappel- en tomatensalades verplicht wodka of zweroboj (beredoder) gedronken worden
• pers: talloze interviews worden gehouden voor lokale kranten, maar ook de landelijke kranten en televisie in Rusland besteden aandacht aan de tocht
• vriendschap en afkeuring: een Poolse soldaat die met de reizigers illegaal in marinevaartuigen over de grensrivier de Oder scheurt en Russische journalisten die hen overhalen tot een drankorgie van twee dagen; tegelijkertijd kijken oudere Russische vrouwen met afgrijzen naar de onverzorgde, in korte broeken en smerige (ooit witte) truien rondlopende Hollanders (zijn jullie Provo’s?).
• ijzeren gordijn: sommige (voor)oordelen blijken waar: bureaucratie, overal propagandateksten, maar leer je de mensen beter kennen dan blijkt dat ze zich ook weten te onttrekken aan allerlei regels
• de route: doordat ze zoveel mogelijk de route van Jacob Kruys volgen, komen ze in streken waar nooit buitenlanders komen, rijden ze over zeer slechte wegen en weten ze soms absoluut niet waar ze zich bevinden. In de DDR vrezen ze voor hun leven wanneer ze in de schijnwerpers van drie pantserwagens terecht komen. Maar de pantserwagens rijden voorbij, volledig gesloten, geen teken van leven.
In Moskou wordt een cultureel programma afgewerkt met ontvangsten door hoogwaardigheidsbekleders, waarbij zich - vooral door de drank - allerlei hilarische situaties voordoen. De Nederlandse ambassade blijkt overigens zeer gastvrij en beschikt over ruime hoeveelheden Bokma – weer eens wat anders dan wodka.
In St. Petersburg wacht hen een officiële ontvangst en ontdekt één van de studenten dat de beschrijving van de Hollandse kerk van conservator Hosmar niet klopt. 70 foto’s worden genomen om dit feit te boekstaven, een dag voor het vertrek kunnen deze worden weggegooid: het blijkt niet om de Hollandse kerk te gaan, die stond op een andere plek.
De terugreis gaat deels per schip, dan weer met tractor en huifkar. De huifkar begint nu echt uit elkaar te vallen. In Hamburg wordt de huifkar gedemonteerd en in een vrachtwagen geladen en in Utrecht wordt alles weer in elkaar gezet om op het laatste stukje van de route glorieus te worden ingehaald. Helaas is er geen publiek, niemand verwacht de reizigers, er is iets misgegaan met het ANP-bericht.
Het humoristisch geschreven boek, dat helemaal de jaren zestig ademt, bevindt zich in vrijwel geen enkele bibliotheek. Via de OBD is het wel te leen.
Zesentwintig jaar later zou de tocht opnieuw gemaakt worden, nu wel met paarden en een koets en precies volgens de oude route. Hierover meer in een volgende aflevering van Overijsselaars op reis. De auteur van het reisverslag van die reis gaat nog wel in op de huifkartocht van de studenten:
‘De eerlijkheid gebiedt te vertellen dat we niet echt de eerste Ruslui van na de revolutie zijn. Maar wel de eerste echte!
In 1966 reisden vijf studenten van Utrecht via Vriezenveen en Moskou naar het toen nog Leningrad geheten St. Petersburg. Een doldrieste onderneming was dat, zo in het heetst van de Koude Oorlog, en het Utrechtse avontuur heeft onder het motto ‘Tusse de Russe’ ook aanleiding gegeven tot veel scherts en luim, maar als echte Ruslui hebben de studenten zich natuurlijk gediskwalificeerd.
De route klopte om te beginnen al niet (wat hadden die jongens eigenlijk in Moskou te zoeken?) en het middel van vervoer was weliswaar erg origineel maar niet bijster oorspronkelijk: een tractor van Russische makelij met daarachter een ongeveerde huifkar op met ijzer beslagen houten wielen. Wat moeten dat 7,500 teisterende kilometers geweest zijn, hutseklutsend en hotsebotsend tot de heren in vijf gelatinepuddinkjes veranderd waren. Ik vraag me af of ze nog wel leven, misschien liggen ze nu nóg wel ergens gevijven aan een kunstnier’.
Tot zover het citaat uit In draf naar St. Petersburg (1992), waarover een volgend keer meer.
'Zoeken is beter dan vinden'
1 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten