Er was al een canon van Overijssel. Maar nu komt er een nieuwe canon. De
eerste canon werd samengesteld door Caspar van Heel, de oud-archiefinspecteur van de provincie Overijssel. Het werk van één man, de vijftig vensters kort en bondig weergegeven. Zo op het zicht een logische keuze qua onderwerpen – maar wie ben ik, ik ben geen historicus. Het samenstellen van een canon is natuurlijk een subjectieve zaak. Overigens ook de
canon van Twente werd samengesteld door één persoon, te weten Dick Schlüter.
De IJsselacademie heeft het
initiatief genomen tot het samenstellen van een nieuwe canon van Overijssel. De vraag is nu: welke canon moeten we nu beschouwen als de échte officiële canon van Overijssel?
De IJsselacademie pakt het wel groots aan. Aan historische verenigingen is verzocht om mee te werken aan het samenstellen van lokale canons. Er wordt begonnen in het Land van Vollenhove en Salland. In 2010 is Twente aan de beurt. Ook regionale canons en uiteindelijk dus de nieuwe canon van Overijssel moeten eind 2011 gereed zijn. Door de inbreng van de historische verenigingen gaat het ‘democratische gehalte’ van de canon wel omhoog.
Op het weblog van
Mijn Stad Mijn Dorp, een ander groot opgezet project, waarbij het HCO samenwerkt met ook al de historische verenigingen, wordt
helder uitgelegd wat de verschillen zijn tussen beide projecten.
De projecten Canon van Overijssel en Mijn Stad Mijn Dorp hebben trouwens ook veel gemeen: veel ambitie, veel hooi op de vork, een lang traject. Beide zijn erg afhankelijk van de steun van derden. Het Betuwelijn/HSL-spook doemt hier op: het kan allemaal veel meer tijd, moeite en geld gaan kosten dan was ingeschat. Geruststellend is dat het qua geld om totaal andere bedragen gaat dan bij de Betuwelijn. Het cliché ‘Wie niet waagt wie niet wint’ is hier wel degelijk van toepassing. Als niemand het initiatief neemt gebeurt er ook niets. We moeten geduld hebben, gezien het tijdpad, maar dan krijg je ook wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten