Afgelopen dinsdag is Everhard Jans overleden. Hij was een bekende voor degenen die zich bezighouden met regionale geschiedenis, volkscultuur etc. Everhard Jans werd geboren in Almelo op 11 januari 1941. Hij was een zoon van de architect Jan Jans (overleden in 1963), naar wie in Twente een aantal straten genoemd zijn vanwege zijn verdiensten op het gebied van de streekcultuur en die juist dit jaar, 50 jaar na zijn overlijden, herdacht werd met een symposium en een tentoonstelling.
Foto: Everhard Jans (foto Henk Braakhekke – Tubantia)
Everhard Jans doorliep de AKI te Enschede, afdeling boekverzorging en illustraties. Daarna studeerde hij kunstgeschiedenis aan de Universiteit te Münster en promoveerde met een proefschrift over burgerhuizen tussen IJssel en Eems (1400-1850). Hij was jarenlang adviseur volkskunde en kunstgeschiedenis aan het Van Deinse Instituut te Enschede. Jans was ook betrokken bij de oprichting van de Kreenk vuur de Twentse Sproak (1975) en verrichtte na de oprichting van de Twente Akademie in 1982 veel werk voor deze stichting, die later op zou gaan in het Van Deinse Instituut. Everhard Jans was illustrator, sneltekenaar, adviseur boerderijrestauraties, maar was vooral bekend als publicist. Zijn interessegebied was breed. Anne van der Meiden schreef in het voorwoord bij de in 2005 bibliografie van Everhard Jans: ‘Hee hoäldt zich an zienen stiel: aalns wat met ’t Saksenlaand van doon hef: historie, huuze, gebroeken, cultuur, grote en kleane bezundere dingen. ’t Is almoal van betaansie en de meuite weerd um te leazen’.
Publicaties
Everhard Jans publiceerde al in 1959 op 18-jarige leeftijd in tijdschriften als Volkskunde en Twenterlaand en –leu en sproake over onderwerpen als klootschieten en midwinterhoornblazen. Niet veel later schreef hij over bijgebouwen op boerenerven, korenspiekers en vele andere streekculturele onderwerpen in periodieken als Neerlands Volksleven, Driemaandelijkse Bladen, Heemschut, Twentse Post, De Mars, Stad en Land, Historische Kring Almelo, De Nieje Tied, ‘t Inschrien en Jaarboek Twente. Af en toe schreef hij in dialect. Lezingen deed hij op verzoek ook in dialect. Hij liet onder meer de volgende boeken verschijnen:
1970 Gedrukt in Almelo : journaal rond de drukkerij Lulof
1974 Gevel- en stiepeltekens in Oost-Nederland (gebaseerd op onderzoek van Jan Jans)
1975 Huis en hof in en om Geesteren
1977 Het midwinterhoornblazen, verm. herdr. In 1995
1977 Landelijke bouwkunst in Oost-Nederland (met A. Buter en J. Jans)
1980 Langs oude Twentse boerderijen
1986 Het los hoes met achterheerd in Noord- en Oost-Twente
1988 Hooibergen in Oost-Nederland (met A. Goutbeek)
1889 Burgerhuizen tussen IJssel en Eems. 1400-1850
1994 Tuugkisten in Oost-Nederland (met andere auteurs)
1997 Langs oude bomen en boerderijen in Salland
1999 Nieuwjaarsijzers in Oost- Nederland (met andere auteurs)
2000 De kerken van Jan Jans : periode 1950-1963 (met Zeno Kolks)
2001 Korenspiekers in Oost-Nederland
2002 Over schutters en schuttersgilden in Twente
2004 Langs historische boerderijen in Achterhoek en Liemers
2004 Meubilair van Twentse burgers in de achttiende eeuw
2008 Gevel- en stiepeltekens in Twente en de Achterhoek
De laatste jaren schreef hij mede aan het pas verschenen standaardwerk Boerderijen in Salland, waarvan hij het gereedkomen nog heeft kunnen meemaken.
'Zoeken is beter dan vinden'
1 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten