Henk Boom was kunstredacteur en popjournalist alvorens hij de wijde wereld introk om uiteindelijk in Spanje een vaste woonplek te vinden. Hier is hij buitenland-correspondent voor een aantal media. Sinds een paar jaar heeft hij ook weer een woonstek in Reutum, want met Nederland heeft hij niet zoveel, wel met Twente. Ik schreef al eerder over hem.
Behalve journalist is Henk Boom ook auteur van een aantal boeken. Zijn laatste boek, verschenen in 2010, is getiteld De Grote Turk: in het voetspoor van Süleyman de Prachtlievende (1494-1566). Tijdens diens sultanaat beleefde het Osmaanse rijk zijn ‘gouden eeuw’ en strekte het zich uit van de Donau tot aan de Nijl. In dit boek stelde Henk Boom het ongunstige beeld over de Osmaanse sultans, dat gebaseerd was op de christelijke propaganda van weleer, bij. De Grote Turk werd genomineerd voor de AKO-literatuurprijs.
Vanmiddag werd opnieuw een boek van zijn hand gepresenteerd in museum TwentseWelle, waar ik bij mocht zijn. Ook in dit boek, getiteld Onze man in Constantinopel, speelt het Osmaanse rijk een rol. Henk Boom schetst een beeld van de omstandigheden waaronder de Overijsselse baron Frederik Gijsbert van Dedem zijn functie van ambassadeur der Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tussen 1785 en 1808 met grote volharding verrichtte in de hoofdstad van het Osmaanse Rijk in de jaren dat de Turkse suprematie tanende was.
Frederik Gijsbert van Dedem, eigenaar en bewoner van Huis De Gelder bij Wijhe, alsmede eigenaar van Peckedam (Diepenheim) en De Hachmeule (Delden), koesterde de wens om ambassadeur te worden in de Verenigde Staten van Amerika, die nog maar net hun onafhankelijkheid bevochten hadden. Als Overijssels edelman zat hij echter niet dicht genoeg bij het vuur voor een benoeming. Wel kon hij terecht in Constantinopel, waar hij uiteindelijk Nederlands langst zittende ambassadeur – tot op de dag van vandaag- zou worden. Van Dedem, levend in de turbulente tijd van patriotten en orangisten, moest laveren om niet te botsen met een van de partijen. Dat hem dat lange tijd lukte, zou hem in deze tijd het predikaat opportunist bezorgen. Maar dat is niet helemaal eerlijk, je mag zijn gedrag op dit punt niet los van zijn tijd beoordelen. Uiteindelijk, in 1808 definitief teruggekeerd uit Constantinopel, raakte Van Dedem uitgerangeerd. Het wordt hem niet toegestaan zijn plek in de Overijsselse Staten en de Staten Generaal weer in te nemen. Er was teveel oud zeer. De Oranjegezinden vonden blijkbaar dat hij zich toch teveel had ingelaten met de patriotten. Hij sterft eenzaam en wordt snel vergeten.
In het jaar dat 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije herdacht worden, betekent dit boek eerherstel voor een in de geschiedschrijving onderbelichte maar opmerkelijke Overijsselse baron.
Expositie
Vanmiddag is in TwentseWelle een expositie van start gaan over ‘Onze man in Constantinopel’. Kijk hier voor meer informatie.
'Zoeken is beter dan vinden'
2 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten